Een tenniscollectie, een zoetjesdoos, negen wagens én een concept store. Na dertig jaar in het vak denkt de Franse ontwerper Jean-Charles de Castelbajac duidelijk nog niet aan stoppen.

:: Info : vanaf 20 januari heeft I de B Lifestore, Boulevard de Waterloo 49, in Brussel een serieuze collectie de Castelbajac te koop. www.jcdecastelbajac.com, www.lecoqsportif.com

In de rue Vauvilliers, een smal straatje vlak bij Des Halles in het eerste arrondissement in Parijs, wijzen stofwolken van slijpmachines de weg naar de bijna afgewerkte winkel van ontwerper Jean-Charles de Castelbajac. De voordeur staat open en een gang leidt naar een overdekte patio waaromheen op de eerste en tweede verdieping assistenten van de ontwerper aan het werk zijn. Boven maak ik niet alleen kennis met tientallen felgekleurde handtassen, meubelen en tapijten, maar ook met de 54-jarige ontwerper zelf. Hij is tegelijk Kuifje, Peter Pan en Le Petit Prince : ondeugend, koppig, spontaan en rechtuit. Maar ook een macho, version française wel te verstaan.

Als zoon van de twaalfde markies de Castelbajac werd Jean-Charles opgevoed volgens de adellijke principes. Zijn thuis was een kasteel in de Pyreneeën, maar het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door op een internaat. Geen wonder dat de jonge JC besloot een rebellerende biker te worden in Parijs, en hoewel hij zich verzoende met zijn familie (en met zijn ouderlijke huis dat hij onlangs opknapte) is hij daar tot vandaag nog niet mee gestopt.

In 2004 kwam JC uit met een eigen dameskledinglijn, een eau de toilette, een tenniscollectie voor Le Coq Sportif, negen versies van Smart voor de Franse markt, een doosje voor Canderel en skiuitrustingen voor Rossignol. En de nieuwe winkel. Is dat niet wat veel voor een man van 54 ? ” Quand on aime on a toujours vingt ans“, is de typisch Franse reactie. “En trouwens, mijn twee zonen zijn twintigers, mijn assistenten ook, die houden me jong. Maar de enige echte manier om jong te blijven is leven ! En ik blijf zin hebben om nieuwe dingen uit te proberen.”

Ontwerpen voor Le Coq Sportif bijvoorbeeld. “Dat is een Franse legende : grote kampioenen als Yannick Noah zijn met het merk verbonden. Het straalt authenticiteit uit. De kleine driehoek met het haantje is al sinds mijn adolescentie in mijn onderbewustzijn gegraveerd. Met die authenticiteit wilde ik eens iets moderns doen.” De Castelbajac belde het merk op en kreeg wat hij vroeg : een eigen tenniscollectie die in het voorjaar van 2005 uitkomt. “Ik heb het mezelf niet gemakkelijk gemaakt. Ik wilde immers sportkleren maken, geen hippe ontwerpen die geïnspireerd zijn op de sport. Daarom werd ik geconfronteerd met een hoop technische beperkingen. Ik hou wel van een dergelijke uitdaging.”

Zelf beschrijft hij de collectie als ” chromatique et mimétique“. Met kleuren en camouflage, helpt het vertalende woordenboek. Geen echte verrassing, want als je er logo’s, teddyberen, cartoons en woordprints aan toevoegt, kom je tot een vrij volledig kenmerkenlijstje van ’s mans 34-jarige ontwerpcarrière. En of die kenmerken in de tijdgeest paste, daar trok JC zich niets van aan. “Ik heb nooit de trends gevolgd. Ik heb nooit gekeken naar wat er zich links of rechts van mij afspeelde. Ik heb mijn eigen stijl.” En dus maakte hij een jasje van een deken of van aaneengenaaide teddyberen. Hij liet schilders als Basquiat en Sachs jurken en T-shirts versieren, drukte de onafhankelijkheidsverklaring van de VS op een hemd, en liet South Park personages, Tom & Jerry, Mickey Mouse en Snoopy figureren. “Het is heel simpel : ik hou van mode, maar ik hou ook van hedendaagse kunst, films, sport en rock-‘n-roll.” Al die aspecten vind je nog altijd in zijn ontwerpen terug.

Madonna en de paus

John Lennon was een van zijn eerste fans, Sex Pistols-manager Malcolm McLaren is een persoonlijke vriend en hij kleedde zowel Farrah Fawcett in de originele Charlie’s Angels als Sarah Jessica Parker in Sex and the City. Madonna werd gesignaleerd in Castelbajac en Mick Jagger. Zelfs de paus en zijn gevolg droegen zijn ontwerpen toen ze in 1997 in Parijs de wereldjeugd kwamen bezoeken. In juni nog droegen Chicks on Speed jurken uit zijn wintercollectie toen ze het voorprogramma deden voor The Red Hot Chili Peppers in Hyde Park. Maar ook officiële erkenning volgde : sinds 2003 is hij vice-voorzitter van de Fédération Française de la Couture en L’Etat zélf bekroonde hem in 1998 met de titel van Commandeur des Arts et des Lettres en in 2002 met die van Chevalier de la Légion d’Honneur.

De Castelbajac waagde zich in de loop der jaren ook ver buiten het modedomein. Air France,Volvo, Coca-Cola, Levi Strauss, Max Mara, Ligne Roset, Iceberg… Het zijn maar enkele van de vele merken waar hij ooit iets voor ontwierp. “We leven nu eenmaal in een periode van grote transversalité. Alles loopt in elkaar over. Kunst en mode zijn overal te vinden nu. Ik heb zoveel dingen gedaan naast mode dat de mensen me waarschuwden : ‘Je naam zal niets meer waard zijn.’ Maar wat zie je nu ? Aan alles wordt een naam van een artiest of ontwerper gekoppeld. Dat is een serieuze revolutie. En ik denk eigenlijk dat ik het ben die daarvan aan de grondslag ligt, althans wat de alledaagse objecten betreft.”

Beneden toont de Castelbajac nog zijn nieuwe winkel. Behalve een camouflageteddybeer in de vitrine en een fresco op de muur, is die voorlopig nog leeg. “Ik noem het een laboratorium, een plek waar ik kan experimenteren. Mijn sportcollecties komen er, objecten waar ik van hou, ontwerpen van voormalige studenten en assistenten, zoals Wendy&Jim, en jullie Brusselse Willy, en andere ontwerpers waarmee ik me geestelijk verwant voel.” En dan stuift de Castelbajac ineens weg. Even later komt hij op zijn motor, een turkooizen Triumph Bonneville, de straat ingereden. Was hij niet een onvoorwaardelijke Harley-Davidson-fan ? “Ja,” mompelt hij stil, “maar ik ben niet meer zo’n goede vriend van de Amerikanen.”

Tekst Leen Creve

“Het is heel simpel : ik hou van mode, maar ook van hedendaagse kunst, films, sport en rock-‘n-roll.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content