Hoewel breiwerk de hoofdmoot blijft in Point Virgule, tekent Joëlle Ureyn ook voor linnen en katoen.

In de showroom van haar persbureau legt Joëlle Ureyn enthousiast stukken uit de zomercollectie van Point Virgule bijeen. Combinerend stelt ze verschillende silhouetten voor, en geeft commentaar. “Neem nu deze tuniek in voile viscose. Je kan ze dragen op een lange linnen rok. Samen met dit kort pulletje in mohair en merinos, krijg je een zeer modieus silhouet in laagjes. Zonder de pull oogt het een stuk klassieker.”

Laagjes en onderling combineerbare stukken zijn de pijlers van Point Virgule. “Je moet je klant stukken voorstellen waaruit zij kan kiezen, afhankelijk van smaak en budget”, vindt Joëlle. “Alle kledingstukken van de collectie passen goed bij elkaar. Als je vandaag een pantalon en een blouse koopt en later een debardeur, dan maak je er weer een ander silhouet van.”

Point Virgule bestaat sinds 1985. Joëlle en haar man Claude Ureyn hadden een groothandel in tricotcollecties. Maar toen Joëlle niet meer vond wat ze zocht, besloot ze om een eigen lijn te tekenen. Ze deed dat samen met haar man, die zich om de boekhouding bekommert. “Ik heb geen modeopleiding gevolgd, maar ik ben als het ware in de mode geboren. Zowel mijn ouders als mijn schoonouders hadden een boetiek. Ik ben er dus altijd mee bezig geweest. Zelf een collectie tekenen geeft me een enorme voldoening. Ik ben dolgelukkig als ik op straat een vrouw in Point Virgule zie.”

Joëlle startte met tricot. “Dat was toen ongewoon. Je vond niet zo gauw pantalons en rokken in tricot. Daarmee zijn we bekend geworden. Geleidelijk werd de collectie vollediger, hoewel de nadruk op tricot bleef: zo’n 70 procent tegenover 30 procent confectie.” Point Virgule groeide uit tot een bedrijf met tien werknemers, één boetiek en rond de 200 verkooppunten.

“We hebben in het begin gouden tijden gekend. De pakjes in tricot vlogen de deur uit. Maar toen stagneerde die trend. Ik had bovendien andere zaken aan mijn hoofd; ik werd kort na elkaar moeder van twee dochters. Sinds enkele jaren gaat het weer in stijgende lijn. Tricot is helemaal terug, en bovendien is de collectie compleet geworden. Dat vertaalt zich nu al twee seizoenen in een omzetstijging van 30 procent.”

Point Virgule situeert zich qua prijs in de middenmoot, een pull kost nooit meer dan 4500 frank. Meer dan 85 procent van de collectie wordt in België geproduceerd, door fabrikanten met wie Joëlle al sinds het begin werkt. “We zijn samen geëvolueerd. We lijken wel een grote familie.”

De kleuren voor deze zomer zijn wit, lichtgrijs, beige… Allemaal sobere kleuren. “Ik denk dat vrouwen van nu kleren willen die hen niet snel vervelen. Op een knalkleur als roze ben je gauw uitgekeken. Ik hou het sober en ook zeer praktisch. Wasbaar dus. Het kan niet voor alle stukken, maar toch voor veel. Zelfs ons linnen is machinewasbaar.” Accessoires als sjaals en zelfs nagellak behoren nu ook tot het aanbod. “In functie van de kleuren van mijn stoffen kies ik de nagellakken. Het is een leuk gadget: voor 250 frank geef je een silhouet een geraffineerde afwerking. Als het zo goed blijft lopen, brengen we na de zomer ook lippenstiften uit.”

Rest nog Joëlles grote droom: export. “Het is een droom, maar geen doel op zich. We zullen gewoon proberen. Ik denk dat Point Virgule er klaar voor is.”

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content