Dansen boven de andijvie

Jean-Paul Mulders

“Hoe gaat het met je moeder?” vraagt iemand die ik in geen jaren gezien heb.

“Goed”, antwoord ik. “Ze is nu verslaafd aan Facebook.”

Sinds mijn moeder het sociale medium ontdekt heeft, is zij er niet meer van weg te branden. Vermaard zijn haar foto’s van de lucht en van wolkenpartijen, waarmee zij op korte tijd een internationale vriendenkring opbouwde. Zij communiceert in vreemde talen, al dan niet bijgestaan door Google Translate. Het zou mij niet verbazen mocht zij op een dag afreizen naar Zanzibar, ondanks haar 74 jaren.

Mijn moeder heeft altijd de drang gehad om groots en meeslepend te leven. Ik was niet haar corebusiness, maar een soort aangename bijzaak. Terwijl ik in de schaduw van de spaanplaatfabriek schommelde, veroverde zij met mijn vader de wereld. Op foto’s staat zij stijlvol naast termietenheuvels die drie keer zo hoog als zijzelf zijn. Mama bij de piramides van Gizeh, mama bij evenaarsdopen op oceaanreuzen – in een tijd waarin het voetvolk nog naar de Ardennen reisde. Ze had het soort glamour waar normale stervelingen slechts van kunnen dromen. “Zo’n mooie vrouw”, zei mijn liefje van toen we acht waren. Ik zag haar onlangs terug, en blijkbaar had mijn moeder een blijvender indruk gemaakt dan ondergetekende: “Ze leek wel een filmster! Ik zie haar nog uit de auto komen in slow motion.”

Mijn moeder heeft altijd de drang gehad om groots en meeslepend te leven. Ik was niet haar corebusiness

Mijn moeder werd tijdens een bombardement geboren. Dat heb ik altijd glorieus van haar gevonden. Er zit iets tegendraads in, omdat bombardementen eerder bedoeld zijn om levens te roven. Haar vader liep in paniek het huis uit, dan weer naar binnen terwijl haar moeder lag te roepen: “Zien jullie niet dat ik doodga?” Dat had meer met barensnood te maken dan met de Vliegende Forten die laag overvlogen. Het was allemaal wat heftiger dan mijn geboorte, waarover niet veel spannenders valt te melden dan dat de non in slaap was gevallen en dat de dokter te laat kwam. Ik was bijna de pijp uit, maar niet zoals bedoeld wordt bij geboortes.

Mijn moeder overleefde het bombardement. Zij werd een kind van de wederopbouw. Soms vertelde zij mij over haar leven van vroeger, toen zij reed in een knalrood BMW’tje en al eens een glas ging drinken met vrienden. Dat vond ik eigenaardig. In mijn kinderlijke logica dronk je geen glas, maar de vloeistof die erin zat.

De tederste herinneringen heb ik aan hoe ze mij bij het slapengaan voorlas, met de geschoolde stem die zij had overgehouden aan jaren toneel en voordracht. Ik geloof dat in die uren mijn passie voor storytelling werd geboren. Zij las de Spin Sebastiaan, en Frederica de kip van Godfried Bomans. Een betoverend verhaal van amper een A4’tje, vol geheimzinnige woorden. Ik herinner mij de muggen die dansten boven de andijvie. De teleurstelling toen ik er later achter kwam dat andijvie ook maar een soort groente was.

Onlangs kwam ik Frederica weer tegen, in een boek dat door de jaren vergeeld was. Ze bleek een dommere kip dan ik destijds had begrepen. Haar haan – “Jan, heette hij” – parkeert haar op de eieren terwijl hij er alweer met een nieuwe scharrel vandoor gaat.

Zoiets zou mijn moeder niet overkomen. Zij weet dat je ongrijpbaar moet blijven.

jean-paul.mulders@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content