Zeventienhonderd bankbedienden kunnen dagelijks genieten van het grootste

schilderij dat Jan Vanriet ooit maakte. “Het betoverde domein” : een feeërieke oaze

in de financiële wereld.

POL MOYAERT

FOTO’S : LUDO GYSELS

Sinds maart van dit jaar zijn een aantal diensten van de Kredietbank samengebracht in een imposant gebouw aan de Havenlaan in Sint-Jans-Molenbeek. Het is een ontwerp van architekt Michel Jaspers, die onder andere ook tekende voor het opmerkelijke SAS-hotel in de hoofdstad. Het KB-gebouw valt op door de kombinatie van glas en staal de ontwerper verwijst hiermee naar de industriële architektuur van het vroegere havengebied én door het kontrast van het rode Braziliaanse graniet met de witte Portugese natuursteen van de bovenbouw.

De bezoeker die de strenge kontrole aan de ingang gepasseerd is, komt terecht in een gigantische hal die in verbinding staat met allerlei straten en pleinen, opgefleurd door groen- en waterpartijen. In deze overdekte stad werken dagelijks zo’n zeventienhonderd mensen. En die begeven zich ook alle dagen in drie shiften voor een warme lunch naar het bedrijfsrestaurant. Tot voor kort een kale witte ruimte, maar sinds de ingreep van de Antwerpse kunstschilder Jan Vanriet is dit de origineelste refter van het land.

Hoe dat zo gekomen is, vertelt Piet Jaspaert, hoofd van de kommunikatie-afdeling : “De bedoeling van een bank is winst te maken, maar ze heeft daarnaast ook een verantwoordelijkheid in de maatschappij. Wij doen dus allerlei dingen voor sport en milieu, en ook voor kultuur. Restauraties bijvoorbeeld, zoals het Antwerpse Rockoxhuis, ons paradepaardje. We organizeren tentoonstellingen en we sponsoren er ook. Maar kunstaankopen hadden we tot hiertoe nauwelijks gedaan op de Ensor-etsen na dan, die we vijf jaar geleden vanuit Amerika naar hier hebben gehaald. Met dit nieuwe gebouw vonden we dat we een stap moesten zetten. “

Jan Vanriet, die eerder al het plafond van de gerenoveerde Antwerpse Bourla-schouwburg beschilderde, werd gekontakteerd, en zijn voorstel om de hele refter onder handen te nemen viel bij de direktie in goede aarde. Waarmee men meteen ook gebruik kon maken van de wettelijke maatregel die toelaat kunstwerken die “onroerend zijn van bestemming” gedeeltelijk fiskaal af te trekken.

Het is een wonderlijke muurschildering geworden, die toepasselijk Het betoverde Domein werd gedoopt. Jan Vanriet : “De titel refereert aan een heel grote muurschildering van Magritte in het casino van Knokke : Le domaine enchanté. Ik kan dus eigenlijk beter zeggen dat ik de titel gewoon gepikt heb. Ik heb trouwens ook de techniek van Magritte toegepast : een aantal tema’s waar hij toen mee bezig was, bracht hij samen in een allesomspannend werk. Ook ik heb hier fundamentele elementen uit mijn werk van de laatste drie jaar in een soort antologie bij elkaar gebracht. En ik vond de titel ook heel goed passen bij dit feeërieke geheel. “

Vanriet schilderde dit hele werk in zijn atelier in Antwerpen. Op de grond, op enorme rollen doek, samen 110 meter lang. Tussen het ontwerp gemaakt in zijn huis in de Provence en de finale afwerking verliep ongeveer een jaar, en toen volgde de technisch delikate klus van het aanplakken. Vanriet : “Daar heb ik een gespecializeerde firma voor ingeschakeld. Die grote muur daar hebben we met een man of acht behangen. Je moet weten : als je zo’n syntetisch schilderslinnen wilt kleven, komt er een enorme spanning op te zitten. De muur zuigt dat aan. Twee millimeter scheef bij ’t begin en je zit achttien meter verder goed mis. Van twee muren hebben we het er weer helemaal moeten afhalen, het doek een dag laten drogen, en dan opnieuw een poging gewaagd. Dat waren wel spannende momenten, ja. “

Kommunikatieman Jaspaert wijst erop dat er een prima samenwerking was tussen de architekt en de schilder, en dat er hier dus met reden sprake is van een echte integratie van kunst en architektuur. Vanriet bevestigt dat : “Op een bepaald moment heeft Michel Jaspers mij zelfs gevraagd een hele muur te herdenken. Hij vond hem te gefragmenteerd, en op zijn advies heb ik er een vloeiender geheel van gemaakt. “

De reakties van het personeel, zegt Jaspaert, zijn entoesiast. Voor het middagmaal wordt door sommigen al afgesproken bij bepaalde onderdelen van het werk. Lunchafspraak bij het rooster, bij de vis, of bij de gele naakte vrouwen.

