Zo hard als we zwoegden om seks te bevrijden uit de slaapkamer, even intens wordt het knokken om seks er weer binnen te krijgen. “Geen zin”, fluisteren we al te vaak bij de therapeut. Kampen we met een seksindigestie ?

Uit een bescheiden steekproefje blijkt dat vier Vlaamse kranten de voorbije week samen 53 keer het woord seks lieten vallen. De context is op zijn minst uiteenlopend : van betere seks dankzij frambozen, over een ex-non die callgirl werd tot het boeiende onderzoeksresultaat dat rijkdom mannen niet lijkt te ero- tiseren, vrouwen des te meer. Kleuterpraat in vergelijking met de stomende babbel van de kortgerokte Renske de Greef die ook deze week De Morgen zijn seksuele hoogtepunt helpt te bereiken – ditmaal dan wel zónder het woord seks te gebruiken. Dapper brutaal bericht de Nederlandse deerne wekelijks met beeldende plasticiteit over de wereld van masturbatie, clitorissen, vibrators, lesbische fantasieën, orale seks in openbare toiletten, en andere erotische ambiance. Een opvallend brede toegepaste kennis, die Renske. En dat voor een 21-jarige.

En toch kijken we er nauwelijks nog van op. Ze is tenslotte niet de eerste franke stoeipoes die de media hartstochtelijk in de armen sluiten. Eerder waren er al Amélie O voor het intussen ter ziele gegane Mao en het huidige Deng, Mieke Debruyne die ooit een jaar lang geamuseerd De Standaard Magazine-lezers choqueerde met haar tweewekelijkse krolse columns, of de sekscolumniste Bep, tot voor kort nog met maandelijkse pittige stukjes in het Nederlandse Elle. Ook de boekenmarkt neemt loslippige vrouwen gretig onder de arm. Zoals journaliste Ilse Nackaerts die geestdriftig speelse sekshandboeken vol improviseert, of – extremer – de Britse tijgerin Helen Walsh, en de Amerikaanse Chelsea Handler, die in haar onlangs verschenen Mijn horizontale leven verhaalt over dronken one-night stands, met dwergen bijvoorbeeld. Strijdvaardige postfeministes, die met hun zogeheten clit-lit vooral voor geen enkele Herman Brusselmans willen onderdoen. Al kun je je natuurlijk afvragen of ze nu niet net in de rol kruipen waarin mannen ze het liefst hebben, die van hoogst creatieve seksgodinnen. Hoe ook, het kan niet op : vrouwen die kirrend vertellen over hun fijnste orgasmen, mannen die om de zeven seconden aan seks denken, en een maatschappij die je langs alle kanten met suggestieve beelden of verhalen om de oren slaat.

Al dat gedoe

Ontnuchterend was dan ook het laatste grootschalige tijdbudgetonderzoek van de VUB uit 1999 bij 1500 Vlamingen. Daaruit bleek seks toch niet zo vreselijk prioritair in ons dagelijkse leven : een Vlaming vrijt eenmaal om de twee tot drie weken. Ruim minder dan het gemiddelde van tweemaal per week, zoals nochtans ook dit jaar bleek uit de (Belgische) resultaten van de Global Sex Survey 2004 van condoomproducent Durex – bluffen lukt bij tijdbudgetonderzoeken blijkbaar minder makkelijk. Vrijen duurt gemiddeld 17 minuten op een werkdag, een goede 45 minuten tijdens het weekend.

Gemiddelden om ons voor te schamen ? “Ik hou absoluut niet van gemiddelden”, pareert Frida Bogaerts, seksuologe aan het Universitair Ziekenhuis Sint-Rafaël in Leuven. “Dat werkt al te snel normerend. Want als die steekproef aantoont dat dit jaar ’tweemaal per week’ het gemiddelde was, dan lijkt het ook maar normaal dat jij die score haalt. En voel je je schuldig als dat niet lukt. Niemand heeft zich op dat vlak schuldig te voelen. Als koppel hoor je volledig zelf te bepalen wat goed is. Is dat driemaal per week en beiden zijn het er roerend over eens ? Prima. Is dat één keer per maand : net zo goed. Al schuilt het probleem natuurlijk meestal in dat ‘roerend eens’. De ene heeft vaak meer behoefte aan seks dan de andere. Dan komt het erop aan er uitvoerig over te praten en een compromis te zoeken. Het is heel belangrijk dat dit in alle openheid gebeurt.”

