Heeft u behoefte aan engelen en gidsen, aan een goed gesprek met God of aan tantristische seks met een zusterziel? Of kent u de grenzen van de wijsheid en het gezond verstand? “A la limite” neemt u mee naar Jos Maes, de man achter Vlaanderens grootste esoterische boekhandel.

De winkel is groot, met veel ruimte tussen de rekken en de tafels waarop de boeken liggen uitgestald. Ik ben de enige klant, en de ijle pianomuziek op de achtergrond stemt mij rustig. Voor iemand als ik die van papierwaren hou, is dit een gedroomde omgeving. Ik loop wat rond tussen de tafels en pak hier en daar een boek vast. Nooit neem ik het exemplaar dat bovenop de stapel ligt. Dat is al betast en beroken, ontsloten en ontmaagd. Ik wil alleen een ongerept exemplaar. De kaft voorzichtig met mijn linkerhand openplooien en dan met ̩̩n beweging van mijn rechterduim alle bladzijden laten voorbijflitsen, is voor mij een sensueel genoegen. Het gaat niet alleen om het zacht ritselende geluid, maar vooral om het gevoel in de vingers Рeen lichte, nauwelijks merkbare weerstand Рals de bladzijden elkaar voor het eerst loslaten. En natuurlijk is er ook de geur, het unieke aroma van versgedrukt maar ongelezen papier.

Ook hier, in Johannes, de grootste esoterische boekhandel in Vlaanderen, voer ik dit ritueel een paar keer uit voor ik naar de tafel met de bestverkochte boeken loop. De new-agelectuur is opvallend goed vertegenwoordigd met boeken over engelen en gidsen, gesprekken met God, tantristische seks, ontembare vrouwen, zielencontact en reïncarnatie, emotionele en intuïtieve ontwikkeling.

Jos Maes, de man achter Johannes, zucht als ik over de new-agerage begin.

Jos Maes: De echte bronnen van wijsheid komen slechts zelden op de bestsellerlijsten voor. De meeste succesboeken worden impulsief of uitsluitend op basis van de titel gekocht, en liggen inderdaad in de sfeer van new age en bijgeloof. Of beter, rotsvast geloof. Hersenspinsels voor waarheid nemen. Je houdt het niet voor mogelijk.

Daarnet was er nog een vertegenwoordiger van een alternatieve uitgeverij die een nieuwe publicatie kwam voorstellen.

“Ik voel dat dit de meest geschikte plek is om dit boek te verkopen”, zei die man tegen mij.

“O ja?” vroeg ik. “Hoe voelt u dat?”

“Ik heb uw naam doorgekregen van een Gids, een Hogere Intelligentie.”

“Dat moet een vergissing zijn,” zei ik, “want ik ken geen Gidsen en Intelligenties.”

“Dat hoeft ook niet. Zij kennen jou. Hun perspectief is veel ruimer dan het onze. Zij hebben mij naar hier gestuurd, en ik ben er zeker van dat onze ontmoeting niet toevallig is.”

“Vreemd, dat gevoel heb ik niet, mijnheer”, zei ik vriendelijk. “Maar misschien kan u aan die Gidsen en Intelligenties vragen om zelf eens contact met mij op te nemen. Zij zullen ongetwijfeld begrijpen dat ik zulke belangrijke zaken liever met Hen persoonlijk bespreek.”

(blaast) Ik word zo moe van al dat gedoe. Al die helderzienden, die auralezers, die mediums. Elke dag staat er wel ergens een of andere profeet op die precies weet hoe hij zijn medemens naar de Verlichting kan leiden. Maar de Verlichting kan je niet nastreven. Er zijn eindeloos veel wegen, en wie beweert dat hij dé Weg gevonden of hét Geheim ontsluierd heeft, is niet alleen pretentieus, maar zit ook op een dwaalspoor. Want de waarheid is “een land zonder paden”, zoals de Indiase filosoof Krishnamurti het uitdrukte. Je weet nooit precies waar je bent en welke richting je uit moet.

Maar waarom verkoop jij, naast filosofische en religieuze werken, dan toch een uitgebreid gamma new-ageliteratuur, van astrologie tot handlijnkunde, van hypnose tot kaartleggen, van magie tot pendelen, van reïncarnatie tot numerologie?

