DE DESIGNER VAN 2012 : JASPER MORRISON

Uit de Park Lifecollectie van Morrison voor Kettal. © GF

“Design hoeft niet noodzakelijk vernieuwend te zijn”

De belangrijkste Britse designer van zijn generatie zit ietwat verloren in de grote bazaar van de meubelbeurs van Milaan, op een stoel die hij heeft ontworpen, aan een tafel die hij heeft ontworpen (beide voor Kettal, een Spaans bedrijf dat is gespecialiseerd in tuinmeubilair). Hij herdoopte dat Salone del Mobile ooit tot ‘Salone del Marketing’. “Dat zei ik, als ik me niet vergis, toen er tussen de meubels plotseling een nieuwe wasmachine werd voorgesteld.” Jasper Morrison, die kantoren heeft in Londen, Parijs en Tokio (kleinschalige operaties, weliswaar : de Japanse studio is een studio van pakweg dertig vierkante meter, en zijn Parijse kantoor is ongeveer even groot), brengt geen spectaculair nieuws. Maar ‘spectaculair’ staat allicht niet eens in zijn persoonlijk woordenboek.

Met Park Life, de collectie voor Kettal, heeft hij afgezien. “Ik heb er vijf jaar aan gewerkt. Ik had tevoren nooit tuinmeubilair ontworpen, en het is echt wel een andere discipline. Het heeft even geduurd voor ik de regels onder de knie had. Bijvoorbeeld : dat een tuinstoel groter moet zijn dan een normale stoel. Een stoel met interieurproporties ziet er buiten gemakkelijk ridicuul uit.”

“Ik wilde eerst een bank ontwerpen, maar de opdrachtgever wou liever een klassieke stapelbare stoel : een archetypische vorm in een nieuwe aankleding. We hebben acht prototypes gemaakt : eerst naar een vorm gezocht, daarna naar de beste manier om de stoel stapelbaar te maken, en ten slotte naar een verbetering van het comfort.”

Wat is er echt bijzonder aan de stoel ? “De hoek waar de leuning en de zitting samenkomen, een combinatie van gegoten plastic en een buismeubel. Ze zijn met een soort kliksysteem aan elkaar bevestigd.”

De collectie met outdoormeubilair is Morrisons grootste lancering van het jaar. Verder brengt hij varianten en aanvullingen van bestaande ontwerpen voor opdrachtgevers als Vitra, Alias en het Japanse Maruni (dat sinds kort ook in België wordt verdeeld).

Voor Glas Italia, een meubelmerk dat vooral glas gebruikt (of wat had u verwacht), ontwierp hij transparante banken en tafels. “Glazen meubilair kan erg nasty zijn. Ik probeerde immaterieel meubilair te maken. Eigenlijk is dat vals spelen : het lijkt onzichtbaar, maar het is er wel.” En hij werkt ook nog altijd voor de Japanse keten Muji, maar mag niet verklappen welke producten van hem zijn. “Je mag altijd raden.”

Morrison werkte ook mee aan een Japans project, Japan Creative, waarbij internationale designers werden gekoppeld aan traditionele Japanse fabrikanten. Hij ontwierp een reeks gietijzeren potten voor Oigen, een bedrijf dat bestaat sinds 1852 en zijn ateliers heeft in Mizusawa, Iwate, de streek waar de aardbeving van vorig jaar tekeerging (de staaloven van Oigen werd beschadigd).

“Kwaliteit van zo’n niveau is zeldzaam”, zegt Morrison, “en ik wilde eigenlijk al lang iets doen met de techniek. Dit initiatief was een mooie aanleiding.” Hij reisde verscheidene keren naar de fabriek. “Alles is opnieuw normaler in Japan, maar de rampzone is toch nog iets anders. De trein rijdt door de verwoeste gebieden, en onderweg stop je in het station van Fukushima. Dat geeft toch een vreemd gevoel.”

Morrison is niet erg tuk op vernieuwing. Zo’n gietijzeren pot hoeft er niet plotseling heel anders te gaan uitzien. “Ik speel graag met referenties, met familiariteit. Soms is een meubel gewoon aan het einde van zijn bestaan, en dan heeft het weinig zin om er nog iets mee te proberen. En soms kun je zo’n oervorm nieuw leven inblazen. Ik hou van kleine aanpassingen. Ik werk graag met wat er al bestaat. Herhaling is goed. Maar je moet jezelf wel blijven verbeteren.”

JESSE BROUNS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content