Marie Christophe woont in een nauwe steeg achter de Moulin Rouge in Parijs. Daar knoopt ze in een hippieachtig decor sculpturen van ijzerdraad. Wat begon als een toevallig spel, leidde tot een internationale carrière.

Ik kan niet stilzitten”, zegt ze verontschuldigend als we amper een kwartier binnen zijn. Ze duikt onder de tafel, haalt een rol ijzerdraad te voorschijn en begint te knopen. Marie Christophe legt uit dat ze achterop is geraakt met een opdracht, vijftig grote kroonluchters, dus heeft ze geen tijd te verliezen. Ze doet ook alles alleen, zonder hulp.

Voor onze komst had ze wel alles netjes opgeborgen, om ons even de indruk te geven dat ze houdt van een opgeruimde flat. Maar in een handomdraai wordt dit weer een studio, een atelier d’artiste. Terwijl ze praat, werkt ze door. Het knopen lijkt vanzelf te gaan. Op de tafel ligt een ruwe schets die ze min of meer volgt. De creatie groeit beetje bij beetje, de opbouw wijst grotendeels uit hoe het werk er zal uitzien. Ze werkt heel ontspannen, alsof ze er niet hoeft bij na te denken. Schijn bedriegt, want haar draadstructuren zitten vernuftig in elkaar en knopen is moeilijker dan lassen. “Maar mooier, minder vuil en zelfs steviger”, zegt ze.

Haar carrière loopt verbazend vlot. In amper vijf jaar verwierf ze internationale naam en faam. “Het begon als een soort studentenjob”, vertelt ze, “ik was pas afgestudeerd als grafisch ontwerpster en kluste wat voor de winkel Victoire: ik maakte een leuke etalage. Vlakbij lag toen de winkel van En attendant les Barbares. De artistieke directeur ervan, Frédéric de Luca, kwam dagelijks voorbij. Hij vond mijn ijzersculpturen zo boeiend dat hij me vroeg een reeks kandelaars en luchters te maken. Voor ik het goed besefte, was mijn carrière begonnen.”

In geen tijd vond haar werk zijn weg naar gerenommeerde designwinkels als Paris-Musées en Lieux. Haar creaties verschenen in de etalages van de trendy winkels van Saint-Germain-des-Prés en de Marais. Ze ging ook samenwerken met de bekende Parijse florist Christian Tortu, met wie ze in New York kerstetalages maakte en een grote kroonluchter voor Baccarat. Voorts realiseerde ze een stel grote dieren voor het Musée Vuitton. Ook Hermès deed een beroep op haar talent. Voor de Hermès-winkel van Los Angeles knoopte ze enkele levensgrote paarden, die er nu bovenop het gebouw staan. Het liefst knoopt ze dierenfiguren, maar de kandelaars en kroonluchters zijn meer in trek.

Marie Christophe werkt uitsluitend op bestelling. “Omdat ik geen tijd meer heb om daarnaast nog iets te maken”, zegt ze onomwonden. Veel werk, maar gelukkig kan ze alles nog maken aan de eettafel van haar flat: een luxueuze situatie.

Want dit is een leuke en bijzondere plek. Haar flat ligt achter de beroemde Moulin Rouge. “Dit waren ooit de stallen van de Moulin Rouge, later was het een kousenfabriek. Toen mijn vader, een architect, het hele paviljoen kocht, zaten er alleen nog landlopers in”, vertelt ze.

Het gebouw werd opgekalefaterd met wat recuperatiemateriaal, zoals het trapje dat naar de kleine slaaphoek leidt. Tegenwoordig wonen hier vooral kunstenaars. “Veel mensen werken trouwens thuis. Hier kan dat perfect omdat het zo rustig is. Nu ja, rustig, alleen in onze steeg is het kalm, de rest van de buurt is nogal onherbergzaam. Maar de bewoners van dit gebouw zijn goed met elkaar bevriend en vormen een hechte groep. In de zomer eten we vaak samen buiten in de kleine tuin.”

Ook haar man, Emmanuel Fenasse, hoort bij dit creatieve gezelschap, hij ontwerpt onder meer meubilair. Haar werktafel, de zitbank, het salontafeltje en de staande lampen zijn van zijn hand. Het gaat om opvallend strakke en sobere meubelen, lang niet zo frivool als het werk van Marie. Toch hebben ze ongeveer dezelfde smaak, allebei zijn ze enorm gefascineerd geraakt door oud design. “Ik val vooral voor de Scandinaven”, zegt Marie Christophe, “die zie je trouwens minder in Frankrijk dan bij jullie en de rest van Noord-Europa. Die belangstelling hebben we niet toevallig, we zijn met dat soort design opgegroeid. Emmanuels ouders waren bijvoorbeeld de hoofdverdelers van Knoll in Algerije. Zo vonden we natuurlijk veel spullen bij familieleden. Maar we blijven zoeken, zelfs in het weekend lopen we nog rommelmarkten af.”

Ook het bonte kleurenspel van de jaren zestig en zeventig overleeft in het interieur en in haar werk. De met oranje papier beklede hanglamp is een knipoog naar dat frivole verleden, dat overigens op veel plaatsen in Parijs aan een revival toe is.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content