De man achter ‘Tim Van Steenbergen’ ? Dat zijn er twee. Een vóór de schermen, een achter. Hij die tekent, en hij die concreet maakt. Hij die creëert, en hij die aan de man brengt. Hij die droomt, en hij die helpt waar te maken. Ontwerper Tim Van Steenbergen en echtgenoot Brecht Callewaert : partners in schoonheid.

Brecht Callewaert

“Ik regisseerde een stuk, en we zochten kostuums. Een van de acteurs kwam me een boekje tonen van een fotoshoot. Mannen met clownsneuzen op een kerkhof, zwaar geschminkt. Heel extreem, in your face. Het was een productie van Tim, die toen in zijn laatste jaar modeacademie zat. Perfect de sfeer die we zochten voor ons theaterstuk. Ik heb Tim toen gebeld. Of hij geen zin had. Maar hij vertrok toen net naar Italië, hij kon niet.”

“Enkele jaren later zijn we elkaar tegengekomen in een café hier in Antwerpen. Toevallig. We raakten aan de praat. Het klikte. Heel romantisch en mysterieus, kwam hij me over. Het mysterie is intussen uiteraard al wat opgetrokken (lacht), maar zijn romantische inborst blijft me geregeld verwonderen. Omdat hij die romantiek ook koppelt aan een grote intelligentie. Er is niets naïefs aan. Hij heeft klassieke humaniora gedaan, leest ontzettend veel, legt verbanden die verfrissen. Een zeer originele geest.”

“Die eerste ontmoeting vertelde hij me over zijn mode en over zijn eigen bedrijf. Het fascineerde me, ik kende die wereld van haar noch pluim. In het begin was zijn atelier trouwens gewoon bij hem thuis. Dat werd op den duur onleefbaar : het huis raakte volgestapeld. Dozen, stoffen, kleren, tekentafels. Hij is toen bij mij komen wonen. Om de grens tussen werk en privé toch een béétje te trekken.”

“In die tijd was ikzelf nog volop aan het acteren. Televisie – Wittekerke en Thuis -, maar ook nog altijd theater. Voor een van de theaterstukken waarin ik acteerde, heeft Tim toen kostuums gemaakt. Zo leerde hij meteen mijn vriendenkring kennen. Enkele actrices van ons gezelschap hebben daarna trouwens gedefileerd in zijn show in Parijs, Maaike Cafmeyer onder meer.”

“En toen heb ik de grote stap gezet. Tot grote verbazing van de buitenwereld. Ik heb mijn acteurscarrière stopgezet – of on hold, zoiets weet je uiteindelijk nooit. En ik ben bij Tim in het bedrijf komen werken. Ik had genoeg van die vluchtige acteurscontracten. Van dat hink-stap-bestaan van de ene productie naar de andere. Ik had zin in iets stevigers, of toch iets duurzamers. Aanvankelijk nam ik én de productieopvolging én het volledige commerciële gedeelte op mij. Nu nog hoofdzakelijk het commerciële : de presentaties organiseren, de verkoop, de perscontacten. In de praktijk coördineer ik ook de dagelijkse werking van het team, en min of meer ook de agenda van Tim. En onze beste vriend, Bart, heeft de zakelijke leiding op zich genomen.”

“Geliefden die samenwerken ? ‘Niet doen !’ waarschuwde de hele wereld ons. Dat kón niet goed aflopen. Wel, bij ons dus wel. Meer nog : mochten we niet samenwonen, we zouden het werk gewoon niet rond krijgen. Wat we ’s avonds thuis nog allemaal bespreken en beslissen. Als we dat overdag zouden moeten inplannen, geen beginnen aan. En nee, de liefde heeft er heus niet onder te lijden.”

