Met 27 procent van de stemmen is Daniël Ost door Weekend Knack-lezers verkozen in de poll Mensen van het Jaar 2003. Voor de internationaal geëerde bloemenkunstenaar stond dit jaar vooral in het teken van zijn pas geopende boetiek in Brussel.

Tien jaar geleden had niemand kunnen denken dat een bloemist ooit tot ‘Mens van het Jaar’ verkozen zou worden. Toch heeft Daniël Ost deze eer uitsluitend aan zichzelf te danken. Zonder hem zou de bloemschikkunst van vandaag en morgen er heel anders uitzien. Tot ver buiten de grenzen herkent men zijn stijl, mede dankzij zijn boeken die wereldwijd worden verspreid.

Maar ook al reist de bloemenkunstenaar sinds zijn internationale doorbraak de wereld rond, het laatste jaar was hij meer thuis dan ooit. Meestal was hij te vinden op één adres : Koningsstraat 13, waar zijn Brusselse boetiek een onderkomen kreeg. Hij wou absoluut zelf het toezicht behouden op de werf en de afwerking volgen tot in het kleinste detail. De inzet was groot. Al twintig jaar droomde hij ervan zijn creaties te kunnen tentoonstellen in dit meesterwerk van de art nouveau, ontworpen door Paul Hankar. Het resultaat mag er zijn. De twee kunstenaars hebben elkaar gevonden, ook al ligt er honderd jaar tussen hen beiden. De bloemen van Daniël Ost staan hier in een grandioos decor.

Het was nochtans een hele uitdaging om zich hier te komen vestigen, in een beschermd gebouw. Een deel van het verloren gegane meubilair moest opnieuw worden ontworpen, het juiste kleurenpalet gekozen. Ost nam het risico om in plaats van een kroonluchter uit die tijd een glas-sculptuur van L’Anverre op te hangen. Over dit en duizend andere punten uit het lastenboek werd grondig en soms vinnig gediscussieerd met het Stadsbestuur, eigenaar van het pand. De weg was lang en niet zonder hindernissen.

De winkel in de Koningsstraat staat ook symbool voor de weg die Daniël Ost heeft afgelegd van zijn geboortestad Sint-Niklaas naar de hoofdstad van Europa. Want het was niet alleen zaak zich te presenteren aan de bewoners, maar ook aan bezoekers uit de hele wereld, van Barcelona, New York, Londen tot Shanghai. Want op die manier houdt hij voeling met wat er leeft onder zijn klanten. Hier zet hij een signatuur neer, zoals een groot couturier.

Daniël Ost : “Het laatste restje onzekerheid verdween tijdens mijn laatste reis. In de trein naar Parijs zag ik in het tijdschrift Thalyscope op de eerste bladzijden het verslag van de opening van mijn winkel in Brussel. Dezelfde dag kreeg ik het magazine van Royal Jordanian Airlines in handen met daarin een artikel over art nouveau in Europa. Voor Brussel stond de vitrine van Hankar op de foto.”

Prinselijk huwelijk

2 september 2003. Nadat bij het vallen van de nacht de stoep nog was schoongeschrobd, ging voor het eerst het zware metalen luik omhoog en was de verlichte vitrine te zien : een heerlijk moment voor Daniël Ost, de beloning voor twee jaar hard werken. De volgende dag werd de winkel feestelijk geopend in aanwezigheid van honderden mensen. Onder hen ook de ‘goede fee’ in de persoon van Catherine Deneuve. Drie maanden later was zij gasthoofdredactrice van de speciale kersteditie van Vogue Paris, en wijdde een hele bladzijde aan Daniël Ost, van wie ze een trouwe fan is en wiens boeken ze verzamelt.

De opening van de boetiek zou bijna een ander belangrijk evenement van dit jaar in de schaduw stellen, met name het huwelijk van Prins Laurent en Claire in het voorjaar. “Voor het huwelijk van Filip en Mathilde ben ik vrij laat aangesproken, maar voor Laurent en Claire kreeg ik veel tijd om het project uit te werken.” De uitdaging was ook groot : doordat het ging om een gelijkaardige plechtigheid en op dezelfde locatie, werd Ost geconfronteerd met zichzelf. “Hoe kon ik het evengoed doen of beter, en toch anders ? Bijkomende handicap was dat de Gentse Floraliën niet wilden dat er snijbloemen gebruikt werden, maar wel azalea’s in potten.

En dus begon Daniël Ost zoals gewoonlijk met het maken van schetsen en tekeningen. “Uit het huwelijk van Filip en Mathilde had ik wel iets geleerd dat ik tot dan niet kende : namelijk de rol van tv-camera’s. Een deel van de bloemendecoraties is dus speciaal ontworpen voor de camera’s die van op het hoogkoor beelden weergaven in vogelperspectief.” Zo kregen we die prachtige beelden te zien van de sleep van Claire omringd door een dubbele waterval van witte azalea’s. In totaal werden er zesduizend geprepareerd door Vlaamse kwekers, die op deze manier internationaal in de kijker kwamen.