Liever geen gecijfer over gemiddelden dus, maar Bogaerts stelt wel vast dat “geen zin in vrijen” anno 2005 een almaar grotere klacht wordt, bij vrouwen zelfs dé belangrijkste. Alle vrijpostige columnistes ten spijt. Een recent onderzoek uit de Verenigde Staten meldt dat één op de drie vrouwen klaagt over een gebrek aan seksueel verlangen. “Ik hoor het inderdaad steeds vaker”, zegt Bogaerts. “Vrouwen die me zuchtend vertellen dat ‘seks maar beter nooit was uitgevonden’, of ‘al dat gedoe, ik verlang er niet naar’. Alsof vrouwen vaak gewoon de fut niet meer vinden voor seks. En niet onlogisch, we staan in onze huidige 24 op 24 uren-maatschappij gewoon stijf van de stress. We kunnen amper nog tot rust komen en hebben griezelig veel slaappillen nodig om de slaap te vatten. Als we ons al niet kunnen overgeven aan slapen, hoe zouden we dat dan nog kunnen aan seks ? Terwijl overgave net een voorwaarde is voor een goede seksualiteitsbeleving. Het is al zo vaak gezegd en gehekeld, maar toch blijven vrouwen nog altijd maar dat loodzware takenpakket meezeulen : perfecte moeder, boeiende carrièrevrouw en er het liefst nog goed en jong blijven uitzien. Dan ook nog seks ? Nee, dank je.”

Orgasmatron

Te veel werk, te veel stress, te uitgeput voor seks. In Amerika hebben ze er een – daar zijn ze dol op – vierletterwoord voor bedacht : DINS ( double income no sex). Maar het gedaalde libido is meer dan collatoral damage van een hardwerkende generatie. Een en ander zou ook te maken kunnen hebben met een ietwat scheefgetrokken imago van seks. Bogaerts : “Tegenwoordig is seks bitterhard werken. Seks is geen ontspanning meer, seks is inspanning. Mannen werken zich in het zweet om hun vrouw die multiple orgasmen te geven, waar de wetenschap het over heeft. Dat is ons probleem tegenwoordig : de wetenschap is onze religie geworden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vrouwen meerdere orgasmen kunnen krijgen, en dus móéten ze die hun vrouw geven. Daarbij vergeten ze vaak aan hun vrouw te vragen of die dat eigenlijk wel wil. Ze gaan ervan uit, omdat het iets is waar ze zelf van dromen. Maar veel vrouwen zijn absoluut niet zo orgasmegericht.”

Daarom waarschijnlijk ook dat de orgasmatron van een Amerikaanse arts uit North Carolina een jammerlijke flop bleek. Het toestel laat vrouwen met een druk op de knop klaarkomen via enkele ingeplante elektroden op de onderrug. Helaas, en tot grote verbazing van de man, lopen vrouwen helemaal niet wild voor zijn uitvinding.

Praten we dan toch nog altijd te weinig over seks ? “Er wordt vreselijk veel over gepraat. Op televisie en in andere media. Maar niet waar het zou moeten : binnen een relatie is er nog opvallend veel schroom. En ook bij de opvoeding kan het veel beter. Thuis, maar ook op school. Daar draait het absoluut nog niet om seksuele relatiebekwaamheid, maar nog te veel om de loodgieterij : hoe zien we er vanbinnen uit. Alsof we met onze eierstokken vrijen. Hooguit gaat het nog over contraceptie en soa. Als sekstherapeut leer je je klanten wat ze al veel vroeger hadden moeten leren.”

Tot overmaat van ramp, vindt Bogaerts, is de overdosis aan sex talk in de media dan nog vaak pure blabla, jammerlijk eenzijdig dus. “Het gaat alleen over seks als lust. Over verleiden, opwinding en fantastische orgasmen. Sinds de Amerikaanse zoöloog Alfred Kinsey en in zijn voetsporen Masters & Johnson seks uit het taboe hebben bevrijd en anticonceptie seks heeft losgekoppeld van de voortplanting, zijn we ons te veel gaan focussen op het lichamelijke aspect van seks. Tegenwoordig denken we met allerlei technische tips en tricks of medische middeltjes de beste seks te kunnen beleven. En vooral, te moeten beleven. Want het moet allemaal beter, vaker, heviger, hoger. De seksuele revolutie is volgens mij ietwat in overdrive. En dus beginnen we als robotten ‘mechanisch’ te vrijen, of û wat vaker gebeurt û we haken af. Het wordt hoog tijd dat we seks opnieuw meer relationele betekenis geven, want daar hebben we het tegenwoordig helemaal niet meer over. Goede seks binnen een relatie vergt echt een diepgaande investering in die relatie.”

