Een dag lang volgen we bekende en minder bekende mensen. Een miniportret in vijf momenten.

Martine Gyselbrecht (52) ontwerpt interieurstoffen. Als twintiger stapte ze uit het humanioraonderwijs en in de natuur.

08.00

Gyselbrecht kiest sinds haar twintigste voor een huis in de natuur: “Daar heb ik met mijn handen leren werken: zat ik niet in de grond te wroeten, dan zat ik wel te tekenen of te breien met wol van mijn schapen. De hippiejaren, hé. Zo ben ik avondles gaan volgen, om zelf te kunnen weven. Eigenlijk ben ik een autodidact, ik heb geëxperimenteerd met materialen als leer, vlas, papier en planten.” Martine rijdt op de fiets naar Gent: “Met plezier, maar ik wil gauw weer een wagen. Een noodzakelijk kwaad om deel te nemen aan textielbeurzen, bedrijven te bezoeken en de collectie op te volgen. Ik kan moeilijk vragen om me op te pikken aan het station.”

09.00

“Sinds een jaar doceer ik textieltechnologie aan de eerste jaren van de textielafdeling van de Gentse Hogeschool. De meeste studenten zijn zo oud als mijn eigen kinderen. Het is heel lonend: ik maak hen wegwijs in de diverse grondstoffen en de vervaardiging en verwerking van de draden. Textieldesigners die zelf weven zijn zeldzaam. De meesten tekenen nu op computerscherm, ze hebben geen voeling meer met de stoffen.” Gyselbrecht begon haar carrière als lerares plastische opvoeding, maar stapte er al snel uit: “In de humaniora worden de kunsten niet serieus genomen. Als kind wilde ik trouwens ballet dansen, maar dat zagen mijn ouders niet zitten. Nu mijn dochter woord en drama studeert, leef ik sterk met haar mee.”

13.00

Afspraak met een vriendin in Mokabon, een rokerig Gents koffiehuis dat Gyselbrecht leerde kennen als studente. “Ik had Mie al twee jaar niet meer gezien. Toen we elkaar vorige week kruisten, hebben we meteen afgesproken. Ze is ondertussen getrouwd, stel je voor.”

16.00

“Enkele maanden geleden vroeg de stad Gent me om mee te werken aan ‘Ontdekkingsreis‘, een project waarin jongeren kennismaken met artistieke vakken. Zo hebben leerlingen vlinders beschilderd om scholen op te fleuren. Die zijn al grijs genoeg. Theresa Desmet, ook een vriendin, helpt me bij het afwerken van de vlinders.” Kledingstof ontwerpen zegt Gyselbrecht niets: “Te vluchtig. Ik zoek naar duurzame en eerlijke stoffen, los van modetrends.” Dat het VIZO haar in 2000 een Henry van de Velde-prijs gaf, was een hart onder de riem: “Erkenning is altijd prettig, want als textielontwerper moet je alles zelf doen. Mocht ik de hele dag alleen maar kunnen weven, ik zou dolgelukkig zijn.”

20.00

“Ik kan uren slijten aan mijn weefgetouw, wel acht per dag. Ik kan zo opgaan in thema’s als schriftuur of transparantie, dat ik de tijd gewoon vergeet. Niet weven valt me zwaar, ik ben gehecht aan mijn getouw. Zoiets koop je niet elke dag. Het is elf jaar oud, maar heel degelijk. Op de zolder staat er nog één. Hopelijk vind ik snel een groter huis met een écht atelier. Hier voel ik me beklemd.”

Wim Denolf / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content