Mooie sprookjes blijven niet duren. Ook niet in fashion-wonderland. De lieftallige melkmeisjes van vorig seizoen worden opgevolgd door hun boze stiefzusters.

Pascale Baelden / Foto’s Etienne Tordoir

Althans bij Gucci is dat zo. Op de met bont beklede catwalk dreunen klonen van Chrissie Hynde voorbij. Warrig haar, met zwarte kohl omlijnde ogen en om de hals een gotisch kruis. Ze verdwijnen in oversized jassen en omslagjurken, zonder daarbij hun sex-appeal te verliezen. Volumineuze blousons worden gecombineerd met strakke potloodrokken, in de taille een obi-wikkelriem, een referentie naar de Japanse traditionele klederdracht. Punk-chic met diepe decolletés, naakte ruggen en torenhoge stiletto’s die een wankel evenwicht veroorzaken. Letterlijk en figuurlijk. Letterlijk in de zin dat een debuterend model tot driemaal toe tegen de vlakte gaat en ternauwernood op haar blote voeten de aftocht blaast. Figuurlijk vanwege een beetje déjà-vu. Hetgeen niet per definitie slecht hoeft te zijn.

Miuccia Prada zocht ook inspiratie in haar vorige collecties. Uit haar beginperiode (de jaren negentig) recupereerde ze nylon bomberjacks en sexy rokjes en gaf er een eigentijdse, sterke look aan.

Terwijl Gucci en Prada een nieuwe weg inslaan, breien andere modehuizen verder op vorig seizoen. Zo breit Dolce e Gabbana tricotbanden aan de vlinderchiffons van deze zomer, weliswaar afgewisseld met Peruaanse poncho’s, indianenrokken in pony, survival safaribroeken en magnifieke mantels met dubbele sluiting. Max Mara zet mouwen in bont aan een transparant chiffonjurkje, terwijl Sportmax de return of the yeti viert met witte berenlaarzen onder een kanten doorkijkniemendalletje. Marni kan geen afscheid nemen van haar fragiele melkmeisjes en houdt hen warm met bontmantels.

Alberta Ferretti tracht hetzelfde te doen met mohairen cardigans en jassen van ruw tricot. Al moet gezegd dat zij het zachte beeld van vorig seizoen voldoende afwisselt met strakke mantels en jasjes die dankzij een verhoogde taille en scherpe belijning voor een tailored look zorgen.

Fendi kiest resoluut de zijde van koning winter en het resultaat mag er zijn. Dit modehuis heeft een traditie in bont en leer en dat werpt nu zijn vruchten af. Trouwens, Fendi is niet de enige die succes genereert door terug te vallen op zijn basiswaarden.

Onbetwiste winnaars van het herfst-winterseizoen in Milaan zijn ongetwijfeld Missoni en Versace, twee huizen van vertrouwen die opnieuw bewijzen wat ze waard zijn. Met de vijftigste verjaardag van het modelabel in het verschiet kon Angela Missoni haar ouders/stichters geen mooier cadeau geven. Sexy, eigentijdse tricotsilhouetten in prachtige kleurencombinaties. Een defilé met positieve energie. Missoni doet de zon weer schijnen.

En ook Donatella Versace heeft het licht gezien. Bij Versus trok ze nog een rookgordijn op en leek alles as usual (lees: trashy lingeriejurkjes en ingebouwde korsetten). Enkele dagen later, op het Versace-defilé wist ze echter vriend en vijand te verrassen. De aandacht van het modeminnende publiek ging dit keer niet naar de vips op de eerste rij (onder wie Chelsea Clinton, Boy George en Michelle Williams van Destiny’s Child), wél naar een ijzersterke collectie. Donatella blijkt eindelijk de dunne lijn gevonden die haar broer Gianni zo meesterlijk bespeelde: uitdagende powerdressing, sexy zonder echt vulgair te zijn. Concreet betekent dat strakke tailleurs in felle kleuren als oranje en felroze, afgewisseld met ingetogen zwart. Absolute blikvangers: mantels en jurkjes met discrete borduursels.

Een subtiel folkloristisch detail waarmee ook Gabriela Strehle speelt. Voor Strenesse tekent zij zwarte kimonojassen met een obi-wikkelriem in de taille, afgewisseld met anoraks waarvan de rug is versierd met geborduurde tijgers.

Giorgio Armani bespeelt het folklorethema minder subtiel. Op zijn catwalk marcheert een legertje piloten in een variant op de harembroek, een soort joggingbroek met elastiekband aan de voet, waarvan het kruis tussen de enkels hangt. Overdag in wol of fluweel, gecombineerd met leren jackets, ’s avonds in lurex of zijde gecombineerd met transparante topjes en stola’s in bont. Afgezien van de politieke connotatie (piloten in harembroeken, weet u nog?) zou deze collectie Giorgio’s vliegtuig wel eens aan de grond kunnen houden.

