Voor Céline is Michael Kors de prins op het witte paard. Het bijna zestigjarige modehuis werd door zijn creatieve kus opnieuw gewekt en is weer levendig als een jonge juf en chic als een dame van stand.

M ichael Kors wordt soms de best ingeburgerde American in Paris genoemd. Met vaardige hand leidt hij het befaamde Parijse huis Céline, dat opgericht werd op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Michael Kors komt uit New York en werkt voor Céline sinds 1997. Door toedoen van deze Amerikaan ontwaakte deze Schone Slaapster uit een diepe slaap. De collecties van Céline zijn het resultaat van een slimme mix tussen de kwaliteiten eigen aan het huis (eersteklas materialen, vakmanschap van de bovenste plank, zin voor elegantie en comfort, discrete luxe, enzovoorts) en het talent van de onbetwiste meester inzake chique Amerikaanse sportswear. Het vernieuwde enthousiasme voor Céline heeft ongetwijfeld ook te maken met de manier waarop Michael Kors hedendaagse en tijdloze ontwerpen tekent die een vrouw stijlvol kleden, zonder er te gek of te braaf uit te zien.

Céline mag dan van 1945 zijn, het merk heeft zelden zo’n trendy en jong imago gehad, en dat heeft het ook te danken aan Jean-Marc Loubier, directeur-generaal ervan. “Voor de komst van Michael Kors had ik de indruk dat Céline een beetje ter plekke trappelde. Maar de jongste vier jaar wint het label op alle fronten. Wij werden opnieuw belangrijk in de modewereld en dat is te verklaren door een geslaagde osmose tussen traditie en vindingrijkheid”, verklaart Jean-Marc Loubier. Het dynamisme van Céline blijkt ook uit het openen van nieuwe winkels zowat overal ter wereld, en binnen afzienbare tijd telt het merk duizend verkooppunten. De toverformule waaraan Céline het succes te danken heeft: teamgeest, het uitwisselen van ideeën en de gedrevenheid om vooruit te komen.

De kleding van Céline – waarvoor zowel deftige bourgeoises als modefreaks een ommetje maken – is voortaan ook in België verkrijgbaar. Elegante dames van hier kunnen de herfst- wintercollectie ’01-’02 nu ook van dichtbij bewonderen. De krachtlijnen van het nieuwe gamma zijn geïnspireerd op sterke persoonlijkheden als Katharine Hepburn, Marlene Dietrich, Charlotte Rampling, Kristin Scott Thomas of Chloe Sevigny. De nieuwe collectie zwalpt tussen de wereld van de marine en hippe chic: ontspanning met allure. De creaties van Michael Kors evolueren tussen strak en vlot, en combineren dik tweed, gekookt kasjmier en rustieke wol met heel fijne lingerie.

Michael Kors woont eigenlijk in New York, in een loft in Greenwich Village, waar hij sinds 1981 ook een collectie onder eigen naam presenteert. Met evenveel schwung staat hij in voor de creatieve campagnes van Céline in Parijs. Zijn agenda lijkt meer op een slagveld, maar Michael Kors is de vriendelijkheid in persoon en heeft een onverwoestbare zin voor humor. Als geen ander slaagt hij erin de vaak elektrische sfeer binnen een modeteam te ontladen, vooral wanneer men zich uit de naad (!) werkt voor nieuwe ontwerpen, talrijke pasbeurten en achtereenvolgende aanpassingen van prototypes.

Vrouwen aankleden, daar houdt hij werkelijk van. Maar hij is altijd in a hurry, haast zich voortdurend van hot naar her en beweert dat hij, als frequent flyer, meestal tussen twee continenten ‘hangt’. Hij rent (vaak letterlijk) tussen pasbeurten, afspraken met leveranciers, briefings over de zomercollectie 2002 die in oktober aanstaande in Parijs wordt voorgesteld. De man aan het hoofd van Céline heeft nauwelijks tijd om even op adem te komen. Maar voor Weekend Knack nam hij even de tijd.

Wat heeft u het sterkst gemotiveerd toen u bij Céline begon? Een befaamd label nieuw leven inblazen? De uitdaging of de buitenkans om in Parijs te kunnen werken?

