Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Men noemt hem Edward Scissorhands voor de virtuoze technische brutaliteit waarmee hij zijn kleren verknipt. Hij wordt unaniem ontvangen als de Grote Redder van de Britse mode. Alexander McQueen zucht en zegt : ?It gets a bit boring after a while.?

Lene Kemps

De Christ Church in Spitalfields zit volgepakt. Indien niet met gelovigen, dan toch met gelovers in Alexander McQueen. Op een soundtrack gaande van revolverschoten tot rap en 19de-eeuwse muziek, zien ze een collectie met als thema : oorlog en vrede door de eeuwen heen. ?Ik denk dat religie de oorzaak van veel oorlogen is geweest en daarom wilde ik het defilé in een kerk?, zegt McQueen. ?De Christ Church betekent bovendien veel voor me. Hier werden mijn voorouders gedoopt en liggen ze begraven.? ?Het was ook het gebied waar Jack The Ripper toesloeg?, vult Sarajane Hoare aan in Harper’s Bazaar, duidend op de vaak gewelddadige uitstraling van McQueens kleding.

In zeven collecties werden thema’s als Highland Rape uitgewerkt in verscheurde kant en Schotse ruit. Voor The Birds werden de modellen beplakt met kleefband, versierd met de afdrukken van een autoband. War and Peace leverde een combinatie van militaire accenten, romantische elementen en religieuze symbolen. Een masker met een crucifix, vogelpootjes als oorbellen, een doornkroon. Een huzarenjasje met een kanten jurk. Topjes met fotobedrukking van vechtende soldaten en een patchworkjeans. Kant en combat.

De grote hoop van de Engelse mode blijkt een vriendelijk recht-toe-recht-aan-iemand met een cockney-accent. Een gefaxt schoenontwerp dat hem niet aanstaat, wordt nonchalant boos in de vuilbak gemikt met de woorden : ? What a shitshoe.? ?Ik laat me nog te veel overtuigen?, zegt hij. ?Ik luister nog te veel naar andere mensen en geef hen het voordeel van de twijfel. Vanaf nu doe ik alleen nog wat ik zelf wil.?

Is het moeilijk om gedaan te krijgen wat u wilt ?

Alexander McQueen : Het zijn de schoenen, ze zijn nooit goed. Voor het oorlog en vrede-defilé wilde ik een antiek uitziende hofschoen, met een houten zool, bespijkerd met rottende tapisseriestof ; dat zou goed passen bij de sfeer van de collectie en de oude kerk vond ik. En wat krijg ik uit Italië ? Die dingen. (Hij wijst naar vrij conventionele leren bottines.) We hebben er autoverf over gespoten om ze er een beetje vreemder te laten uitzien, maar zelfs dat heeft niet geholpen.

In Londen defileerde u in een kerk, in New York in een vervallen synagoge.

De omgeving moest een religieuze uitstraling hebben omdat religie vaak de oorzaak is van oorlogen. Dat wilde ik benadrukken.

Waarom hebt u gedefileerd in New York ?

Omdat het gratis was (luide lach). En we hebben er behoorlijk wat klanten. Maar eigenlijk hou ik helemaal niet van Amerika.

U hebt er nochtans voor de nodige opschudding gezorgd.

Dat is niet moeilijk als je de concurrentie bekijkt. Alles wat een beetje gewaagd is en naar experiment ruikt, krijgt er grote belangstelling. Het meest eenvoudige idee lijkt hen al verregaand. Dus toen ik met mijn collectie kwam… (luide lach)

Waarom al dat geweld in uw collecties ?

Ik zie mijn kleding niet als gewelddadig. Wat ik doe, is het accentueren van problemen die in de maatschappij aanwezig zijn. Verkrachting, moord, honger… Het bestaat. Ik weiger om een vals rooskleurig beeld te schilderen. Het leven is geen rozentuin, de meeste mensen kennen alleen de doornen.

Moet die mening in kleding worden verwoord ?

Zo wil ik het. Als ik geen ontwerper was geworden, dan had ik fotojournalist willen zijn. Geen modefotograaf, maar iemand die het dagelijkse leven vastlegt. Zoals het is, onverbloemd.

Ik ben een groot bewonderaar van de Vlaamse Meesters. Ze schilderden de realiteit. Hun modellen zijn ronde vrouwen met soms een pokdalige huid en slechte tanden. En toch zijn ze mooi. Omdat ze echt zijn.

Hebt u de indruk dat men u begrijpt ?

Er zijn mensen die me begrijpen. Zoals iedereen heb ik toetsstenen in mijn omgeving op wie ik mijn ideeën uittest. Wat de buitenwereld of het grote publiek ervan denkt, kan me weinig schelen. Als één vrouw de boodschap mee heeft, dan volstaat dat voor mij. Ik ben niet bereid tot compromissen. Verkopen of niet verkopen, het is niet van levensbelang. Ik weet dat ik experimentele kleding maak en dat ik daardoor minder commercieel ben, maar ik zou niet anders kunnen. Ik kan je in een handomdraai een simpel zwart rokje leveren, maar waarom zou ik dat doen als er al zoveel bestaan ? Je moet de grenzen verleggen, je moet altijd een stap verder gaan, anders heeft het geen zin om je met hart en ziel met iets bezig te houden.