Pompelmoesseks

Een raadgeving waar we in deze tijden van instant bevrediging misschien niet meteen op hoopten. Maar Bogaerts is niet de enige die aanmaant om seks en relatie weer als een twee-eenheid te zien. Dat is ook wat de Amerikaanse David Schnarch verkondigt, een van de meest geciteerde seksspecialisten van het voorbije decennium. De man geldt al eens als fakkeldrager van de tweede generatie seks- en huwelijkstherapeuten, na Masters & Johnson. Omdat hij als een van de eersten weigerde om seksuele problemen nog langer pathologisch te benaderen (niet meer “ik krijg geen orgasme, wat is er mis met mij ?” maar wel “hoe kan ik meer van seks proberen te genieten ?”) én net omdat hij de betekenis van seks voorgoed vasthaakte aan die van de relatie.

Seks moet opnieuw betekenis krijgen, vindt ook Schnarch. “Je seksuele relatie nieuw leven in blazen, vergt meer dan alleen je lichaam weer naar behoren te laten werken. Je moet in de eerste plaats je relatie zó herkneden dat je ook seksueel weer goed gaat functioneren.”

En daar ligt ook de sleutel om die tegenwoordige aartsmoeilijke kloof te dichten tussen verliefdheid en liefde, of in wetenschapstermen : tussen de romantische liefde (die na een jaar verdwijnt) en de volwassen liefde. Waarom is seks toch zo fantastisch zolang je verliefd bent ? “Omdat je partner dan niet ‘echt’ is”, meent Bogaerts. “Het is een ideaalbeeld, een ideale projectie dan nog van jezelf. Je kunt alle remmen zorgeloos loslaten en dus krijgt de seksualiteit veel meer kansen. Maar dan komt het moment dat die andere reëel wordt en û, wie had dat gedacht ? û zowaar verschillen begint te tonen met jezelf. Op dat moment komt het erop aan om niet krampachtig die Siamese tweeling te willen zijn, waarbij een van de twee zich noodgedwongen aanpast, maar om in te zien dat de verschillen een verrijking kunnen betekenen, óók op seksueel vlak. Ik vergelijk een goed koppel altijd met een pompelmoes : als citroen en sinaasappel kun je iets van elkaar leren en misschien overnemen tot je pompelmoes wordt. Helemaal lukt dat natuurlijk nooit, maar je kunt wel je best blijven doen. Probeer ook wanneer je vrijt geen Siamese tweeling na te streven û dan wordt seks saai en de ‘onderdrukte’ partner houdt het trouwens niet vol û vrij als pompelmoes. Dat houdt de dynamiek in de relatie.”

Ook Schnarch noemt de relatie een continu differentiatieproces. Dat proces bewust en diepgaand doormaken, levert een sterker zelfbewustzijn op. En dát, meent Schnarch, is het beste afrodisiacum. Als we seks en onze partner louter als middel zien om onszelf beter te voelen, dan veranderen we van partner zoals we van auto, huis of kleren veranderen wanneer ‘het ding’ geen bevrediging meer geeft. Een totale omkering van de zaken, vindt hij. Bogaerts benadrukt dat een relatie bovendien non-stop in evolutie is en dat seks daarbij altijd opnieuw zijn weg moet zoeken. “Sommige partners verliezen elkaar bijvoorbeeld wanneer er kinderen komen. Dat de relatie en dus ook seks dan even op de achtergrond verdwijnen, is normaal. Maar de interesse moet terugkeren. En dat gaat soms moeizaam : koppels die elkaar als papa en mama blijven aanspreken bijvoorbeeld. Maar ook later wanneer de kinderen pubers worden en zelf seks in huis brengen, worden partners met hun eigen seksualiteit geconfronteerd en is het even zoeken. En zo komen er nog perioden van aftasten : wanneer de kinderen het huis verlaten en we met tweeën overblijven, de fase waarin we onze ouders naar het graf dragen, het moment dat er kleinkinderen komen. Elke periode heeft zijn eigen seksualiteit. Het is heel belangrijk om er als koppel over te praten en op elkaar in te spelen.”