Michael Kors: Veel labels zijn ervan overtuigd dat ze invloed hebben, maar de meeste hebben veel minder in hun mars dan ze zelf geloven. Céline daarentegen, met zijn lange geschiedenis in Parijs en overal ter wereld, heeft mijn ogen geopend voor een heleboel dingen. Ik leerde er de verschillende afzetgebieden kennen, om maar iets te noemen. New York en Milaan zijn wel belangrijke modesteden, maar eigenlijk gebeurt alles in Parijs. Zowel wat creativiteit, vindingrijkheid en dynamisme betreft, is deze stad richtingbepalend. De andere volgen. Bovendien is Parijs the place to be voor creatievelingen, vanwaar ook ter wereld. Uw eigen landgenoten bijvoorbeeld: die zitten er allemaal. Het is een beetje zoals met de film. Als een langspeelfilm in eigen land populair is, prima. Als dat ook zo is in de Verenigde Staten, dan ben je zeker van internationale naam en faam. Zo gaat dat ook met mode, met dat verschil dat Parijs de draaischijf bij uitstek is. Daarnaast zijn er ook de intrinsieke kwaliteiten van Céline: de schitterende materialen, de afwerking, et cetera. Die dingen trokken mij aan, precies omdat ze niet uitgesproken trendy zijn maar tijdloos, emotioneel geladen en voorbestemd om nog lang te evolueren.

Is er een verband tussen Céline voor en na Michael Kors?

Céline was en is is een van de enige Franse modehuizen voor chique sportswear. Sportswear – vrouwen kleden voor het ‘echte’ leven – is altijd al mijn doel geweest. Daarom heb ik ook de oorspronkelijke geest van Céline bewaard. Mijn opdracht was om die verworvenheden te moderniseren.

Tegenwoordig is ‘vintage’ het nieuwe sleutelwoord. Vindt u uw eigen ideeën terug in de archieven van Céline?

Goede vraag. Net nu zijn we druk bezig met het samenbrengen van de archieven van het huis. Niet simpel: in onze sector, en in andere kunstambachten, denkt men niet meteen dat creaties ooit historisch erfgoed zullen worden. Maar omdat ik graag grasduin in de fabelachtige vintage shops van Londen en New York val ik geregeld op kledingstukken ontworpen door Céline. Natuurlijk hebben die oude collectiestukken een invloed op mijn werk, dat ontken ik niet. Vooral als ze gedragen worden door zeer jonge mensen, omdat die zich helemaal anders gedragen.

Is het waar dat u, voor u aan uw eigen creaties begon, altijd een klassiek model van Céline bestudeerde?

Dat klopt. Meer in het algemeen heb ik veel aandacht voor de vragen die een vrouw zich stelt in verband met haar kleding, haar handtas, haar schoenen. Ik geloof niet dat die vragen veranderen; het zijn de antwoorden die evolueren. Om een voorbeeld te geven: Céline is befaamd om sweaters van kasjmier en onberispelijke rokken. Maar de sweaters en de rokken van weleer waren helemaal niet sexy en de stof niet bepaald modern. Dat neemt niet weg dat de ideeën erachter heel interessant zijn.

U als Amerikaan: wat valt u het meest op in Europa?

Hoe klein de wereld geworden is. Een global village, inderdaad. Als iets ergens bijval kent, dan is dat meteen ook een succes in Hongkong, New York, Parijs of Londen. De clientèle van Céline, bijvoorbeeld, heeft ongeveer dezelfde leefstijl, waar ook ter wereld. Toch zijn er fundamentele verschillen tussen Parijs en New York. Hier nemen de mensen de tijd om te ‘ademen’, het gaat er hier veel minder koortsachtig aan toe dan in New York. In Parijs zal men al eens een tandje bijsteken, terwijl sommige mensen in New York ook op zoek zijn naar meer levenskwaliteit, naar ‘europeanisering’. Mijn landgenoten staan nu meer open voor lekker eten, mooie architectuur en verkiezen kwaliteit boven kwantiteit.

Waarom brengt u niet meer tijd door in de Franse hoofdstad?

