Bij een opdracht moeten ze ook rekening houden met de smaak van de klant, maar in hun eigen appartement konden ze onbegrensd hun gang gaan: luxe en strakke belijning in een historisch pand.

G lenn Sestig studeerde in 1994 af aan het huidige Henri Van de Velde Instituut. Hij liep stage bij Vincent Van Duysen, maar werkt nu al drie jaar voor eigen rekening. De voorbije jaren hertekende hij onder andere Verso in Antwerpen, was hij de architect van de kapsalons Soap en Box, en de ontwerper van de conceptstore ON in Brussel. Daarnaast werkte hij aan zijn eigen woning in Gent.

Recht tegenover de grote vijver van het Citadelpark staat een prachtig appartementsgebouw uit de jaren twintig, dertig. “Ik heb het ontdekt toen ik drie jaar geleden in allerijl een nieuwe woonplaats nodig had. Het gebouw kende ik al lang en toen ik een bordje te huur voor een van de ramen zag hangen, ben ik onmiddellijk binnengestapt. Dit is het eerste Gentse appartementsgebouw. Het bestaat uit een betonnen skeletbouw met invulwanden. De gevel heeft iets Parisien met veel raffinement en ik vond de ligging ongelooflijk aangenaam: tegelijkertijd impressief en buitengewoon bourgeois. Het gebouw had me meteen in zijn ban. De mooie glazen luifel, de enkele treden die naar de rez-de-chaussee leiden en dan die prachtige trappenhal met brede trap rond de originele (en beschermde) lift met schuifhek.

In tegenstelling tot dat imposante trappenhuis had het eigenlijke appartement nagenoeg geen uitstraling. Het was zeer klassiek, maar miste enige architectonische rijkdom. Er stond een functieloze schouwmantel, waarschijnlijk later toegevoegd, en er waren kleine deuren die de ruimten sterk van elkaar afscheidden. Er liep een gebogen arcade tussen de zit- en eethoek, die de ruimten dan weer te veel bijeentrok. Overal lagen leidingen over stijlloze plinten en moulures. Maar het appartement was ruim, had een mooie lichtinval en vooral een schitterend uitzicht over het park met zijn prachtige vijver.”

Daarom besloot Glenn Sestig om samen met zijn partner, de kunstenaar Bvardk, de ruimte te huren onder één voorwaarde: het appartement moest worden ontmanteld voor ze er hun eigen ziel in kwijt konden.

“We hebben de deuropeningen verbreed en de deuren vervangen door schuifwanden. De keuken, die oorspronkelijk bij de dienstingang van het appartement lag, hebben we bij de woonruimte laten aansluiten. De vroegere keuken is iets tussen een office en een dressing geworden. Ik vind het trouwens zeer spannend dat we twee ingangen hebben. Iemand kan via de hal binnenkomen en langs achteren weer verdwijnen, zonder dat een andere bewoner van het appartementsgebouw er weet van heeft.

We hebben ook het aantal kamers gereduceerd, waardoor grotere en comfortabelere ruimten zijn ontstaan. De kamers lopen ineen, maar kunnen allemaal afgesloten worden. We hebben bijvoorbeeld de wastafel in de gang geplaatst. Blijft de deur van de badkamer open, dan bevindt de wastafel zich naast het bad en wordt de gang deel van de badkamer, die onmiddellijk aansluit bij de dressing en de slaapkamer. Sluiten we alle deuren, dan wordt de gang een circulatieruimte en wordt de wastafel een meubel, bruikbaar voor de gasten. Het is leuk om op die manier met publieke en privé-ruimten te kunnen spelen. Er is ook een duidelijke barrière gebouwd tussen de dag- en nachtzone. Een pivoterende wand, waarop een grote foto van het werk van Bvardk is gekleefd, kan de circulatie naar de slaapvertrekken afsluiten.”

In de slaapkamer en dressing zorgen halfhoge zwevende wanden voor intimiteit. Achter die zwevende wanden hangen plafondhoge fluwelen gordijnen, die sterk de sfeer bepalen, doordat het zachte materiaal contrasteert met de scherpe belijningen van de architectuur. “Het is nooit de bedoeling geweest een loftappartement te creëren, maar wel een woonplek met een open karakter en met zeer veel intimiteit.” Die intimiteit is voor veel mensen niet direct te vatten. Op het eerste gezicht lijkt het een koele en afstandelijke woning, die iets weg heeft van een hippe nightclub. “Het is een feit dat dit appartement veel gezichten heeft. Zoals de zon, het verandert per uur en per seizoen”, vertelt Bvardk. “In de zomer hangt hier een andere sfeer dan in de winter. Overdag ervaar je de ruimten anders dan ’s avonds en ’s nachts. Bij daglicht is de aanwezigheid van het park versterkt door de diepgroene kleur van de muur die het raam omlijst. We hebben het park op die manier binnen willen halen. De salon is voor ons als een overdekt terras. Het hele appartement baadt in sombere, maar nooit trieste kleuren. Die passen bij de atmosfeer van de jaren dertig, die dit gebouw ademt. De tinten van vergane glorie. Het zijn mondaine kleuren die op een druilerige dag als vandaag de intimiteit versterken. Op een zonnige dag intensiveren ze het licht, en ’s avonds, wanneer de ramen nagenoeg zwarte vlakken worden, steken we neonlicht aan en wordt de sfeer weer helemaal anders.” Bvardk heeft niet alleen hier de kleuren gekozen, hij bepaalt die ook in al hun andere projecten.

Opvallend is het gebruik van hoogglans, waardoor het winkel- en nightclubeffect versterkt wordt. “Door het kleurgebruik, de laag hoogglansvernis op de vloer en de luxueuze objecten en meubelen onderscheidt ons appartement zich sterk van enig ander minimalistisch interieur”, gaat Glenn verder. “Ook de verlichting is zeer belangrijk: veel indirect licht, gecombineerd met zuivere chroomarmaturen, wat het glamoureuze karakter van de woonplek benadrukt. We gaan altijd op zoek naar een raffinement, waarbij we een evenwicht trachten te vinden tussen een krachtige en strakke architectuur en verfijnde afgewerkte materialen: zoals ingekleurde spiegels, hoogglans of fijne ledersoorten.

Dit interieur waarin luxe, verfijning en een sterke belijning samengaan is voor ons de ideale plek waarin we tot rust komen en in alle intimiteit van de goeie dingen des levens kunnen genieten. Dat niet iedereen ons daarin kan volgen is begrijpelijk. Dit project is dan ook uitsluitend voor onszelf, hier kunnen we zeer ver gaan met onze ideeën. Bij een opdracht voor een klant moet je altijd rekening houden met de smaak en het verlangen van diegene die erin moet wonen of werken. Het is vanzelfsprekend dat iemand anders, ook al houdt die van ons werk, eigen accenten wil zien.

Dat blijft ons werk boeiend maken, elke nieuwe opdracht is een evenwichtsoefening en een zoeken naar symbiose tussen onze ideeën en die van de klant.”

Hilde Bouchez / Foto’s Verne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content