Van Japan tot Jordanië

Huwelijken waren ook de reden van zijn achtenvijftigste reis naar Japan in de voorbije oktobermaand. Op het programma : de Daniël Ost Wedding Show. Twintig modellen voor twee shows van anderhalf uur en tweeduizend vijfhonderd toeschouwers. Tachtig mensen werkten mee aan de versiering en het samenstellen van de bruidsboeketten. Achttienduizend takken gipskruid werden die dag verwerkt !

Zoals voor al zijn shows had Daniël Ost alles weken vooraf uitgetekend en had hij al zijn documenten bij zich. Het is de enige manier om te kunnen communiceren met andere mensen, of ze jouw taal spreken of niet, en om het uitwerken van ideeën met succes aan anderen te kunnen toevertrouwen. Zo gaat hij ook telkens te werk voor al zijn demonstraties of tentoonstellingen.

Van die manifestaties vindt men her en der sporen terug in de vijf monografie- en die hij tot nog toe heeft gepubliceerd. “Die boeken zijn van doorslaggevende invloed geweest op mijn carrière. Vóór de publicatie van het eerste boek Bladeren in Bloemen, veertien jaar geleden, kende men mij via wedstrijden, maar alleen binnen het gesloten wereldje van de bloemisten. Dankzij het grote publiek ben ik geworden wat ik nu ben.”

Aan een ander boek, gewijd aan feesten, heeft hij een nieuw project te danken : de aankleding van een uitzonderlijke locatie, namelijk de site van Petra in Jordanië, “nog indrukwekkender dan de piramiden.” Het evenement is gepland voor mei. “De opdrachtgevers hebben me ontdekt door in Milaan het boek Invitations te kopen. Eind november ben ik op verkenning geweest in Jordanië. We hebben een bezoek gebracht aan bedoeïenen in de woestijn. Ze hebben voor de gelegenheid een schaap geslacht en we hebben in een tent geslapen. Nog nooit in mijn leven heb ik zo’n mooie hemel gezien. ’s Nachts zie je werkelijk de melkweg. We zijn ’s morgens heel vroeg opgestaan. Zonsopgang in de woestijn is iets buitengewoons. De kleur van de hemel verandert minuut na minuut.”

Voor 2004 staan ook al enkele reizen naar Japan en Korea in Daniëls agenda. Vijf projecten staan op stapel, waaronder een demonstratie voor Sint-Valentijn, de uitwerking van het thema ‘roos’ in de zeer selecte Mitsui Club en een opdracht ter gelegenheid van een grote tentoonstelling gewijd aan Moon Gardens. “In China en Japan bestaat een traditie van tuinen die aangelegd zijn om er naar de maan te staren, bijvoorbeeld de zilveren tempel in Kyoto ( Ginkaku-Ji).”

In totaal zal Daniël Ost drie weken doorbrengen in het Land van de Rijzende zon. Dat hij daar hoog wordt aangeslagen, illustreert een scène die zich afspeelde tijdens een internationaal congres voor bloemisten in Hamburg enkele jaren geleden : toen Daniël Ost er op het podium verscheen, veerden de 400 aanwezige Japanners als één blok recht en groetten hem eerbiedig.

Westerling of oosterling?

Vroeg of laat wordt Daniël Ost dan ook geconfronteerd met de onvermijdelijke vraag : “Voelt u zich meer westerling of oosterling ?” Zijn antwoord begint met een metafoor : “Men zegt dat wij in de westerse wereld met het corpus en de kleuren van bloemen werken, en dat men in Japan met hun ziel werkt. Je moet trachten een perfecte balans tussen die twee werelden te bereiken.” Maar hij voegt eraan toe : “Mijn langste verblijf in Japan was zes weken. Ik miste mijn land. Alle dingen in het leven hebben een zonnige kant en een schaduwzijde. Ook al ben ik beroemd in Japan, ik zal nooit een Japanner zijn. Ik ben een kind van Vlaanderen, een afstammeling van de Fluwelen Breugel en andere zeventiende-eeuwse schilders van bloemen.”

Hier in Vlaanderen voelt Daniël Ost zich het best in zijn sas, in het Scheldeland tussen Temse en Bornem of in een van de cafeetjes op de Grote Markt in Sint-Niklaas, waar hij graag een babbeltje slaat bij een Orval, duidelijk zijn lievelingsbier.

In een café in Sint-Niklaas is het ook allemaal begonnen. Hij mag dan nu wel een wereldreiziger zijn, hij vertelt nog vaak dat het langste stuk in zijn levensparcours de weg was tussen het café van zijn ouders en het Onze-Lieve-Vrouwplein in Sint-Niklaas, waar zijn winkel is gevestigd. “Mijn vader en zijn entourage waren fel gekant tegen mijn plannen om bloemist te worden. Gelukkig heeft mijn moeder mij altijd gesteund. Maar als ik er goed over nadenk, is mijn grootmoeder eigenlijk mijn eerste fan geweest. Toen ik nog maar vijf was, vroeg zij mijn grootvader of hij de gladiolen in de tuin wilde opbinden, zodat ik mooie bloemen kon gebruiken in de boeketjes die ik toen al maakte.” n

Tekst en foto’s Jean Pierre Gabriel

Daniël Ost : “Het vormgeven met plantdelen heeft een diepe affiniteit met de wereld van de sculptuur. De binder moet in korte tijd, verse, plantaardige materialen omzetten in nieuwe entiteiten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content