Ik ben elke maand in Parijs, lanceer mijn eigen collectie Michael Kors in Italië, ben vaak voor zaken in Azië, mijn moeder woont in Los Angeles. Geografisch gezien is New York ideaal gelegen voor mijn omzwervingen. Het is tenslotte mijn geboortestad, de plek waar ik mijn wortels heb. Ik reis enorm veel en heb fabelachtige plekken bezocht, maar telkens als ik terugkom in New York en er de sfeer opsnuif, weet ik dat ik nergens anders zou kunnen leven.

Men zegt dat klanten van Céline anno 2001 ook kopen bij Gucci en bij de extravagante Roberto Cavalli. Vindt u dat een correct beeld?

Voor ik bij Céline kwam, werd het label gedragen als total look en dat is niet meer zo bij de eigentijdse vrouw. De ‘nieuwe’ vrouw gaat overal een kijkje nemen. Ze combineert een jasje van Céline met een T-shirt uit een warenhuis, een pantalon van bij Lacroix of een jeans en met Cavalli-schoenen. Die vrouw is verleidelijk en elegant, maar op een veel natuurlijker manier dan vroeger. Haar leven in korte tijd flink geëvolueerd: ze is voortdurend in beweging, reist veel en is van alles goed op de hoogte. Ze staat ook open voor wat zich in de kunst, de literatuur en de film afspeelt. Ze is ongeduldig en dat staat haar goed. Ze is een pragmatische hedoniste.

Uw moeder heeft een belangrijke rol gespeeld in uw carrière. Was zij uw muze?

Ongetwijfeld! Als kind denk je dat alle ouders gelijk zijn. Maar nu besef ik hoe anders mijn moeder was en nog altijd is: zeer assertief, openhartig, zelfstandig. In haar jeugd was ze een gesofisticeerde vrouw, een echte trendsetter en ook als rijpe vrouw straalt zij jeugdigheid uit. Een attitude die precies overeenstemt met die van mijn klanten.

Vroeger moest een vrouw zich kleden volgens haar leeftijd. Nu heeft dat geen belang meer. Er zijn vrouwen van zestig die een slanker figuur hebben dan sommige meisjes van twintig. Mijn moeder houdt nog altijd van mooie kleren, maar ze heeft voldoende persoonlijkheid om geen fashion victim te zijn. Dat is ongeveer mijn definitie van de vrouwen die klant zijn bij Céline: ze hebben belangstelling voor alles wat nieuw is en voor creativiteit, maar blijven trouw aan hun eigen persoonlijkheid en voelen zich goed in hun vel.

Wanneer wist u dat mode uw leven zou bepalen?

Ik denk dat ik veertien was. Ik droomde van twee dingen: acteur worden of ontwerper, maar kon niet kiezen. Dus trok ik naar een filmschool. Daar klom iemand van mijn medeleerlingen het podium op en zong en danste fenomenaal goed. Ik zei bij mezelf: ‘Michael, jij bent hier niet op je plaats. Als het zo voortgaat, eindig je nog als ober.’ Ik hield wel van mode en als ik het niet zou maken als ontwerper, dan hield ik toch liever een boetiek open dan glazen te wassen in een bar. Dus ging ik een opleiding volgen voor stylist.

U was in die tijd zelf een ‘fashion victim’.

Een catastrofe. Ik wilde altijd het allerlaatste snufje en ruïneerde me aan kleding. Ik was trendissimo en ik hoef daar niet beschaamd over te zijn: toen was ik dat op het juiste ogenblik en daarna ben ik geëvolueerd. Nu word ik veeleer aangesproken door de kwaliteit van een kledingstuk, de schoonheid van het materiaal waaruit het vervaardigd is en de afwerking. Weet je, mode is zoals schilderkunst. Je kan geen behoorlijk abstract werk maken als je niet eerst andere dingen hebt leren tekenen. Zo is het even moeilijk aan een klassiek kledingstuk te ‘knutselen’ als je niet weet wat trendy is.

U bent snel en zeer sterk geëvolueerd, zoals de huidige mode.

Twintig jaar geleden was mode een soort kunstdiscipline voor de elite, beoefend door lieden die zich allerminst afvroegen of een kledingstuk comfortabel om te dragen was of gemakkelijk in een koffer kon. Vandaag staat mode gelijk met manier van leven. Mensen willen wel trendy zijn, op voorwaarde dat je hen iets aanbiedt dat ook comfortabel zit.

