“Vaders moeten hun dochters onafhankelijkheid leren, maar ze ook tederheid schenken. ” Hoe moeilijk dat is, beschrijft de Italiaanse cineaste Cristina Comencini in haar roman

“De Ontbrekende Bladzijden”.

Jeroen Kuijpers

Piet de Moor

Foto : Joost van den Broek

In De Ontbrekende Bladzijden geraakt Frederica, de jongste dochter van de Italiaanse zakenman Guido Forte, in een zware depressie. Ze sluit zich op in haar kamer, eet en praat steeds minder en bestookt haar vader met briefjes vol verwijten aangaande hem en de overige leden van het gezin. Haar halsstarrige zwijgen neemt zulke proporties aan dat ze na een tijd zelfs niet meer kàn praten. Steeds wanhopiger gaat Guido Forte op zoek naar de reden voor Frederica’s zwijgen. Het antwoord lijkt te liggen in de noodlottige afloop van een liefdesrelatie die ze had tijdens haar eerste jaar op de universiteit. Haar toenmalige vriend Marco is op geheimzinnige wijze verdwenen en Frederica kan zich van de laatste ontmoeting niets meer herinneren. Toch is de eigenlijke reden van Frederica’s zwijgen haar protest tegen het extreem doorgedreven rationalisme van haar vader, die van zijn dochters eist dat ze intelligent, onafhankelijk en sterk zijn. Hun verlangen om ook afhankelijk en zwak te mogen zijn, heeft Guido Forte altijd ontkend. Daardoor werd hij een vader die aan de ene kant toestond dat er in zijn huis over alles openlijk gediskussieerd werd, en die aan de andere kant voorkwam dat er ooit gevoelens werden getoond. Pas wanneer vader en dochter in een levensgevaarlijke situatie terechtkomen, slagen beiden erin het stilzwijgen te doorbreken.

Heeft u in de plot van “De Ontbrekende Bladzijden” een misdaadelement ingebouwd om het spannender te maken ?

Comencini : Een beetje wel. De echte spanning zit natuurlijk in de ontwikkeling van de gevoelens, maar je hebt gebeurtenissen nodig om mensen met elkaar te laten praten. Zeker bij de leden van deze rijke Romeinse familie die wel graag diskussiëren over allerlei onderwerpen, maar die niet gewend zijn te praten over wat henzelf beweegt, moet er een aanleiding zijn om hen uit hun emotionele schulp te lokken. Als ik die raadselachtige verdwijning van Frederica’s vriendje Marco er niet in had verwerkt, zou het boek te veel uit monologue intérieur hebben bestaan. Uit mijn ervaring als cineaste ik heb inmiddels vier films gemaakt weet ik dat dit niet bepaald de meest boeiende manier is om een verhaal te vertellen.

Frederica weigert te praten. Waarom heeft u ze niet gewoon aan anorexia laten lijden ?

Comencini : Oh, maar haar ziekte bestaat wel degelijk. Ze heet afasie, en ze uit zich in een kombinatie van niet willen eten en niet willen praten. Meisjes die aan anorexia lijden, trekken zich in zichzelf terug en praten meestal hoe dan ook al weinig. De stap naar het volledige zwijgen is dan slechts klein. Het zwijgen kan zelfs zodanige vormen aannemen dat de patiënte niet meer kàn praten, zelfs als ze het zou willen, hoewel er met haar keel en stembanden niets aan de hand is. Toen ik het boek schreef, wist ik nog niet dat afasie werkelijk bestond. Ik verzon een ziekte die aan de eisen van mijn verhaal voldeed. Pas nadat ik het manuskript gereed had, heb ik een dokter opgezocht om hem te vragen of hetgeen ik verzonnen had niet té ongeloofwaardig was. Tot mijn verrassing antwoordde hij dat ik de symptomen van afasie vrij nauwkeurig beschreven had.

Guido Forte blijkt een slechte vader te zijn geweest. Toch heeft hij erg zijn best gedaan om van zijn dochters sterke, onafhankelijke vrouwen te maken. Dat is toch een heel mooi streven ?

