De zon straalt, de terrasjes zitten vol mooie mensen, de klokken kleppen er vrolijk op los en de stad draagt het bedwelmende parfum van bloeiende lindebomen. Een romantisch decor met een rijk verleden.

Cremona, 80 kilometer ten zuiden van Milaan, is een stadje met amper 70.000 inwoners, maar het is een verrassing van formaat. En wij zijn zeker niet de enigen die er zo over denken of dachten. In de loop der tijden werd dit vruchtbare gebied in de Po-vallei belegerd door onder meer Kelten en Romeinen, Byzantijnen, Spanjaarden, Oostenrijkers en Fransen. Pas sinds 1860 maakt de provincie Lombardije, waarvan Cremona de hoofdstad is, deel uit van het verenigd Italië. Sporen van dat woelige maar rijke verleden liggen voor het rapen in het centrum van de stad. De dertiende-eeuwse Torre Campanaria, in de volksmond il Torrazzo, een zes verdiepingen tellende klokkentoren van 114 meter hoog, van waarop lui als Mozart, Napoleon en Herman Hesse het omliggende landschap bewonderden. Het achthoekige Baptisterium uit 1167. De Loggia dei Militi uit 1292. Tal van palazzi en kerken, waarvan de Duomo met een magnifieke façade de belangrijkste is. In 1107 begon men met de bouw ervan en daar ging men eeuwen mee door. En het is precies hier, in de Capella del Duomo, dat de wereldberoemde traditie van Cremona ontstond.

De eerste viool

Il ‘Divino’ Claudio Monteverdi (1567-1643) legde in Cremona met zijn Orfeo en l’Incoronazione di Poppea de grondslag van de ‘moderne’ opera, maar nog bekender zijn de vioolbouwers van Cremona. Andrea Amati maakte in 1566 de allereerste viool ter wereld. Zijn kleinzoon Nicoló was de leraar van de legendarische Antonio Stradivari (1644-1737) die al zijn voorgangers overtrof . Stradivari werd om en bij de 93 jaar en heeft maar liefst 1100 tot 1200 muziekinstrumenten gebouwd, waarvan er nog steeds meer dan 500 in omloop zijn. Meestal zijn dat violen, maar ook cello’s en zelfs harpen en gitaren. Een van de allermooiste violen ter wereld, een stradivarius uit 1713, kreeg een bijzondere plaats in de collectie in de Sala dei Violini van het Palazzo Comunale. Klokslag twaalf uur haalt Maestro De Lorenzi de stradi, die voor vier miljoen euro verzekerd is, voorzichtig uit de glazen kast en speelt liefdevol en zeer gevoelig een stukje Brandenburgse van Bach en wat Brahms… De andere violen bespeelt hij of Maestro Mosconi in volledige afzondering, maar het intiem ritueel moet dagelijks herhaald worden of de violen verliezen hun karakteristieke klank.

Cremona heeft nog steeds een school voor vioolbouwers. De opleiding duurt vijf jaar en lokt studenten uit alle hoeken der aarde. Vandaag telt de stad een 130 vioolateliers. Luca Maria Gallon komt uit Zuid-Italië, maar werkt hier al 24 jaar. Hij vindt het prima dat hier zoveel vioolbouwers zijn, die concurrentie is goed voor de kwaliteit. Maar de concurrentie die hij niet ziet zitten, die hem zelfs beangstigt, roept het beeld op van Het Gele Gevaar, dat niet alleen wereldwijd de textielsector bedreigt. “Chinezen komen hier de knepen van het vak leren, daarna keren ze terug naar China en openen er een fabriekje, waar ze in hoog tempo andere Chinezen opleiden. Ze kennen hun vak en maken violen die even goed en even mooi zijn als de onze, maar stukken goedkoper. In China koop je een prachtexemplaar voor 165 euro, terwijl een viool bij mij 7000 euro kost. Ik maak één viool in twee maanden tijd. Zo’n atelier in China levert er vijf per maand.”

