Begin juni is de moeder van de performancekunst, Marina Abramovic, te gast in de Serpentine Gallery in Londen. Gevraagd naar wat ze nu, na haar spectaculaire overzichtstentoonstelling in het MoMa in New York (2010) gaat doen, zei ze: Niets, absoluut niets.” Vijfenzestig dagen lang, zes dagen per week, acht uur per dag zal Marina helemaal niets doen. Bezoekers van de galerie zullen al hun bezittingen moeten achterlaten en zonder gsm, handtas, camera of wat dan ook de confrontatie aangaan met de kunstenares. Zegt Abramovic: “Ik ben alleen met het publiek, het publiek is mijn werkmateriaal.” Rauwer en puurder kan niet. Het wordt een variatie op haar werk The Artist is Present, waar bezoekers op een stoel tegenover Abramovic konden plaatsnemen en haar recht in de ogen konden kijken. Maar nu zijn zelfs die stoel en die blik er niet. De artieste en haar publiek maken samen de performance. Een onthutsende ontmoeting lijkt me, spannend ook. Een performance die de kunst en de kracht van het nietsdoen illustreert.

We denken allemaal dat we het kunnen: nietsdoen. Op onze rug liggen en naar de wolken kijken. Maar eigenlijk is het best moeilijk om niet even de gsm te controleren, of snel te kijken wat voor weer het wordt, want die wolk ziet er best donker uit. Het vraagt enige oefening, echt niets doen en je hoofd leegmaken. Er zijn mensen die er les in geven, en dan heet het meditatie.

De voorbije week deed ik een Mayrkuur (goed voor de ontgifting). Dat houdt in dat je weinig eet, maar ook dat je weinig doet, om je lichaam en je geest de kans te geven om te detoxen. En het is verbazend hoe moeilijk bewust luieren is. Ik denk dat het twee dagen geduurd heeft voor ik het gevoel kwijt was dat ik moest lezen/bellen/een boek schrijven/een marathon lopen, en gewoon kon wegdrijven in het perfect lege moment.

Maar nietsdoen wint aan terrein. De professoren Rom Y. Schrift en Jeffrey R. Parker, bewezen in een onderzoek dat de keuzemogelijkheid ‘Ik doe niets’, proefpersonen stimuleert om hun keuze vol te houden. Voeg aan het rijtje ‘Ik kies voor gym A of gym B’, de keuze ‘Ik doe helemaal niks’ toe en de proefpersonen blijken gemotiveerder dan ooit om naar een gym te gaan.

Luieren is hard werk. En niks doen werkt alleen als er na het stilzitten weer beweging komt. Want eigenlijk zijn we niet geprogrammeerd voor inertie, we willen dynamiek, daden stellen. Anders zijn we slechts bezig met het ‘doden’ van de tijd. Als dat niet pijnlijk is.

Lene Kemps – lene.kemps@knack.be

We denken allemaal dat we het kunnen: nietsdoen. Op onze rug liggen en naar de wolken kijken. Maar eigenlijk is dat verbazend moeilijk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content