Seks als cement

En wat met dé hamvraag aller tijden : waarom lijken het vooral vrouwen die verontschuldigend “vanavond niet, schat” mompelen. Of waarom is “geen zin” alleen bij vrouwen de meest gehoorde klacht ? Vaak wordt alvast de pil met de vinger gewezen, omdat die onder meer de effecten van het lustopwekkende hormoon testosteron afremt. Maar die verklaring is uiteraard niet zaligmakend, want ook niet-pilgebruiksters hebben klachten.

Bogaerts : “Er gebeurt volop onderzoek naar een eventuele biologische verklaring voor de verschillen tussen man en vrouw, maar het is nog te vroeg om daar al uitspraken over te doen. Het ís een feit dat mannen nu eenmaal meer doorstroomd zijn van testosteron, en dat vrouwen me vertellen dat ze op welbepaalde momenten van hun cyclus, tijdens de eisprong bijvoorbeeld, meer zin hebben. Maar over die hormonale rol in het hele gebeuren weten we nog te weinig.”

“Hoe dan ook, een groot verschil met mannen is dat vrouwen seks moeilijker kunnen loskoppelen van de partnerrelatie, van hun gevoelens voor de sekspartner. Er zijn dus meer barrières, meer voorwaarden te vervullen voor ze zin krijgen in seks. Vrouwen trekken dan ook nog altijd veel minder naar een gigolo, dan mannen naar een hoer. Voor mannen is seks ook nemen. Voor vrouwen is het ontvangen : ze willen daarom ook toch wel een gerust gevoel hebben bij die man die bij hen binnenkomt. Een vrouw staat bovendien zorgend in de wereld : onbewust scant ze de man ook als vader. Wie is die man die mij later een kind zou kunnen geven ? Én er is natuurlijk nog, dat zei ik al, dat veeleisende leven van jonge vrouwen dat û vooral psychisch û weinig ruimte laat voor seksuele ontspanning.”

Maar hoewel de libidoverschillen tussen mannen en vrouwen nu nog pertinent zijn, blijken ook mannen steeds vaker te kampen met een gebrek aan interesse. Vijftien procent, bleek uit het recente onderzoek in de Verenigde Staten. Ook de Nederlandse seksuologe Hannie vanRijsingen merkte het op en geeft raad en advies in haar recentelijk verschenen boek Alles of Niets. Behalve de verlammende druk die mannen zich opleggen voor ‘supergoede seks’, ziet zij onder meer een en ander foutlopen door het overaanbod van porno, dankzij internet. Dat leidt tot een nogal scheefgetrokken en eenzijdig beeld van seks als een pure hitsige zoektocht naar kicks. Seks met een echte vrouw beantwoordt niet aan dat beeld en geeft geen bevrediging. Omdat porno kijken bovendien een individueel gegeven is, kunnen ze zich vaak ook niet overgeven aan genot met een ander, aldus Van Rijsingen.

En kan een relatie ook niet lekker lopen zónder seks, als beide partners zich daar goed bij voelen ? Is seks zo belangrijk voor een goede relatie ? “Als beide partners dat goed vinden, ja, waarom niet”, knikt Bogaerts. “Maar dan missen ze toch veel. Seks is, naast praten, het cement van een relatie. Het is nu eenmaal een intimiteit die je met niemand anders beleeft. Zelfs niet met je kinderen. Een unieke band die de rest overstijgt. Jammer toch om die te verwaarlozen ?” n

Tekst Guinevere Claeys l Foto Guy Kokken

“Er wordt vreselijk veel over seks gepraat. Op tv en in andere media. Maar niet waar het zou moeten : in een relatie is er nog opvallend veel schroom.”

“Als we seks en onze partner louter als middel zien om onszelf beter te voelen, dan veranderen we van partner zoals we van auto, huis of kleren veranderen.”

“Tegenwoordig is seks bitterhard werken. Mannen werken zich in het zweet om hun vrouw die multiple orgasmen te geven, waar de wetenschap het over heeft.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content