Luca heeft zijn atelier in het voormalige achttiende-eeuwse hotel La Colombina, waar Mozart ooit twee nachten verbleef, en Joséphine,madameBonaparte. Waar destijds de keuken was, pruttelt nu een potje lijm au bain-marie, lijm die Luca zelf maakt van dierenbotten en -huid en allerlei mysterieuze grondstoffen uit glazen bokalen. Elke vioolbouwer heeft zijn keukengeheimen en Luca geeft er weinig van prijs. Dat hoeft ook niet, wat hij wél vertelt, is boeiend genoeg. Hij begint aan een viool met drie kilo hout. (Esdoorn voor de rug, een rode pijnboomsoort uit de Dolomieten voor de buik en nog iets anders voor de zijkanten en de kam.) Na wekenlang en eindeloos geduldig zagen, snijden, beitelen, schaven of hoe al dat verfijndere werk ook moge heten, ligt er een halfklaar product van 400 gram dat nog minstens 25 laagjes vernis moet krijgen, en tussen elke lakbeurt wordt het instrument nauwkeurig geschuurd.

Peddelen op de Po

Behalve de geurige lindebomen is er niet bijzonder veel groen in de stad. Er is een stadsparkje, op de Piazza Roma. Vroeger stond daar de kerk, waar de beroemde vioolbouwers begraven lagen. Maar de kerk werd afgebroken, en de ruimte teruggeschonken aan ‘Het Volk’. De grafsteen van Antonio Stradivari ligt er nog, en er staat een standbeeld van inwoner Ponchielli, de man die La Giaconda componeerde, het muziekstuk met De dans der uren, die gebruikt werd in de Disney-film Fantasia.

Maar rondom de stad is heel veel groen. Cremona werd in de derde eeuw op de linkeroever van de Po gebouwd, maar nu ligt de rivier een eind buiten de stad omdat de bedding een andere weg gezocht heeft in de loop de tijden. Aan de Po liggen nog andere fraaie steden zoals Pavia, Lodi en Mantova. Slimme Amerikanen droomden al van cruiseschepen van op de Po, maar helaas : door de aanhoudende droogte laat de Po geen grotere boten toe dan kano’s, kajaks en ander peddeltransport. En daar maken de inwoners van Cremona graag gebruik van, alsook van de zandbanken in de rivier. Daar slepen ze strandstoelen naartoe, om er te liggen bakken in de zon. Actievere bewoners begeven zich naar het park aan de oevers van de Po, waar speeltuinen en sportterreinen liggen, en tal van wandel- en fietspaden. Er zijn ook diverse uitgestippelde fietsroutes langs de Po, die in lengte variëren van 13 tot 65 kilometer en die langs landelijke wegeltjes naar dorpjes en steden in de omgeving voeren.

+

+

Eten en drinken

Cremona heeft zijn eigen culinaire specialiteiten : torrone en mostarda. Van geen van beide is te achterhalen hoe oud de recepten zijn. Torrone is een soort noga en bestaat in diverse varianten met noten of rozijnen of sinaasappel. Mostarda di Cremona – het woord is afgeleid van het Franse moutarde – bestaat uit gesuikerde vruchten, bijvoorbeeld kersen, vijgen of peren, die enige tijd in een mengsel van suikerstroop en witte mosterd hebben gelegen. Het resultaat (een calorieënbom !) is een pikant bijgerecht dat hoofdzakelijk bij gekookt vlees wordt gegeten. Vooral orgaanvlees : tong, lever, nieren, testikels… Voor de liefhebbers.

