Op 1 januari 2007 wordt Bulgarije lid van de Europese Unie. “Het kan alleen maar beter gaan”, hoopt een student in de stad Veliko Tarnovo. Met zijn stranden, skigebieden, natuurschoon en historische sites heeft het Balkanland troeven om buitenlandse bezoekers te bekoren.

+

Westerse toeristen hebben alvast de weg naar de Bulgaarse kust gevonden. Van de luchthaven van Boergas brengen autocars van grote chartermaatschappijen hun gasten naar ontelbare hotels langs de Zwarte Zee. Aan het zonnestrand schieten de appartementen en luxehotels, discotheken en casino’s, fastfoodtenten en een tropisch zwemparadijs als paddenstoelen uit de grond. Bulgarije het armste land van Europa ? Dan zeker de kuststreek niet. Hier wordt volk verwacht. Veel volk. Met veel geld.

Ik laat de drukte achter mij, en reis door naar de grensstad Ruse. Bij de Donau spelen bejaarde Bulgaren er in bloot bovenlijf schaak, terwijl hun vrouwen op de gebetonneerde oever van de zon genieten. Duitse toeristen op het luxueuze cruiseschip lijken niet erg enthousiast om hun zonnedek te verlaten. Ongelijk hebben ze. Want achter de rommelige kade, blijkt Ruse een uiterst bevallige stad met gebouwen uit de Oostenrijks-Hongaarse periode. De mix van renaissance en neobarok in het straatbeeld, bezorgde Ruse de bijnaam “klein Wenen”. Dankzij het Beautiful Bulgaria Project, een samenwerking tussen de EU, de Verenigde Naties en de Bulgaarse overheid, worden de belangrijkste historische gebouwen gerestaureerd. Dat zorgt niet alleen voor werk, maar moet in de toekomst ook het toerisme bevorderen.

Zes kilometer stroomafwaarts vormt de indrukwekkende Vriendschapsbrug de belangrijkste grensovergang tussen Bulgarije en Roemenië. Drie kilometer lang en dertig meter boven de rivier, is dit gevaarte de grootste stalen brug in Europa. Treinen en vrachtwagens denderen over twee verdiepingen heen en weer. De grens te voet oversteken is verboden.

De naam van de brug is gedateerd, want de relatie tussen Bulgarije en Roemenië bekoelde de jongste jaren. De versleten industrie van de Roemenen veroorzaakte meermaals ernstige waterverontreiniging. Daar maken de vissers zich alvast weinig zorgen over. In de schaduw van de brug halen ze elke avond met een overmaats schepnet een flinke lading vis uit de majestueuze rivier.

ARCHEOLOGISCHE SCHATKIST

Ik spoor naar Veliko Tarnovo. De oude trein schuift snerpend en met open portieren door het heuvellandschap. Passagiers leunen door de raampjes, en laten hun haren strelen door de wind. Een conducteur met een grote rode kepie steekt een sigaret op terwijl hij de kaartjes knipt.

Veliko Tarnovo is met zijn smalle straatjes en traditionele huizen, een van de meest pittoreske steden in Bulgarije. Als een hoefijzer meandert de rivier Jantra in een diepe kloof door de stad. Blikvanger is de ruïne van de Tsarevets Citadel, een restant van het Tweede Bulgaarse Rijk, waarvan Tarnovo de hoofdstad was. In de dertiende en veertiende eeuw was Tarnovo, na Constantinopel, de belangrijkste stad in de streek. In 1908 werd in Veliko Tarnovo de onafhankelijkheid van Bulgarije uitgeroepen, waardoor de stad eens te meer aan historisch belang won.

Gelegen op een heuvel, biedt de citadel een prachtig panorama over de middeleeuwse stad. De massieve Boudewijntoren kijkt uit op de open vlakte beneden aan de rivier. “In de middeleeuwen verhandelden de marktkramers hun goederen hier”, vertelt Roumen, student archeologie me. “Die plek is een archeologische schatkist, maar er is geen geld voor opgravingen. Van alle historische sites in Bulgarije is slechts vier procent blootgelegd. Erg jammer, maar wat wil je in een land waar een leraar niet eens 100 euro per maand verdient ?” Er klinkt frustratie in Roumens stem. Maar ook hoop op een betere toekomst. “In 2007 worden we lid van de Europese Unie. Vanaf nu kan het alleen maar beter gaan.”

Op zoek naar een hotelkamer word ik even later aangeklampt door Annie, een vrouw van middelbare leeftijd. Als een ervaren tippelaarster schuimt ze elke dag de straten af op zoek naar toeristen. Want sinds haar kinderen de deur uit zijn, heeft ze enkele kamers op overschot. Voor een overnachting met ontbijt vraagt ze 10 euro. Elke extra bron van inkomsten is welkom. Ik ga op haar aanbod in en krijg een breed bed in een charmant herenhuis.

