De kracht van de jager

Veertig jaar hebben autofans moeten wachten op de opvolger van de Jaguar E-type, een rijdende legende.

De F-type mag dan minder sculpturaal ogen, in alle andere opzichten is hij beter, comfortabeler en sneller.

Slechts weinig auto’s in de geschiedenis lieten een zo overweldigende eerste indruk na als de Jaguar E-type op het salon van GenĆØve in 1961. Journalisten van The Autocar die de auto van Coventry naar het salon reden, haalden onderweg een top van 241 kilometer per uur. Hun collega’s waren het erover eens dat deze wagen op verschillende vlakken een kwantumsprong voorwaarts betekende. De E-type was niet alleen sneller dat de meeste andere sportwagens, hij kreeg een stalen buizenchassis mee, onafhankelijke ophanging achteraan, en werd voor 2250 pond verkocht. Terwijl voor een Aston Martin DB4 in die dagen 4000 pond moest worden neergeteld, en voor een Ferrari 250GT zelfs 6600 pond.

Velen waren gecharmeerd door zijn lijn, waarvoor aerodynamicaspecialist Malcolm Sayer verantwoordelijk was. Die liet zich duidelijk inspireren door de Alfa Romeo Disco Volante en door zijn eigen D-type, die eerder de 24 uur van Le Mans gewonnen had. De E-type viel op door zijn vloeiende, eenvoudige lijnen. Sayers haatte de omschrijving stylist en stond erop dat hij aerodynamist genoemd werd. Hij debuteerde in die functie bij Bristol Aircraft en noemde de E-type de eerste mathematisch ontworpen productieauto.

De wagen kreeg rondom schijfremmen mee, en om zijn zeer brede, elegante en gebogen voorruit vrij te houden van regenwater waren drie ruitenwissers nodig. De sleuven op de motorkap waren evenmin decoratief : ze waren broodnodig voor de koeling van de zescilinder, die de neiging had om oververhit te raken. De spaakwielen gaven de auto niet alleen een aristocratisch tintje, ze hielpen de grote schijf-remmen koel te houden. Alleen de smalle, verchroomde bumpers achteraan waren een lachertje : ze boden niet de minste bescherming bij een botsing.

Alhoewel de E-type niet bedoeld was voor de racerij, maakte Jaguar op vraag van enkele gentlemen racers twaalf lichtgewichtexemplaren, waarvan zowel het chassis als het koetswerk en de zes-in-lijnmotor van aluminium waren. Ze wogen niet meer dan 1151 kilo. Een ervan haalde in 1963 een negende plaats in de 24 uur van Le Mans.

Op de New York Autoshow in april 1961 ging een man recht op de wagen af, en sprak de historische woorden : ?I want that car and I want it now.” Die man was Frank Sinatra. Later vielen ook Brigitte Bardot, Steve McQueen, Georgie Best en Tony Curtis voor de E-type, die Enzo Ferrari himself de mooiste auto ter wereld noemde, met zijn gigantische neus met een motorkap die in Ć©Ć©n stuk naar voren kantelde, en zijn zeer elegant aflopende achtersteven met de opmerkelijke, zijdelings openende achterklep.

DE OPVOLGER

Veertig jaar later is men bij Jaguar die racers niet vergeten: de F-type kreeg een aluminiumconstructie die het gewicht tot 1597 kilo beperkt. Voor het interieur werd inspiratie gevonden bij gevechtsvliegtuigen, en daarom werden de bedieningsknoppen per functie gegroepeerd, kreeg de auto een joystick om te schakelen, en zijn er wegduikende luchtinlaten en een cabine met een asymmetrische vorm. Maar zal hij dezelfde emoties oproepen als de E-type ?

Ian Callum heeft als designer een indrukwekkend palmares. Hij zette de lijnen uit voor de Aston Martin DB7, tekende Jaguars nieuwste generatie, en werd drie jaar geleden aangezocht om een opvolger te bedenken voor de legendarische E-type, waarvan de productie in 1973 ophield nadat er meer dan 72.000 stuks waren verkocht. ?Als ik aan de E-type terugdenk, komen me woorden als mooi, opwindend, dramatisch, zeer pittig en sexy voor de geest”, zegt Callum na enig aandringen.