Weten uw kersverse financiers dat u er zo over denkt ?

Ik denk dat ik hen dat vrij duidelijk heb gemaakt.

U bent een mannencollectie begonnen die meteen een beroemde klant kreeg : David Bowie.

Als hij optreedt, draagt hij altijd kleren van mij. Hij praat er ook voortdurend over, wat ik wel fijn vind van hem. Michael Jackson heeft ook al iets gekocht geloof ik.

De mannenlijn kwam er op aanvraag van de financiers, maar zelf wilde ik er al lang aan beginnen. Ik ben geen transseksuele crossdresser en kon nooit iets van mezelf dragen, nu kan dat wel.

De mannencollectie is een stuk discreter.

Zo zijn mannen nu eenmaal. Ze zijn niet bereid om zoveel aandacht aan hun kleding te besteden als vrouwen. Het moet bij hen allemaal iets traditioneler zijn. Mannenmode heeft meer te maken met coupe, stof en kleur dan met echte vorm-experimenten.

Vrouwen zijn creatiever. Ze zijn bereid om veel verschillende gevoelens uit te testen. Een man wil zich vooral zeker voelen.

Hoe ziet u de McQueen-vrouw ?

Naïef en tegelijkertijd sterk. Zelfverzekerd, vrouwelijk, sexy. Een beetje rock-‘n-roll.

U hebt drie jaar op Savile Row gewerkt, waar u naar verluidt jasjes hebt gemaakt voor prins Charles en Michael Gorbatchov.

Ik werkte twee jaar bij Anderson & Sheppard en een jaar bij Gieves & Hawkes, grote huizen op Savile Row. Daar kwamen wel meer beroemde klanten.

Mist u die tijd ?

Ik hou erg veel van de sfeer in Savile Row, alhoewel alles er nu erg snel verandert. De hele mentaliteit van vroeger is weg. Zelfs het niveau van het werk daalt. Ze maken een jasje op één dag tijd af terwijl dat eigenlijk drie dagen zou moeten duren. Wat ik vooral mis, is de luxe veel tijd aan iets te kunnen besteden. Op dit moment zou het geweldig zijn om een week lang aan mijn tafel te zitten om een jasje af te werken, maar dat kan ik me niet langer veroorloven.

Men heeft het toch altijd over uw prachtige tailoring.

Ik vind het verschrikkelijk als mensen na het defilé op me afkomen en zeggen : wonderful tailoring, want er is geen sprake van tailoring in de collectie. Het is allemaal industrieel geproduceerd. In deze hele showroom hangt één stuk dat met de hand is gemaakt, en dan nog niet helemaal. (Haalt broek van het rek) Kijk, dit is met de hand genaaid, dat haakje is er met de hand ingezet, maar dit is dan weer met de machine gedaan.

Waarom is handwerk zo belangrijk voor u ?

Ik haat industrieel geproduceerde kleren, ik haat ze. Zelf zou ik nog liever tweedehandskleren dragen. Een kledingstuk dat van de productielijn komt, heeft geen ziel. Het is in elkaar gezet als een puzzel, door een rij mensen die stuk A aan stuk B plakken, maar eigenlijk niet weten waarmee ze bezig zijn. En zo zien de kleren er ook uit. Er straalt geen gevoel uit, er zit niets in. De coupe mag fantastisch zijn, als de afwerking er niet is, dan is het eindresultaat een vod.

De beste reacties krijg ik op kleren die ik zelf heb gemaakt, op de showpieces die ik zelf met de hand in elkaar heb gezet, dat merk ik telkens weer. Ze zijn goed geknipt en ik maak ze op het lichaam, geen enkele fabriek kan daaraan tippen en mensen voelen dat.

Alleen de kleding van Martin Margiela komt in de buurt van de kwaliteit van handgemaakte stukken. Ik heb enorm veel respect voor hem omdat hij de moed had het te proberen. Het is een droom die ik wil verwezenlijken : tailoring for the masses.

Een soort haute couture wordt het dan.

Zo zou ik het nooit noemen. In mijn ogen zijn het dan gewoon goed gemaakte kleren. Dat is geen luxe, dat is waar iedereen recht op heeft. Ze moeten zelfs niet op maat gemaakt worden, want dan stijgen de prijzen. Het moet mogelijk zijn om goed gemaakte kleren in een grote oplage te leveren.

Mooie woorden van de man die de Britse mode van de ondergang moet redden.

Zo word ik inderdaad overal opgevoerd. Boeiend, in het begin. But after a while it gets so boring.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content