Comencini : Zeker. Guido Forte is bovendien in veel opzichten een progressieve, anti-autoritaire man. Hij heeft zelf als kind het fascisme meegemaakt en wil zijn kinderen de geestelijke verstikking van de ideeën uit die tijd besparen. Hij vervalt echter in het andere uiterste. Zijn drie dochters moeten per se sterke persoonlijkheden worden en carrière maken in de maatschappij. Hij heeft geen oog voor de behoefte die ze ook hebben aan afhankelijkheid, hun verlangen om zich af en toe eens zwak te voelen en op een ander te steunen. Door die ontkenning stranden zijn oudste dochters, Catharina en Sylvia, halverwege. Ze maken hun studie niet af, trouwen, nemen een onbevredigend baantje en krijgen kinderen. Alles is halfslachtig aan hen, ook hun verzet tegen hun vader. Alleen Frederica is konsekwent in dat laatste.

Maar lijkt zij ook niet het meeste op haar vader ? In feite blijkt zij in haar brieven en dagboekfragmenten net zo hyperrationeel te denken als Guido Forte ?

Comencini : Je ziet aan haar schrijven dat een te ver doorgedreven rationalisme tot niets leidt. Ze formuleert in de ene zin een biezonder scherpe gedachte, om die in de volgende weer te ontkrachten. Haar vader doet als direkteur van het staatsbedrijf waarin hij werkt in wezen hetzelfde. Iemand die zuiver rationeel denkt, kan een zaak eindeloos van twee kanten bekijken en vindt voor elk argument altijd wel een tegenargument. Hetgeen uiteindelijk de doorslag geeft bij het nemen van een beslissing is namelijk een emotie en wie zijn emoties ontkent of onderdrukt, kan dus geen beslissingen nemen.

Frederica doet in zekere zin hetzelfde in haar relatie met Marco. Vandaar dat ze nergens toe leidt…

Comencini : Inderdaad. Ze ontmoeten elkaar geregeld op de campus van de universiteit en gaan dan naar zijn kamer in een louche pension in de stationsbuurt. Daar vrijen ze en vervolgens gaan ze weer uit elkaar. Hun relatie is zuiver lichamelijk. Ze weten niets van elkaar, zelfs niet de familienaam van de ander. Door het gebrek aan emoties krijgt de verhouding echter geen verleden, want elke ontmoeting verschilt in wezen niets van de vorige, en heeft daarmee ook geen toekomst. Frederica mag zich er dan een tijdlang goed bij voelen en vinden dat ze er zeer verstandig aan doet emoties hierin geen rol te laten spelen, na verloop van tijd krijgt ze de rekening geprezenteerd in de vorm van een ziekte, want gevoelens laten zich niet eeuwig onderdrukken. Juist deze passages blijken veel indruk te hebben gemaakt op jongeren die mijn boek hebben gelezen.

Er wordt niet alleen in het huis van Forte, maar ook op zijn bedrijf gezwegen over essentiële zaken. Heeft u daarmee bewust een parallel tussen het gezin en de maatschappij willen trekken ?

Comencini : Ja. Ik ben van huis uit ekonoom en ben vervolgens via de journalistiek in de wereld van de film en de literatuur terechtgekomen. Toen ik net was afgestudeerd, heb ik enkele maanden lang in opdracht van een organizatiebureau onderzoek verricht naar bepaalde aspekten van de bedrijfskultuur in een aantal ondernemingen. Het viel mij op hoe spaarzaam veel managers tegenover hun ondergeschikten met informatie omgingen. Soms was dat nodig om de voortgang van het werk te bevorderen, maar meestal was het pure machtswellust. Het feit dat werknemers beseffen dat ze niet van alles op de hoogte zijn, geeft ze een gevoel van hulpeloosheid en dat maakt ze afhankelijker van hun chef. Natuurlijk proberen ze op alle mogelijk manieren alsnog aan informatie te komen. In mijn roman zijn de medewerkers van Forte erin getraind een dokument dat op het bureau van hun chef ligt ondersteboven te lezen. Alleen houdt hij ook dààr rekening mee, zodat hij op die manier zelfs de geruchtenstroom binnen het bedrijf kan manipuleren.