PARADIJSHUT

De trein sjokt langzaam doorheen de Stara Planina, de bergketen die Bulgarije van oost naar west doormidden snijdt. Ik wil de Botev beklimmen, met zijn 2376 meter de hoogste van de keten. Uitvalsbasis voor die tocht is het slaperige stadje Kalofer. Een spuuglelijk standbeeld van Bulgaars volksheld Hristo Botev, naar wie de berg is genoemd, domineert het centrum. Verzetsleider Botev sneuvelde in 1876 in de strijd tegen de Turkse bezetting. Vandaag heeft elke Bulgaarse stad wel een Botevstraat of -plein.

Het is een zonnig weekend en ik ben niet de enige klimmer. Ik passeer verscheidene groepjes trekkers, met omvangrijke rugzakken, op weg naar de top. Voor veel Bulgaren is wandelen een geliefkoosde vrijetijdsbesteding. Ten tijde van het communisme werd de wandelsport gepromoot met een uitgebreid netwerk van wandelpaden en hutten of hizha’s. “Skiën is voor de rijken”, zegt een man me onderweg. “Wandelen is voor iedereen.”

Aangeduid door likken verf op bomen en rotsen, volgt het pad de bergflank door een beukenbos. Dit traject wordt Dzendema genoemd, de Hel. Het is een vermoeiende klim, waaraan geen einde lijkt te komen. Het is al avond wanneer de laatste berghut voor de top verschijnt. Hizha Ray, of de Paradijshut, ligt 1540 meter hoog en kijkt uit over de vallei, die lange tijd onzichtbaar was door het dichte loof. Vermoeide trekkers van alle leeftijden genieten in het gras van de laatste zonnestralen. Even later jaagt een frisse bries iedereen naar binnen. De eetzaal zit overvol. De hut telt honderd bedden, en die zijn allemaal bezet. Ik bestel een stevige aardappelsoep met brood, het enige gerecht dat de keuken serveert. De Bulgaarse gasten toveren uitgebreide maaltijden uit hun rugzakken : slaatjes, kip, olijven, worst en vooral veel drank. Michael, een leraar uit Sofia, biedt me een flink glas rakia aan. “Let op,” waarschuwt hij, “zelfgestookt.”

Het duurt niet lang of de bende heft kameraadschappelijk een eerste lied aan. Hoe later het wordt, hoe ruiger de stemmen. Een uitgebreid repertorium van Bulgaarse volks- en marsliederen galmt door de hut. Het feest stopt als de flessen leeg zijn. Het is al een eind na middernacht, wanneer de dronkaards brallend de slaapzaal binnenstrompelen. Enkele vrouwen doen niet de minste moeite om hun slappe lach in te tomen. Een straalbezopen man wordt door twee vrienden in het stapelbed naast mij gelegd. Hij probeert tevergeefs zijn bergschoenen uit te krijgen, ploft dan zuchtend neer, en een walm van alcohol en nicotine daalt over me heen.

De volgende ochtend verlaat ik voor dag en dauw de ronkende slaapzaal. De top van de Botev is in een dicht mistgordijn gehuld. Het pad loopt kriskras over de natgeregende rotsen. Op de steilste plekken bieden kettingen extra houvast. Vanaf hier moet je klauteren.

Door de mist raak ik spoedig gedesoriënteerd. De verftekens zijn onvindbaar. Bovendien heeft de Botev een afgeplatte top, waardoor het niet meteen duidelijk is waar het hoogste punt ligt. Wanneer plots het silhouet van een illuster eivormig gebouw opdoemt, waan ik me even in een sciencefictionfilm. Wie denkt na twee dagen stappen rust en eenzaamheid te vinden op het hoogste punt van de Stara Planina, is eraan voor de moeite. Als meest centrale plek in Bulgarije, huisvest de berg Botev het astronomisch en meteorologisch instituut. Er staan zowaar enkele auto’s geparkeerd. Hoe die daar komen ? Aan de andere kant van de berg loopt een pesterig betonbaantje helemaal naar beneden.

BULGAARSE RENAISSANCE

Plovdiv, de op één na grootste stad van Bulgarije, laat zich lezen als een geschiedenisboek. Zowat elke beschaving uit het turbulente verleden, liet in de oude metropool sporen na. Hét pronkstuk van Plovdiv is het gerestaureerde amfitheater. Het werd pas ontdekt in 1972, toen een aardverschuiving het monument onverwachts blootlegde.

Het openluchttheater, dat plaats biedt aan zesduizend toeschouwers, zit gezellig geprangd tussen historische panden uit de periode van de Bulgaarse Heropstanding. Eind achttiende eeuw waren de gloriedagen van het Ottomaanse Rijk geteld. Het Bulgaars nationaal bewustzijn flakkerde op en gaf de versufte samenleving een culturele en economische stroomstoot. Een Bulgaarse renaissance zeg maar. Invloedrijke handelaars bouwden grootse woningen en openbare gebouwen, wat tot een specifiek Bulgaarse barokarchitectuur leidde. Typisch voor deze bouwstijl zijn de kleurrijke gevels en de overhellende hogere verdiepingen, die elkaar in de smalle straatjes bijna raken boven de hoofden van voorbijgangers. Alleenstaande huizen, zoals het sprookjesachtige etnografisch museum, hebben meestal een portaal met zuilengaanderij en een binnentuin. De mooiste historische panden zijn nu museumhuizen, soms gecombineerd met een kunstgalerij.