Tja, in het begin stelde ik mijn grenzen heel strikt en wilde ik uitsluitend grondteksten verkopen. Niets anders. Alleen de oorspronkelijke geschriften waarop de grote wereldfilosofieën zijn gebaseerd. Dus geen tekstverklaringen, catechese of theologie; wél de bijbel, de koran, boeddhistische teksten en zengeschriften, de indianenspiritualiteit en het Chinese wijsheidsboek, en ook de sprookjes en de mythen die de volkse afspiegeling van die wijsheid zijn.

Nu vind je al die boeken in mijn winkel, maar twintig jaar geleden was dat wel anders. Van een vriend die een jaar in Amerika had rondgereisd had ik toen een klein boekje over zenboeddhisme gekregen. Daar was ik zo van onder de indruk dat ik meer over het boeddhisme wilde weten. Maar tot mijn grote verbazing was er in heel Leuven geen enkele boekhandel waar je een zentekst kon kopen. Pas na lang zoeken en aandringen vond ik iemand die enkele werken voor mij wilde bestellen. Toen ik voor de zoveelste keer ging informeren of die boeken al binnen waren, slenterde die man naar de traphal en hoorde ik hem naar zijn vrouw roepen: “Is die bestelling met die oosterse zever al binnen?” Toen dacht ik: “Het wordt hoog tijd dat hier een goede boekhandel komt.”

Maar al snel moest ik vaststellen dat de tijd nog niet rijp was, en dat mijn project slechts kon overleven door er ook andere dingen bij te nemen. Goede kinderboeken bijvoorbeeld. Zo heeft De kleine Johannes jarenlang de esoterische boekhandel overeind gehouden. Gelukkig zijn de tijden veranderd, en trekt Johannes nu ook een groot publiek.

Maar je hebt je grenzen wel verder moeten verleggen, en er ook andere, “mindere” dingen moeten bijnemen.

Ja, het begon met allerlei boeken over persoonlijkheidsontwikkeling. Op zich heb ik daar geen bezwaar tegen, zolang je maar beseft dat dat tot niets méér leidt dan tot een ontwikkelde persoonlijkheid. Het leert je niets over de zin van het leven, het leert je niet het juiste te doen, het leert je niet het essentiële van het bijkomstige te onderscheiden. Het is geen wijsheid. Integendeel zelfs, het kan tot verdwazing en verblinding leiden. De hele inhoud van de new-agekorf, gevuld met theorieën over aura’s en chakra’s, geesten en gidsen, inzichten en leerstellingen, is een smeltkroes van verzuchtingen naar een doel dat waardevol genoeg is om voor te leven.

Het hoogtepunt van de new-agelectuur is zonder twijfel De Celestijnse Belofte, wereldwijd het bestverkochte boek van de jaren negentig. Ik durf Jos Maes niet vertellen dat deze bestseller ook een tijdje op mijn nachttafeltje gelegen heeft. Ik herinner me nog de kaft, in iets te groene schakeringen, met een waterval, die breed uitgewaaierd over de bemoste rotsen de sfeer van een tropisch regenwoud oproept. Daar, in de jungle van Peru, verwierven de helden een hele reeks inzichten in de Geheimen van het Leven, terwijl ze voortdurend werden belaagd door duistere krachten die hen wilden verhinderen het ultieme mysterie te ontsluieren.

Ik had het boek van een goede vriend gekregen met de opmerking dat “alle vrouwen ervan houden”, en dat had me onmiddellijk een zekere aversie bezorgd. Maar toch was dat niet de enige reden waarom ik mij door dat geschenk lichtjes beledigd voelde. Ik vond De Celestijnse Belofte ook slecht geschreven, de plot haalde nauwelijks het niveau van een derderangsthriller, en de spirituele boodschap was zonder meer simplistisch. Toeval bestaat niet. Elk menselijk contact is een uitwisseling van energie. Dat soort clichés. Toen de hoofdpersonages na enkele inzichten al in staat waren zich los te maken van de zwaartekracht, hield ik het voor bekeken. Maar ik bleef mij nog maandenlang verbazen over het gigantische succes van deze publicatie op de bestsellerlijsten. De ene herdruk volgde op de andere, en wereldwijd werd het boek in duizelingwekkende oplagen verkocht. De Nederlandstalige uitgave ging zelfs over de kaap van één miljoen exemplaren. Maand na maand, jaar na jaar bleef het op de eerste plaats in de boekentoptienen staan, en er ontstond zelfs een heuse cultus met Celestijnse samenkomsten, cursussen, werk- en meditatieboeken. Over de hele wereld zochten de lezers elkaar op in werk- en praatgroepen of op het internet. Parochiepriesters lieten de bijbel voor wat hij was en gaven retraites over De Celestijnse Belofte.

