Sinds dit jaar werkt de vereniging van Duitse kwaliteitswijnen met een nieuw classificatiesysteem, zoals in Bourgogne. Grosses Gewächs-wijnen staan aan de top van de piramide. Meer dan het perceel is de rol van de maker bepalend.

Het Verband Deutscher Qualitäts- und Prädikatsweingüter (VDP) is een soort nationale kwaliteitskring die de 4300 hectare wijngaarden van zijn leden reguleert. Dat areaal is niet zo groot, vergeleken met de totale wijngaardoppervlakte in Duitsland, 102.000 hectare. ‘Reguleren’ betekent hier : ijveren voor meer kwaliteit door een strikte nomenclatuur, door rendementsbeperkingen en vooral door het uitspelen van het terroir-principe (klimaat, wijnmaker, perceel) als bepalende factoren voor kwaliteit. De vereniging promoot de uitgesproken droge (witte) wijnen en verwijst de traditionele zoetheidsklassen, de Prädikaten (Spätlese, Auslese, Trockenbeerenauslese en Eiswein) wat naar de achtergrond. Jaarlijks organiseert ze in Wiesbaden de proeverij van de Grosses Gewächs-wijnen voor een honderdtal internationale proevers. Deze keer: wijnen van 2011.

Het VDP profileert zich als een elite en wil alleen met de grootste witte bourgognes vergeleken worden. De leden gaan prat op de relatief hoge flessenprijs op de markt. In 2011 werden 1,1 miljoen flessen Grosses Gewächs geproduceerd, met een gemiddelde kleinhandelsprijs van wel 28 euro. De 197 VDP-wijndomeinen (2012) produceren samen slechts 2,6 procent van de totale Duitse oogst. Maar die productie vertegenwoordigt wel meer dan 8 procent van de totale waarde.

Ook de verkoopstructuur is wat ‘bourgondisch’. Meer dan de helft van de VDP-wijnen wordt rechtstreeks aan de verbruiker gesleten. Elk domein heeft zijn proef- en ontvangstlokaal met wine shop. Er wordt slechts twintig procent geëxporteerd en de vereniging verwijst trots naar de torenhoge prijzen die sommige wijnen halen op lokale veilingen.

Maar veel belangrijker is dat het VDP vanaf 2012 integraal de bourgondische classificatie overneemt, waarin grand cru veel hoger is dan premier cru. De Grosse Gewächse (vroeger de Erste) afkomstig van de Grosse Lagen, vormen nu de hoogste trap op de kwaliteitsladder, gevolgd door de Erste Lage en de Ortswein. Deze nieuwe nomenclatuur is eigen aan de VDP-wijndomeinen, maar ze is in het Duitse wijnlandschap veel belangrijker dan het relatief beperkte aantal leden zou doen vermoeden. De tegenpool wordt gevormd door de groothandelaars en coöperaties, de helden van de Liebfraumilch, die eerder ijveren voor veel dan voor goed, en die politiek voldoende invloed blijven hebben om het kwaliteitsstreven van het VDP te counteren. De gemiddelde hectarerendementen over geheel Duitsland bedragen 100 hectoliter, terwijl VDP maxima oplegt van 50 hl/ha voor Grosses Gewächs, 60 hl voor Erste Lage en 75 ha voor Ortswein.

DE HAND VAN DE WIJNMAKER

Het VDP mag dan al het terroir-principe heilig verklaren, toch is de invloed van het perceel veel kleiner dan de vereniging wenst toe te geven. Zeker voor kleine percelen is de invloed van de wijnmaker veel doorslaggevender. In Bordeaux, met zijn veel grotere percelen, is de invloed van het individu kleiner en is de perceelinvloed ook meer uitgevlakt. Zeker bij rieslingwijn, waarvan type en zoetheid sterk kan variëren, is de hand van de wijnmaker beslissend.

Neem de Grosses Gewächs-wijngaard Pechstein (15 ha) in de Pfalz. De naam betekent ‘zwart gesteente’, wegens het hoge basaltgehalte in de bodem. Hier werken zes eigenaars, ze maken allemaal een totaal verschillende wijn. Het zuurgehalte gaat van 3,9 g/l bij von Buhl tot 7,1 g/l bij von Winning en restzoet van 5,1 g/l bij Bassermann-Jordan tot wel 9,4 g bij Georg Mosbacher. In de mond zijn al die wijnen wel mineraal, maar toch met zeer verschillende accenten : de wijnmaker heeft het laatste woord.

Met hetzelfde perceel leidt dit dus tot verschillende wijnen, maar met verschillende percelen en dezelfde wijnmaker voert dit tot soortgelijke wijnen : de wijnen van Bürklin-Wolf vertonen altijd een toets van aangename, gezonde commercialiteit, ook al komen ze van totaal verschillende percelen zoals Kirchenstück in Forst, Gaisböhl in Ruppertsberg, Hohenmorgen in Deidesheim tot Kalkofen ook in Deidesheim.

Het VDP is volwassen genoeg om zijn elite-imago wat te relativeren. De leden dragen truitjes met als opschrift : Die Weinelite hat einen Vogel, verwijzend naar de adelaar in hun logo maar niet vergetend dat het ook zoveel betekent als ‘De wijnelite heeft een vijs los’.

ELEGANTIE WINT

Het is onbegrijpelijk dat de he-rauten van de moderne elegante keuken niet meer van dit type Grosses Gewächs-wijnen voorstellen bij hun gerechten. Franse wijn is immers veel minder geschikt om de wat oppervlakkige finesse van de eigentijdse keuken te begeleiden en te onderstrepen. Het alcoholgehalte is te hoog, zeker de laatste jaren, en de tannines te expressief. Uitzondering in dit orkest zijn de loirewijnen, wit en rood. De witte van chenindruiven zijn getekend door tintelend frisse zuurheid en de rode van cabernet franc zijn zelfs elegant, zeker nu ze beter rijpen dan ooit tevoren. In algemene termen wint de witte wijn veel meer veld dan vroeger : de quasi afwezigheid van bitterheid maakt ze universeel geschikt om elegantie op het bord te begeleiden : kip, zwezerik, tarbot, kalfsgebraad. De rode met zijn tannines vraagt diepe onderbouw van het gerecht, zoals bij stoofpotten en geroosterd vlees, niet onmiddellijk de vaandeldragers van elegante lichtheid.

Witte droge Duitse wijnen van het Grosses Gewächs-type zijn uitermate geschikt om de fijne nuances van het keukenmodernisme te releveren. Zoals trouwens de enorm onderschatte betere Entre-Deux-Mers uit Bordeaux of de Pinot Blanc uit de Elzas. En champagne ? De overgrote meerderheid van de champagnes is te smaakloos aan tafel, zelfs bij het aperitief vallen ze al vaak door de mand.

DOOR HERWIG VAN HOVE & ILLUSTRATIE ASTRID YSKOUT

Witte droge Duitse wijnen van het Grosses Gewächs-type zijn erg geschikt om de fijne nuances van de moderne keuken te releveren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content