TERMINUS SOFIA

Mijn reis eindigt in de hoofdstad. Op de Zhenski Pazar (Vrouwenmarkt) komen elke ochtend boeren uit de omliggende dorpen hun producten verkopen. Mannen met stootkarren banen zich een weg tussen de groentekramen. Oude vrouwtjes proberen met de verkoop van bloemen, kruiden of noten hun karig pensioentje te spekken. In een overdekte markthal liggen vis en vlees uitgestald. Twee zigeuners op een paardenkar blokkeren het verkeer, hun knol weigert koppig te vertrekken. Het zou een tafereel kunnen zijn uit een film van Emir Kusturica, maar de omstanders kunnen er niet om lachen.

Van die volkse Balkanchaos is in het centrum van de stad weinig te merken. Het Largoplein wordt aan drie zijden ingesloten door monumentale gevels, waarachter de parlementsleden werken. Op het centrale grasperk wapperen de vlaggen van alle Europese lidstaten keurig op een rij. Geblindeerde auto’s rijden af en aan, de politie is alomtegenwoordig. Voor de poort van het regeringsgebouw houden twee soldaten, roerloos als wassen beelden, de wacht. Hier klopt het politieke hart van Bulgarije.

Over het vroegere hoofdkwartier van de communistische partij, nu het presidentiële paleis, doet een populaire grap de ronde : Een jongeman parkeert zijn fiets tegen de gevel van het partijgebouw, waarop een agent schreeuwt : “U mag die fiets daar zomaar niet achterlaten ! Een hoge sovjetdelegatie kan hier elk moment aankomen.” “Geen probleem,” zegt de fietser, “ik doe hem wel op slot !”

Een eindje verderop staat de oude Banya Bashi Moskee. Door de Ottomanen gebouwd in 1576, is het vandaag het enige islamitische gebedshuis dat nog wordt gebruikt in de stad. Tijdens het communisme kreeg de Turkse minderheid in Bulgarije het zwaar te verduren. De moskee werd lange tijd gesloten en Turkse inwoners werden verplicht een Slavische naam aan te nemen. Door de pesterijen weken begin jaren negentig honderdduizenden Turken uit naar Turkije. Van die etnische spanningen is vandaag niets meer te merken. Integendeel, de moskee wordt gekoesterd als onderdeel van de rijke geschiedenis van de stad en is bovendien een toeristische bezienswaardigheid. De luidsprekers op de minaret versterken tot ver in de omtrek de roep van de muezzin. Terwijl enkele Turkse mannen haastig hun schoenen uittrekken voor het avondgebed, gebaren ze dat ik gerust een kijkje mag komen nemen.

Naast de moskee bevindt zich een warmwaterbron, waaruit non-stop heet en drinkbaar water stroomt. Mensen tanken er gratis plastic flessen en bidons vol. Af en toe komt een dakloze zich wassen. Aan de overzijde van de boulevard kijkt Sofia toe. De godin van de wijsheid staat hoog op een kolom, daar waar Lenin ooit van zijn sokkel viel.

Praktisch

Bulgarije : de streek rond Boergas aan de Zwarte Zee trekt in de zomer een massa strandgasten. In de cultuursteden in het binnenland is het toerisme gelukkig minder nadrukkelijk. De nationale parken trekken vooral binnenlandse wandelaars aan. In de meeste grote steden en

Nationale Parken is er een bureau voor toerisme met goede service en meertalig personeel.

Vervoer : tussen de steden rijden geregeld treinen en bussen. Kijk uit op het

openbaar vervoer in Sofia, corrupte

conducteurs delen kwistig boetes uit aan argeloze toeristen “die geen extra ticket voor hun bagage hebben”.

Taal : enige kennis over de uitspraak van het cyrillisch alfabet is nuttig.

Reis : Bulgaria Air, Austrian Airlines, Air France en Alitalia vliegen voor minder dan 300 euro op Sofia. Soms kun je met een zomeractie van Thomas Cook voor

250 euro rechtstreeks op Boergas vliegen.

Documenten : een paspoort dat

6 maanden geldig is.

Logies : de Bulgaarse steden bieden een ruime keuze aan accommodatie, gaande van grote, luxueuze tot kleinschalige

hotels voor ongeveer 15 euro per persoon. Vaak bieden inwoners spontaan kamers aan, voor weinig geld. Voor bergtrekkings is het wel raadzaam om een bed in de berghutten te reserveren.

Reistijd : bergtochten maak je het best tussen juni en september.

Munt : 1 euro is ongeveer 2 lev.

Info : toeristische dienst Bulgarije,

Hamoirlaan 58, 1180 Ukkel, 02 374 08 66,

www.travel-bulgaria.com

Nick Hannes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content