Nochtans raakte de auteur het manuscript aanvankelijk zelfs niet aan de straatstenen kwijt. Omdat in eigen land geen enkele uitgever interesse toonde, liet hij zijn tekst dan maar op eigen kosten drukken. Zo vond het boek stilaan zijn weg naar de lezers en toen het duidelijk werd dat het er als zoete koek inging, dook er uiteindelijk toch een geïnteresseerde uitgever op. Slechts één keer heb ik in een ernstig literair jaaroverzicht een commentaar op het boek gelezen. “Het feit dat De Celestijnse Belofte op de boekenlijsten van de eerste naar de vierde plaats is gezakt,” schreef de commentator, “zou erop kunnen wijzen dat stilaan meer mensen het boek ook effectief lezen.”

Windeieren heeft het de auteur in elk geval niet gelegd.

Hoe verklaar jij het gigantische succes van De Celestijnse Belofte, waarvan nog steeds nieuwe werkboeken en vervolgpublicaties verschijnen?

Toen dat boek werd voorgesteld, bestelde ik er slechts ̩̩n exemplaartje van. Nooit had ik kunnen vermoeden dat het een van mijn bestverkopende boeken zou worden. Volgens mij ligt het succes in het populariseren van de spirituele zoektocht die een mens kan gaan. Natuurlijk herken ik de principes en de inzichten die James Redfield in zijn verhaal beschrijft Рanderen hebben dat al uitvoeriger ̩n beter gedaan -, maar ook de beperkingen, en zelfs de gevaren. Volgens het negende Celestijnse inzicht is de mens in staat zichzelf onzichtbaar te maken. Net zoals God kan hij overal aanwezig zijn, alles horen en zien. Stel je voor, dat is de menselijke hoogmoed ten top gedreven en heeft niets met bevrijding of verlossing te maken.

Is het niet ironisch dat precies jij, die het niet op dergelijke literatuur begrepen hebt, leeft van de verkoop van zulke boeken?

Natuurlijk verkoop ik veel liever de koran of het Nieuwe Testament, maar wie ben ik om te oordelen over de voorkeuren van mijn publiek? Ik heb gekozen voor een onafhankelijke, ongebonden boekhandel, en hoef het niet eens te zijn met alles wat in de rekken staat. Zelf heb ik ook veel dwaalwegen gevolgd die ik achteraf noch als vergissingen, noch als verloren tijd en moeite beschouw. Maar intussen ben ik wel oud genoeg om te beseffen dat er niets te weten en te ontsluieren valt. Er is geen Boodschap, er is geen Geheim. En het heeft ook geen zin om naar het Geluk, de Wijsheid of het Goddelijke te zoeken. Je kan Het niet zoeken, je kan Het niet vinden. Op een zeldzaam moment, als je er niet naar streeft, kom je Het tegen. En pas achteraf besef je dat je iets bijzonders hebt meegemaakt. En wát heb je uiteindelijk gezien of gehoord? Een boom, een bloem, de lucht en wat wolken. Heel even had je het gevoel dat er geen verschil was tussen jou en die boom.

( lang stil) Maar misschien ben ik inderdaad niet langer de juiste man op de juiste plaats, en moet ik iets totaal anders gaan doen. ( opgewekter) Want het echte leven speelt zich natuurlijk buiten de boekhandel af, hé?

Waar bijvoorbeeld?

In de Hoge Venen, in de eindeloze verlatenheid van Lapland, of gewoon thuis. Gisteren hoorde ik bijvoorbeeld een hels gekwetter in de tuin van mijn buur. Het waren doodsbange kuikens die hun moeder waren kwijtgeraakt. Nu moet je weten dat ik altijd van kippen heb gehouden. De stupiditeit en het onvermogen van die dieren om de wereld te begrijpen, heeft mij altijd aangesproken.

