De Antwerpse Daniella Somers (32) is wereldkampioene kickboksen en boksen. Wij zijn echt geen manwijven, maar doodgewone vrouwen, zegt ze.

FRANK BUYSE FOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Ik was altijd al heel sportief, alleen omdat het PMS twijfelde aan mijn leercapaciteiten heb ik hotelschool in plaats van sporthumaniora gevolgd. Dat vind ik nog steeds jammer. Ik heb heel veel gedaan : atletiek ik was provinciaal kampioene kogelstoten judo, karate, baseball, voetbal, squash, skateboard, indoorklimmen… Veel nieuwe sporten, ja, alles wat hot was, wilde ik uitproberen. Zo kwam ik via mijn broer zo’n tien jaar geleden bij het kickboksen. Ik deed meteen mee, vond het heel tof : fysiek heel afmattend maar technisch verrassend moeilijk. Ik stond er geen moment bij stil dat het om een agressieve, onvrouwelijke sport ging. Ik bèn ook geen agressief type, au contraire, ik vermijd altijd ruzie. Ik had, en heb wel nog steeds een fysieke uitlaatklep nodig. Toen ik een tijdje niet sportte, voelde ik mij heel slecht. Mijn man speelde tafeltennis, en in de tribune toekijken, vond ik heel rot. Ik zocht ook graag zogenaamde mannensporten op. Dat komt wellicht omdat ik ben opgegroeid in een jongenswereld. In mijn omgeving was dus niemand echt verbaasd toen ik ging kickboksen. Toch hoorde ik vaak : al die blauwe plekken, dat is toch geen vrouwensport. Ik weet nog hoe onnozel men keek toen men op een seminarie vaststelde dat de wereldkampioen die les kwam geven een vrouw was. Dan dacht ik : wacht maar, mannekes… Ik heb ze zo laten afzien dat ze’s anderendaags niet meer uit hun bed geraakten. Mijn man vond het aanvankelijk ook maar niks, maar voor één keer heb ik mijn willetje doorgedreven (grijnst). Neen, echt, thuis doe ik geenszins geëmancipeerd : ik was en plas als elke normale vrouw, mijn man zorgt voor de boterhammekes. Maar dat vrouwen in de sport als het vijfde wiel aan de wagen worden beschouwd, vind ik heel erg. Ik stond als vrouw ook lang alleen, heb jarenlang met mannen moeten trainen en kampen. Maar zelfs bij identiek gewicht ik zit in de gewichtsklasse – 62,5 kg is het verschil in kracht te groot.

Ik ben heel competitief ingesteld, wilde altijd zo snel mogelijk kampen, de beste zijn. Na de eerste wedstrijden volgde mijn eerste strijd om de Europese titel. Die verloor ik door een totaal gebrek aan begeleiding. Ik moest alles zelf beredderen : om nieuwe technieken te leren eerst een paar keer gaan kijken in Thailand waar Thai-boksen door vrouwen overigens wordt beschouwd als ontheiliging van de ring , daarna zelf een sport clubke begonnen… Pas daarna ben ik met een Nederlandse trainer beginnen werken. André zei meteen : ik maak van jou een wereldkampioen. En jawel, ik haalde in maart ’92 in Straatsburg die wereldtitel. In mei ’93 is mijn zoontje geboren, nauwelijks zes maanden later werd ik in Boedapest onverwacht opnieuw wereldkampioen.

Vorig jaar april werd ik uitgenodigd om in Las Vegas voor de wereldtitel Engels boksen te kampen, een nieuwe uitdaging. Ook daar won ik, tegen de Noorse Helga ? Snowcat” Risoy. Achteraf waren alle toeschouwers heel enthousiast, de meesten vonden die vrouwenkamp minder brute kracht, meer techniek zelfs mooier dan de mannenkampen. En ik moet toegeven : de erkenning is nu veel groter. Hoewel ik besef dat ik nog steeds word aangezien als een rariteit : een vrouw die bokst ! In België wordt het vrouwenboksen door de wet Philippart van 1958 trouwens nog steeds verboden. Op 8 april wil ik nochtans boksen in Antwerpen. Zo nodig, dwing ik via de rechtbank een licentie af, want discrimatie op basis van sekse mag niet.

Tja, waarom ga ik, 32, wereldkampioene en intussen moeder, nog door ? Niet omwille van het geld, met veel moeite kunnen de kosten voor een kamp worden gedekt, de rest is op eigen kosten. Sponsoring is er nauwelijks. Nick ? Ons zoontje is erin opgegroeid natuurlijk, ik zou alleen niet graag klappen krijgen als hij toekijkt. Dan moet papa er maar even mee gaan wandelen (lacht). Ik weet wel dat velen boksen een mensonwaardige sport vinden, en twee mensen die op elkaar inkloppen, is helemaal onvrouwelijk, maar het gaat om de sport, om het spelleke, niet om de agressie. Er zijn risico’s natuurlijk, maar die heb je in voetbal of autoracen ook. En vrouwelijke boksers zijn heus geen manwijven of domme, blonde stoten. Maar doodgewone vrouwen. Op de persvoorstelling in Amerika keken er veel raar op toen daar netjes opgemaakte vrouwen werden voorgesteld. Waar blijven die boksers ?, zag je ze denken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content