Is het moeilijk om met beide voeten op de grond te blijven in de modewereld?

Het allerbelangrijkste is volgens mij ’s avonds de deur van je atelier achter je dicht te trekken en je beroep te ‘vergeten’. Na mijn werkdag omring ik me niet met fashionista’s en topmodellen. Ik zoek vrienden op die niets met mode te maken hebben.

Ik vind ook dat mode inspiratie moet zoeken in het dagelijks leven. Ik weet dat sommige ontwerpers zich uit de werkelijkheid terugtrekken. Wie hun kledingstukken bekijkt, vraagt zich af waar en wanneer men zoiets kan aantrekken. Ik neem af en toe een frisse duik in het echte leven en kijk naar mensen om me heen. In een luchthaven sluit ik me niet op in een vip- room, maar wandel ik tussen de ‘gewone’ reizigers. Dat is tenminste leerrijk.

Waar vindt u inspiratie en hoe gaat u te werk?

Mijn inspiratiebronnen zijn de vrouwen zelf. Zij die ik ken of die ik graag had gekend. Ook mijn klanten. Ik beeld me in hoe ze leven. Mijn job bestaat erin te raden wat zij zouden willen, vóór ze het zelf weten. Daaraan voeg ik elementen toe uit de mode, de politiek, de film, de kunst, het dagelijks leven. Maar ik stel me altijd in de plaats van de vrouw die het kledingstuk zal dragen. Ik denk bijvoorbeeld dat zij na een braaf modeseizoen uitkijkt naar iets leukers, misschien zelfs een ietsje extravagant. Ten slotte hecht ik veel belang aan de materialen. In mijn ogen is dat het de belangrijkste troef voor het welslagen van een collectie. Ik betast de stof, bekijk ze van alle kanten en denk erbij na welke kledingstukken ik ermee zou kunnen ontwerpen. De ene stof is prima voor dit, een andere stof voor dat. Ik ben een man met een sterk ontwikkelde tastzin. ( lacht)

‘Waarom er alleen maar rijk uitzien, als men er tegelijk rijk én leuk kan uitzien?’ is een van uw uitspraken. Maar wat doe je als je dat ‘leuk’ wel ziet zitten, maar er niet rijk genoeg voor bent?

Sommige klanten, voor wie geld geen rol speelt, dragen dag in dag uit Céline. Maar de meesten kopen één mooi kledingstuk dat ze op veel manieren combineren met wat al in hun kast hangt. Sommige ontwerpers vinden dat hemeltergend, ik vind dat formidabel. Het is een zeer moderne manier om zich elegant te kleden.

Uw clientèle bestaat uit modefreaks en discrete vrouwen uit de bourgeoisie.

Wij hebben klanten van zeventien maar ook van 71 jaar. Het is niet makkelijk een collectie samen te stellen die zulke grote verscheidenheid kan bekoren. En toch slaagt Céline daarin. Al die vrouwen hebben iets gemeen. Zijn ze jong en trendy, dan stellen ze kwaliteit op prijs. Zijn ze wat rijper, dan behouden ze een brede kijk op het leven.

Uw zomercollectie 2001 kreeg de naam ‘Sexy Surplus’ en verwijst naar de militaire wereld en uniformen. Volgende winter wordt het de marine. Ziet u de moderne vrouw met een strak en gedisciplineerd silhouet?

Het moderne leven is een en al contradictie. Vrouwen willen altijd behagen maar ook macht uitoefenen. Ze houden van vrouwelijkheid maar eisen ook comfort. In de wintercollectie zit ook een knipoog naar de bourgeois-bohémien. Vrouwen zijn altijd een beetje eclectisch als het op stijl aankomt. Ze staan niet weigerachtig tegenover een vleugje subversie. Ik sta erop dat mijn creaties charme uitstralen, warmte en een vleugje humor. Zonder zin voor humor kan je dit beroep niet naar behoren uitoefenen.

Boetiek Céline, Schuttershofstraat 17, 2000 Antwerpen. Tel. 03-707 20 24.

Marianne Hublet / Foto’s E. Tordoir

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content