Ik heb die krijsende beestjes onder een van mijn kippen geschoven die slechts één overlevend kuikentje had. “Jij weet wat het is om kleintjes te verliezen,” zei ik tegen die hen, “hier zijn er twee nieuwe. Zou jij voor hen willen zorgen?” En ze heeft die kuikentjes aanvaard.

Kijk, hoe belachelijk dit voorval ook is, toch is het in mijn leven veel belangrijker dan boekenwijsheid. Kunnen wenen om een boom die omgehakt wordt. Gelukkig zijn omdat je op een steen zit. Zo stroomt de wijsheid binnen, en leer je alles doen met de natuurlijkheid waarmee een kind leert lopen en een oude mens sterft. Zo leer je door het leven te gaan zoals water, of zoals een boom. Ontroerd worden. Weten dat er niets te doen valt in dit leven, en tegelijkertijd beseffen dat elke seconde belangrijk is en dat er geen tijd te verliezen is. En als ik dán moet kiezen, kies ik voor ontroering.

Waar en wanneer heb jij de liefde voor boeken opgevat?

Mijn vader was een eenvoudige keuterboer, en het enige wat hem interesseerde was het contact met de natuur. Hij zorgde voor ons zoals een vis voor zijn kroost. En zo hoort het ook, vind ik. Een oogje in het zeil houden, maar vooral veel vrijheid geven. Maar hij had moeite om de wereld juist te beoordelen, zodat hij soms de verkeerde beslissingen nam. Hij zorgde er wel voor dat we net voldoende te eten hadden, maar om geld bekommerde hij zich niet. Zo kocht hij tijdens de oorlog de Rembrandtbijbel, een boek dat toen 53,5 frank kostte. Stel je voor, dat was een kapitaal! Maar voor hem was het die ene kostbare schat waarvoor je al het andere opgeeft of verkoopt. Van mijn vader heb ik die hang naar waardevolle, mooie boeken geërfd, en ook de stilte in de omgang met de natuur. Mijn moeder heeft me de aandacht voor dieren geleerd. Zij praatte tegen een dier alsof het een mens was, niet betuttelend of neerbuigend, maar heel gewoon. Op dit punt in mijn leven is mijn streefdoel de eenvoud te bereiken waarmee mijn ouders zich in de natuur bewogen.

Dat ene boek waarvoor je vader al het andere wilde opgeven, welk boek is dat voor jou?

Zonder enige twijfel de I Tjing, Het Boek der Veranderingen. Dit Chinese wijsheidheidsgeschrift is een van de belangrijkste werken uit de wereldliteratuur, waar Confucius zelf de laatste hand aan heeft gelegd. De diepste wijsheid van achtduizend jaren is in dit boek verwerkt, en de grootste Chinese geleerden hebben hier hun inspiratie uit geput of invloed uitgeoefend op de interpretatie van de tekst.

De I Tjing bevat alle geheimen van het leven. Vanuit een natuurfilosofisch kader vertelt het boek hoe de wereld in elkaar zit. Alle veranderingen staan erin beschreven, alles in de juiste volgorde.

(Met het respect waaraan je de echte literatuurliefhebber herkent, laat Jos Maes mij een groot, dik boek met een glanzende zwarte kaft zien. Onder een rood Chinees karakter staat in gouden letters I Tjing geschreven.)

Een tijdje geleden stond in een damesblad een groot artikel over de I Tjing, met op de cover de fantastische boodschap dat je met dat boek je eigen toekomst kan voorspellen. Sindsdien krijg ik heel wat mensen over de vloer die deze Wilhelm-uitgave willen kopen. Meestal raad ik hen een andere versie aan die eenvoudiger is en bovendien een stuk goedkoper, maar neen, ze hebben de foto van het grote, zwarte boek gezien en dát moeten ze hebben. Het einde van het verhaal is meestal dat ik hen toch de I Tjing verkoop, met pijn in het hart, want ik weet dat ze het toch maar niks zullen vinden. Wie niet geïnteresseerd is in de Chinese kosmologie, komt er niet in. Op geen enkele manier. Het boek sluit zich hermetisch en je kan de letters, de woorden en de zinnen lezen en herlezen, maar je kan er geen touw aan vastknopen.

Ben jij zelf een fervente lezer?