Tegen het eind van het boek krijgt Guido Forte een hartaanval. Terwijl haar vader zweeft op de rand van de dood kan Frederica eindelijk haar zwijgen doorbreken en haar vader zijn afstandelijkheid laten varen. Die verzoeningsscène heeft echter ook iets incestueus.

Comencini : Het was mijn bedoeling aan te geven hoe moeilijk vaders het hebben om de juiste houding tegenover hun dochter te vinden. Het is heel makkelijk om lief te zijn voor kleine kinderen en die te knuffelen, maar als ze ouder worden hebben meisjes evengoed of misschien zelfs nog meer behoefte aan een vaderfiguur. Aan de ene kant moet die krachtig en afstandelijk zijn om ze onafhankelijkheid te leren, aan de andere kant moet hij betrokken en gevoelig zijn om ze ook tederheid te kunnen schenken. Maar tegen die tijd heb je al niet alleen meer met een vader en een dochter te maken, maar ook met een man en een vrouw. Het is heel moeilijk het juiste evenwicht te vinden tussen die twee en vooral niet door te slaan naar één van beide kanten, met alle negatieve gevolgen van dien.

Hoe zouden vaders dat evenwicht wel kunnen vinden, denkt u ?

Comencini : Waarschijnlijk door gewoon meer op hun instinkt af te gaan en niet alles te beredeneren. Guido Forte komt er helaas pas achter wanneer het al te laat is. Zijn hartaanval heeft hem de ogen geopend. Hij beseft nu in welk opzicht hij zijn vrouw, zijn dochters en zelfs zichzelf tekort heeft gedaan. Nu onderdrukt hij zijn emoties niet langer, maar zijn laatste dochter is het huis uit en de hele affaire heeft hem en zijn vrouw niet nader tot elkaar gebracht maar, integendeel, de verschillen tussen hen beiden nog pijnlijker duidelijk gemaakt. Als klap op de vuurpijl heeft de dokter hem gezegd dat hij zich als hartpatiënt niet te veel mag opwinden. Ik wilde geen happy end. De meeste mensen ontdekken pas op latere leeftijd dat ze altijd te veel waarde hebben gehecht aan één principe in dit geval de ratio en te weinig aan het tegenovergestelde de emotie dat tegelijk de noodzakelijke aanvulling erop vormt. Noem het yin en yang, om het even. Feit is dat de harmonie vaak pas tot stand komt als het eigenlijk al te laat is. Dat is helaas de tragiek van het leven.

Heeft u tijdens het schrijven rekening gehouden met een eventuele verfilming ?

Comencini : Nee. Voor mij is het schrijven van een roman iets heel anders dan het werken aan een filmscenario. Ik zou trouwens niet weten hoe ik iemand als Guido Forte of zijn dochter Frederica via een akteur gestalte zou moeten geven. Voor mij zijn het levende figuren, maar ik zie slechts hun geestesleven voor me, niet hun uiterlijk. Dat probleem heb ik met mijn andere roman ook gehad. Als ik een film wil maken, neem ik daarvoor dan ook altijd een boek van een ander als uitgangspunt, nooit een werk van mezelf. Dat neemt echter niet weg dat ik het zeer op prijs zou stellen wanneer een andere cineast De Ontbrekende Bladzijden zou willen verfilmen.

Cristina Comencini, De Ontbrekende Bladzijden, vertaald uit het Italiaans door Barbara de Lang, Anthos, 194 blz., 590 fr.

Het is heel makkelijk om lief te zijn

voor kleine kinderen en die te knuffelen,

maar als ze ouder worden, hebben meisjes

evengoed behoefte aan een vaderfiguur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content