De kruippakjes uit de Emporio-lijn mogen dan wel onschuldiger zijn, ook hier rijst de vraag hoeveel stewardessen elegant op het tarmac zullen verschijnen. Maar als iemand zich stijloefeningen kan permitteren, is het Armani wel. Zijn rijk reikt dezer dagen verder dan het vliegveld van Linate. In één week opende hij twee Armani-stores. Sophia Loren en Claudia Cardinale kwamen naar Milaan om hem te feliciteren. Kate Hudson en Jade Jagger deden hetzelfde in Parijs.

En zo begon de Italiaanse modekoning zijn veroveringstocht op het grondgebied van keizer Karl. Die had duidelijk besloten zijn stad niet zonder slag of stoot op te geven. Hij liet het Carrousel du Louvre daveren op zijn grondvesten. In het midden van de Chanel-catwalk, op een draaiend platform, gaf Els Pinoo, de leadzangeres van de Belgische popgroep Vive la Fête, het beste van zichzelf. ” Ecoute-moi! Tais-toi! Encore un fois!” schreeuwde ze. Op de dreunende beat defileerden haar zusters rock chicks in sexy leren minirokjes, stoere laarzen, mantel met daarover mouwloze tricotvesten. ” Jezus Christ Superstar“, zong Pinoo toen de immer jonge Lagerfeld in een afgewassen Diesel-jeans en vlotte blazer op het podium verscheen. En misschien had ze wel gelijk.

Spijtig voor Givenchy, maar er kan maar één Jezus zijn. Julien Macdonald blijft tot nader order nog altijd apostel. Zijn poging om het traditionele couturehuis rock-‘n-roll in te blazen, ging niet verder dan Rod Stewarts Do you think I’m sexy? Alleen de motorjackets en broeken met versterkte inzetstukken maakten een blijvende indruk, maar die doken dan ook in bijna elke collectie op.

Het Nederlandse duo Viktor & Rolf kon op meer applaus rekenen. Het overtrof zichzelf opnieuw met een wervelend showspektakel. Op de catwalk verscheen een model in een koninklijke, zwarte mantel met een hoog opstaande kraag in electric blue. Uniformjasjes met opgezette zakjes en pantalons met Argyle-ruiten. Lange rokken met korte jasjes en een hoge hoed gaven een statig silhouet. Blauw kreeg steeds meer de bovenhand. Geprojecteerd op twee levensgrote schermen werd kleur vervangen door beelden van de zee en een veld vol bloemen… Surrealistisch. Met uitzondering van hun hoofd, armen en benen werden de modellen plotseling wandelende landschappen. Het beeld van een adelaar die naar beneden schiet om zijn prooi te vangen – een stofwolk boven New York – helikopters. In crescendo verschenen almaar meer zakjes, net zoals de strikken van vorig seizoen. De finale: een uniformjas met mouwen die door de veelheid van zakjes de proporties aannamen van een ingebouwd munitiedepot. Powerdressing kreeg plots een heel nieuwe betekenis.

Ook bij andere ontwerpers was de invloed van 11 september duidelijk te voelen. Er werd beschutting gezocht in protective clothing. Stormjassen boden bescherming bij Celine. Tricotwikkels werden om het lichaam gedrapeerd bij Yohji Yamamoto. Bij AF Vandevorst verdwenen modellen in oversized bomberjacks en dikke sjaals. Een capuchon in chiffon bedekte als een sluier het gezicht van de modellen bij Ann Demeulemeester. Jean-Paul Gaultier deed hetzelfde met Ottomaanse bonthoeden die werden overtrokken met tule. Op zijn catwalk verschenen ingeduffelde meisjes die zich laagje per laagje ontkleedden. Een bodywarmer over een parka met uitvergrote kap – matelassé tops over een blouse in chiffon – grote donsdekenjassen en beenwarmers. Alles werd keurig opgehangen op een draaiend kledingrek. ” It’s my beautiful launderette“, zei hij na afloop.

T om Ford ziet de zaken minder lieftallig. De Texaanse wonderboy heeft duidelijk last van een sombere bui. Net als bij Gucci zette zwart de toon bij Yves Saint Laurent. ” Break another piece of my heart, baby” schreeuwde Janis Joplin, terwijl modellen met wild gecrepeerde chignons en haast onopgemaakte gezichten op de catwalk verschenen. Een schril contrast met de kleding die onvervalste glamour uitstraalde. Sexy varianten op La petite robe noir, afgewisseld met slanke fluwelen mantelpakjes en strakke kniebroeken gecombineerd met transparante blouses met volumineuze mouwen. Stoere jassen in leder, perfecto’s en lange mantels in rijk fluweel passeerden de revue. Kortom, de klassieke waarden van het huis YSL in een hedendaags jasje gestoken.