Onlangs heeft een vriend uitgerekend dat ik in mijn leven waarschijnlijk 30.000 boeken gelezen heb. Daarvan zijn er zo’n 300 die ik nog altijd nodig heb. Zoals die van Meir ShalevDe vier maaltijden, De kus van Esau en Russische roman – die mij hebben geleerd dat een mens geen enkele reden heeft om te oordelen.

En als men je naar een onbewoond eiland zou verbannen met slechts drie boeken…

Dan zou ik niet twijfelen. Eén: de I Tjing. Twee: het verzameld werk van Zhuang Zi, de wijsheid van het taoïsme. Drie: Etty Hillesum, Het verstoorde leven, zonder meer het beste boek van de twintigste eeuw. IJzingwekkend is dit verbijsterend eerlijk verslag van een zoektocht naar waarheid. Het heeft mij op mijn grondvesten doen daveren.

Maar ik zou nog een paar andere boeken proberen mee te smokkelen. In de ban van de ring van Tolkien bijvoorbeeld, waarvan ik een prachtig exemplaar in een doos bewaar, met goudbeslag en gewikkeld in zijdepapier. En verder: Genezing door bloemen van Bach, de Beeldentaal van de dierenriem van F.H. Julius en de Sprookjes van Grimm. En verder nog enkele mythen, sprookjes en fotoboeken. Ze leren mij dingen te zién.

Ik ben niet langer alleen in de winkel, maar krijg aan de bestsellertafel het gezelschap van twee vrouwen. “Deze boeken hebben mijn leven veranderd”, hoor ik de ene vrouw tegen de andere zeggen, en ik kan niet anders dan luisteren naar haar verhaal. Over Lorin, haar psychotherapeut die ook tantracursussen geeft en de deur naar de seksuele extase voor haar heeft geopend. “Voor het eerst in mijn leven word ik in mijn seksualiteit en mijn vrouw-zijn aangesproken. In Lorin heb ik eindelijk mijn soulmate gevonden. Het is een zielsverbinding die niet meer stuk kan.” En dan volgt het relaas van haar huwelijk. Emotioneel gehandicapt, noemt ze haar man die op een andere golflengte zit. Ach, ze was zo jong toen ze met hem trouwde. Sterk en verstandig vond ze hem, maar nu beseft ze dat hij al die tijd slechts de vaderfiguur is geweest die ze als kind zo heeft gemist. Seks met hem heeft ze nooit fijn gevonden, maar ze dacht altijd dat dat haar fout was. Pas nu, na al die jaren, ziet ze in dat haar huwelijk een vergissing is geweest. Zo gaat het verhaal nog een tijdje verder, en het resultaat is dat haar vriendin met twee boeken naar de kassa loopt. Tweelingzielen. Vind je ware spirituele partner en Tantra, weg naar intimiteit en extase.

Wat kenmerkt volgens jou een wijze?

Een wijze dooft zijn licht en wordt niet gehinderd door mensen die achter hem aanlopen. Zo kan hij de stilte vinden. Een wijze roept niet en herken je niet op de straat. Hij draagt een maatpak of een jeans, is werkloos of verdient op enkele dagen tijd twee miljoen. Hij wordt niet aangevallen, niet nagelopen, niet bewonderd en niet afgebroken. Hij is er gewoon en soms kom je hem tegen. Maar hij vraagt je niet om hem te volgen. Het enige wat hem interesseert, is dat je jezelf bent.

Wie is die wijze? Is hij niet slechts een projectie, een wens of een gevoel van jou?

Neen, het gaat niet om voelen maar om weten. Als jij hem tegenkomt, zal je hem ook herkennen. Soms ontmoet ik hem gewoon in de boekhandel, al heeft hij in feite geen boeken meer nodig. Misschien is dat wel het enige echt geslaagde aan Johannes: dat sommigen van hen elkaar via de winkel leren kennen.

Ben jij misschien ook zo iemand?

( spottend) Maar neen. Het streven naar wijsheid is mij niet vreemd, maar precies dat streven houdt me van de wijsheid weg. Maar ik weet tenminste dat alles wat ik hier zeg, uiteindelijk geen enkel belang heeft. Slechts één ding weet ik zeker: op een dag zal ik stilvallen, dood of levend. En pas op dat moment, als ik geen enkele ambitie meer koester om God te ontmoeten of een Geheim te kennen, zal ik er oog in oog mee staan.

Annemie Struyf / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content