Vanriet : “Dat dit de refter van een bank is, heeft in de keuze van mijn tema’s geen rol gespeeld. Overigens, Michelangelo heeft zijn Laatste Avondmaal ook voor een refter geschilderd. Maar nee dus, ik heb mijzelf een plezier gedaan en erin gestopt wat ik er wou instoppen. Die vis daar bijvoorbeeld komt uit Johannes. (Een reeks schilderijen geïnspireerd op het Johannes-evangelie, nvdr.) Hier zie je een stukje van een achterhoofd dat ik eerder gebruikte, maar dan nu enorm uitvergroot. Door het opblazen krijgt het iets heel grafisch. Voor sommige fragmenten heb ik eerst een tekening gemaakt, dan daarvan een linoleumgravure, en daarvan een foto die ik op computer heb ingescand. Ik heb wel rekening gehouden met de funktie van deze ruimte bij de keuze van de kleuren. Het mocht zeker niet te somber worden. Het was immers niet de bedoeling dat de mensen na hun middagmaal gedeprimeerd terug achter hun computer zouden gaan zitten. “

“Het is waar, ik heb periodes gehad, mijn blauwe bijvoorbeeld, dat mijn werk vrij somber was. Ik wilde toen een aantal heel persoonlijke dingen wegschilderen, zoals een schrijver dingen wegschrijft. Maar je moet niet je hele leven terapeutisch blijven schrijven of schilderen, want dan is er natuurlijk iets fundamenteel fout. “

Vanriet heeft de gewoonte steeds maar wijzigingen aan zijn werk te willen aanbrengen. Moet men in de Kredietbank verwachten dat hij hier af en toe met verf en borstel zal staan om zijn muurschildering wat bij te werken ? “Nee”, lacht hij, “maar met schilderijen kan ik het inderdaad niet laten. Ook werken die in catalogi staan, durf ik in mijn atelier weleens korrigeren. ” Af en toe zelfs in die mate dat er van het oorspronkelijke werk niets meer overblijft. “Ja, zo heb ik wel wat werken die alleen nog maar bestaan als een laag onder een ander werk. Da’s het nadeel van de schilder. Een dichter kan zijn poëzie herschrijven zonder dat hij de eerste versie kwijtspeelt. “

Vanriet werkt de laatste jaren graag op Koreaans Hanji-papier, maar hij heeft ondertussen ook de techniek ontwikkeld om dezelfde struktuur en gevoeligheid te verkrijgen met acryl op doek. Dat is in de KB-refter op vele plaatsen te zien : heel veel transparante dunne lagen over mekaar, wonderlijke kleurwaarden die het werk een fascinerende diepte geven.

Kwelt het hem nu niet dat dit geen publieke ruimte is en dat zijn werk dus door weinigen zal gezien worden ? Vanriet : “Dat valt wel mee. Het wordt iedere dag gezien door zeventienhonderd mensen, en binnenkort is hier een opendeurdag waarop men zo’n tienduizend bezoekers verwacht. Ik ken tentoonstellingen waar minder volk komt. Nee, dit werk leidt een veel minder doods bestaan dan een schilderij dat in een privé-kollektie hangt. “

Dat kan ook gezegd worden van zijn enorme spandoek aan het Antwerpse Filmmuseum waar geen wandelaar op de Meir ongemerkt aan voorbijkan, of van de glasramen in het stadhuis van de sinjorenstad. Op dit ogenblik werkt hij aan een projekt dat door héél veel mensen kan bewonderd worden : een muurschildering voor een metrogang. Waar, wil hij nog wat geheim houden omdat de afspraken nog niet helemaal rond zijn. Maar de technische problemen om de kreatie te vrijwaren van krassen en graffiti houden hem al volop bezig.

Jan Vanriet : “Ik heb fundamentele elementen uit mijn werk van de laatste drie jaar in een soort antologie bij elkaar gebracht. “

Vanriet : “Dit wordt dagelijks door 1700 mensen gezien. Er zijn tentoonstellingen waar minder volk komt. “

Vanriet : “Het was niet de bedoeling dat de mensen na hun middagmaal gedeprimeerd terug achter hun computer zouden gaan zitten. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content