Tom Ford was dus niet de enige die terugdook in het verleden. In deze tijden van onzekerheid gingen veel ontwerpers op zoek naar hun eigenheid. Zo keerde Junya Watanabe terug naar de deconstructieve stijl, zo typisch voor de Japanse mode begin jaren tachtig. Bij Comme des Garçons hulde Rei Kawakubo – na een wit intermezzo voor de zomer – zich opnieuw in het oude, vertrouwde zwart.

Veronique Branquinho vond inspiratie in haar lievelingsboek, Jane Eyre, en tekende een dromerige, fragiele collectie. Martin Margiela experimenteerde onverstoorbaar verder. Dit seizoen naaide hij trenchcoats en bontmantels aan elkaar om te komen tot één jas met vier mouwen. Margiela verliest nooit zijn gevoel voor humor en stelde met een zekere zin voor ironie twee handtassen voor, overtrokken met simpel katoen, maar tijdens de show voorgesteld als kunstwerken onder een glazen stolp. Een knipoog naar de luxeconglomeraten als LVMH.

Trouwens, ook daar niets nieuw onder de zon. Marc Jacobs presenteerde voor Louis Vuitton een uiterst commerciële collectie – brave tailleurs afgewisseld met sportieve parka’s en pilotenjassen – waarbij de accessoires – satijnen pumps en kleine avondtasjes in fel paars – de kleuraccenten gaven.

Bij Christian Dior verscheen opnieuw de folklorecaravan, maar in tegenstelling tot vorige seizoenen ontaardde het ditmaal niet in een carnavalpartij. Integendeel, de collectie was mooi uitgebalanceerd. Met uitzondering van de Peruaanse mutsen met hanenkam presenteerde Galliano prachtige, draagbare silhouetten: kleurrijke patchworkmantels in bont, zwierige rokken met rijke borduursels en cardigans in dik tricot.

Ook bij Dries Van Noten veel cardigans en brede laagjesrokken, alleen was hier het kleurenpalet iets gedempter. De modellen leken op de dochter van de boswachter. Om misverstanden te vermijden, was voor alle duidelijkheid de zaal van de Ecole des Beaux Arts behangen met reuzenposters van een bos dat ontwaakt bij het ochtendgloren. Er is geen betere plaats om tot bezinning te komen.

Belgen maken furore

Vive la Fête was niet de enige nationale trots die tijdens de modeweken van zich liet horen. Minder luidruchtig werkte Patrick Van Ommeslaeghe dit seizoen voor de eerste keer achter de schermen bij Pucci. En zowaar, verscheen daar toch niet een aantal capuchons in een voor het overige, redelijk klassieke collectie?

Minder in de stilte, maar voluit in de schijnwerpers stond José Enrique Ona Selfa, oud-student aan La Cambre, met zijn debuut bij het Spaanse luxelabel Loewe. Daarnaast presenteerde hij ook een collectie onder eigen naam, die uitblonk in elegante vrouwelijkheid. Bruno Pieters besloot dat hij na enkele seizoenen haute couture klaar was voor prêt-à-porter en bewees dat vooral met originele patchworktruien.

En dan waren er nog de nieuwkomers, zij die voor de eerste keer hun opwachting maakten in Parijs. Allemaal zijn ze oud-student van de Antwerpse Modeacademie, maar daar stopt dan ook elke vergelijking.

Tim Van Steenbergen stelde zijn conceptuele wereld voor in het Musée de la Mode. Op een foto loopt een traan over de wang van een meisje. De traan wordt gekristaliseerd in een juweel. Het juweel vervolgens geïntegreerd in een jurk. Voor Van Steenbergen is mode een ruim begrip.

Eric Verdonck ontpopte zich naar eigen zeggen als stalker en dook met zijn modellen te pas en te onpas op bij het begin van verschillende defilés. In zijn collectie liep alvast één rode draad: tricot en nog eens tricot. Zowel voor hem als voor haar.

Souâd Feriani besloot dat het na vijf jaar bij het Belgische modemerk Mayerline tijd was om haar vleugels open te slaan. Maar volledig breken met het verleden doet ze niet. Vandaar een elegante damescollectie die gaat tot maatje 48.

Haider Ackerman maakte indruk met een defilé dat uitblonk in haar eenvoud. Maar schijn bedriegt. Strakke tricotjurken worden kunstwerkjes door fijne smokdetails, een kort jasje eindigt in een gedrapeerde kraag en hier en daar worden oosterse motieven geborduurd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content