En welke eigenschappen wilde hij voor de F-type ? ?Dynamisch, krachtig, sterk, zelfverzekerd, maar ook mooi en opwindend. Opwindend om mee te rijden, dat zeker. Maar minder dramatisch van vorm dan toen, omdat designers omwille van de vele voorschriften nu in een veel strenger keurslijf gehouden worden. De E-type kun je niet opnieuw bouwen. De bolronde vormen waren alleen mogelijk omwille van het smalle spoor, terwijl je om echt hard te gaan een breder spoor nodig hebt, en dan moet je daar andere wielkasten bij bedenken. Als je de andere auto’s uit de jaren zestig bekijkt, bezat geen enkele dat zeer typische, dramatische uiterlijk. Je kunt nu wel een veel betere, veel efficiĆ«ntere en veel snellere auto bouwen, maar tientallen regeltjes verhinderen je om uit te pakken met die exuberante vormen. Omdat je rekening moet houden met de voetgangersbescherming, met de plaats van de lichten die nu strikt bepaald is, met de inclinatie van de vooruit, de lijn van de motorkap en de nodige ruimte voor al de airbags, met de kreukelzones en de Amerikaanse regels voor passagiers die geen gordel willen omdoen, of met de verlichting van de nummerplaat. Die beperkingen gelden voor iedereen en zijn erop gericht levens te redden, maar ze zetten wel een demper op de creativiteit. Want extra veiligheid zorgt voor extra massa en extra gewicht.”

?De F-type zal het verschil maken door zijn optimale gewichtsverdeling, door de verhoudingen, door het sex- appeal, dat zich zo moeilijk laat omschrijven. En door een zekere soberheid. De medewerkers van Sir Lyons waren ambachtslui die gevoel hadden voor het sculpturale. Ze hamerden een metalen plaat op een houten mal die ze eerst eindeloos hadden bijgeschaafd op instructies van de grote baas, die vooraf de globale lijnen had uitgezet. Zelf hou ik meer van less is more en heb een hekel aan willekeurige zijlijnen. Er komt veel wiskunde bij kijken om een uitgekiende aerodynamica neer te zetten, en je wil het ontwerp vooral dirigeren in de richting die je voor ogen hebt.”

?Toen ik de Aston Martin DB7 ontwierp, ontdekte ik dat je alleen verder kwam als je meedogenloos was voor jezelf. Wanneer je steeds opnieuw gaat kijken, voor de honderdste keer rond de wagen loopt, en telkens nieuwe invalshoeken ontdekt, kleine verbeteringen die je kunt aanbrengen. Maar klaar ben je nooit, want die oefening duurt eindeloos voort. Als ik diezelfde oefening nu met mijn medewerkers opnieuw doe, hanteer ik maar Ć©Ć©n zin : ‘No, take it away.’ Omdat je bij de essentie wilt blijven en daarvoor is discipline nodig. De discipline van het schrappen.”

?Omwille van de centen moet je uiteraard proberen de risico’s te beperken. Maar dat mag je niet beletten om je vleugels uit te slaan. Je moet durven. Het moeilijkste is om de verhoudingen goed te krijgen, de overhangen kort en vooral om het dak laag te houden. We hebben ervoor gevochten om de F-type niet hoger te maken dan een Porsche Boxster, terwijl we toch een Jaguar wilden. Natuurlijk tekenen we allemaal een beetje de auto die we zelf zouden willen, maar mijn echte objectief is een auto die mensen begrijpen. Er zijn veel mensen die van Jaguar houden. Enthousiastelingen over de hele wereld, van alle leeftijden, die een Jaguar kopen voor wat hij is. Die hebben veertig jaar gewacht op de opvolger en geef nu toe : dat is een heel lange tijd.”

Die enthousiastelingen hebben de keuze tussen een 3-liter-V6-motor, al dan niet aangeblazen door een turbo, en een potente V8, waarmee de F in 4,2 seconden uit stilstand naar 100 kilometer per uur snelt en een top van meer dan 300 kilometer per uur haalt (omwille van enige politieke correctheid werd hij tot 300 kilometer per uur gelimiteerd). Daarmee komt hij zonder blozen in Ferrariland. Om de elegante Brit tegen die snelheden op de weg te houden werd een actieve spoiler gemonteerd, terwijl een adaptive dynamics-systeem 500 keer per seconde de ophanging regelt. De F mag er dan minder dramatisch uitzien dan zijn voorganger, zijn prestaties zijn des te indrukwekkender.

DOOR PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content