Sperlari, een schattige winkel aan Via Solferino 25, bleef onveranderd sinds 1836 (zelfs de verkoopsters lijken popperig antiek), heeft al dat lekkers in huis. Ristorante Centrale, Via Pertusio 4, is een volks restaurant midden in de stad, waar iedereen komt : rijk en arm, oud en jong, alleen, per stel of per groep (+39 0372 28 701). Hosteria 700, Piazza Gallina 1, ligt op 300 meter van de kathedraal, maar je waant je er ver buiten de stad. Het is ondergebracht in een zeer rustige antieke palazzo van de familie Barbò, grootgrondbezitters op de Po-vlakte, en is nog in de originele staat van 1837 (+39 0372 36 175). Italië is het land van Carlo Petrini, de stichter van slow food. Toen in 1986 McDonald’s in Rome zijn deuren opende, kwamen sympathisanten van links Italië in opstand. Ze doopten hun groepje slow food “als een duidelijke blijk van het recht op genot. Genot dat niets te maken heeft met overdaad maar met matigheid.” Sindsdien kent de beweging almaar meer aanhangers. Ook Cremona heeft zijn eigen slow food-restaurant : La Sosta (via Sicardo 9, +39 0372 45 66 56, www.ristorantelasosta.com). We vragen de ober om twee verschillende primi piatti en twee secundi piatti om zoveel mogelijk te kunnen proeven. En we geven hem carte blanche, ook voor de wijn. De zeer vriendelijke en stijlvolle ober vindt dat een goed idee. ” I’m the driver“, grijnst hij. ” Trust me.” En om te beginnen, brengt hij bubbels uit de streek. Al wat op ons bord of in ons glas komt, groeide in de Po-rivier of op de Po-vlakte. Wijn, asperges, spinazie, prei, rijst, linzen, steur, zelfs kikkers… Met alles erop en eraan, van frizzante tot cappuccino : 92 euro voor een culinair festijn voor twee.

De reis

Deze reportage kwam tot stand met de medewerking van de Dienst voor Toerisme van de provincie Cremona en Enit Brussel. Alitalia vliegt tweemaal per dag van Brussel naar Milaan-Linate, heen en terug. ’s Zondags eenmaal. Heen en terug vanaf 204,85 euro, alles inbegrepen. Info en reservering : 02 551 11 22 of www.alitalia.be.

Vlieg het liefst niet naar Milaan-Malpensa, want dan moet u nog eens 80 kilometer over de ring rond Milaan, en die valt nog het best te vergelijken met die rond Parijs. Te mijden !

Het verblijf

Wij logeerden in Hotel Continental****, Piazza Libertà 26. Dit oude statige hotel vol vergane glorie ligt aan de rand van Cremona, op tien minuten loopafstand van het centrum. +39 0372 43 41 41. www.hotelcontinentalcremona.it

In het stadscentrum liggen ook aantrekkelijke hotels :

DelleArti Design Hotel****, Via Bonomelli 8, 26100 Cremona. Opgetrokken uit puur design. +39 0372 23 131, www.dellearti.com

Hotel Impero****, Piazza della Pace 21, 26100 Cremona. Oud-fascistisch bastion, compleet en smaakvol vernieuwd. +39 0372 41 30 13. www.hotelimpero.cr.it

Hotel Duomo ***, Via dei Gonfalonieri 13, 26100 Cremona. Pal in het centrum, met leuk terras in autovrije straat. +39 0372 35 242

MEER INFO

Azienda di Promozione Turistica del Cremonese, Piazza del Comune 5, 26100 Cremona, +39 0372 23 233,

www.rccr.cremona.it/

doc_comu/

Italiaanse dienst voor toerisme (Enit),

Louizalaan 176, 1050 Brussel, 02 647 11 54, www.enit.it

enit-info@infonie.be

Om documentatie op te vragen : 00800 00482542

beroemde burgers

componisten Claudio Monteverdi en Ponchielli, vioolbouwers Andrea Amati en zijn zoons en kleinzoon. En natuurlijk de beroemdste vioolbouwer aller tijden : Antonio Stradivari.

Door Griet Schrauwen / Foto’s Michel Vaerewijck

Cremona telt vandaag nog 130 vioolateliers, maar vreest voor de concurrentie uit China.

Amerikanen droomden van cruiseschepen, maar de Po kan alleen kano’s en kajaks aan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content