“Het gaat ontzettend hard nu. Zijn eigen lijn, twee dagen per week in Brussel voor Chine, sinds kort ook schoenen in samenwerking met Ambiorix, binnenkort brillen voor Theo, en tussendoor nog kostuums voor voorstellingen van onder meer Guy Cassiers en Anne Teresa De Keersmaeker. In september doen we voor het eerst ook mee aan de Fashion Week in New York. Het raast vooruit. Ons leven is ons werk. Maar is dat niet zo bij elke jonge ondernemer ?”

“Tim en ik lijken meer op elkaar dan dat we elkaar aanvullen. Vind ik. We creëren graag, allebei. Iets maken, iets opstarten. Ondernemen. We zijn ontzettend ambitieus. We leven voor ons werk, en zo hebben we het allebei het liefst. Momenteel toch. Tim is misschien wel hardnekkiger in zijn ideeën en opvattingen. Hij is ontzettend perfectionistisch, en maakt het zichzelf daar niet altijd makkelijk mee. Ik zeg het hem zo vaak : ‘Tim, neem nu eens het basispatroon van een vroeger stuk dat goed gewerkt heeft, en vertrek dáárvan. ‘ Maar dat wil hij niet. Voor élk nieuw stuk, begint hij van nul. Een volledig nieuw patroon, gemouleerd op de pop. Een hels werk, maar hij wil en kan het niet anders.”

“Je moet lef hebben in dit vak. Ervoor durven te gaan. Risico’s nemen. Maar goed, waarvoor zijn we anders op deze wereld ? Het stelt allemaal toch niet zó veel voor dat we het angstvallig en krampachtig achter glas moeten bewaren ? Worden we bange kasplantjes ? Of gaan we ervoor en nemen we er die blauwe plekken bij ? De keuze is evident, lijkt me.”

Tim Van Steenbergen

“Brecht heeft dit bedrijf definitief klaar gemaakt voor take off. Hij heeft Bart geïntroduceerd, onze zakelijke leider, en samen hebben ze orde in de chaos gebracht. Ik kan dat niet, organiseren. Dat leer je ook niet op de academie. Je wordt er als student ontzettend verwend : de school zorgt ervoor dat je aandacht krijgt, je show wordt betaald… Ik wist niets van productieschema’s, bedrijfsbeheer en wat allemaal meer. Iets waar ik wel meer jonge ontwerpers over zie struikelen. Het komt eropaan de juiste mensen te vinden. Zonder Brecht stond dit huis nog lang niet waar het nu staat. Nu kan ik me puur concentreren op ontwerpen. Op het creatieve. Van de rest hoef ik me niets aan te trekken.”

“Straf, vond ik het. Dat hij bereid was om zijn acteursbestaan volledig in de koelkast te stoppen om mee in mijn traject te stappen. Van op het podium, naar achter de schermen. Geen evidente stap, toch. Maar we hebben lang overlegd. Het was een weloverwogen beslissing. Hij is een kei in organiseren. Hij is daar ontzettend koppig in : als hij een locatie voor onze presentatie in zijn hoofd heeft, dan moet en zal hij die locatie vast krijgen. En het lukt hem zo goed als altijd.”

“Toen ik hem leerde kennen, speelde hij net in Thuis en Wittekerke. Ik kende dat niet. Of ik keek er toch nooit naar. We zaten allebei in zeer verschillende werelden. Gaandeweg heb ik de zijne leren kennen, hij de mijne. Omdat ik vaak voor theaterproducties werk, overlappen beide werelden elkaar tegenwoordig vaak. Onze smaken verschillen wel. Subtiel toch. Een voorstelling, een tentoonstelling, een boek : het moet mij kunnen inspireren. Dan pas vind ik het goed. De norm van Brecht is breder : boeit het hem, dan vindt hij goed. Vindt hij het saai, dan vindt hij het slecht. Musicals kan hij zo soms ook wel smaken. Vind ik dan weer vreselijk.”

“Brecht durft meer dan ik. Ik maak me sneller zorgen. Hoe zal een collectie onthaald worden ? Hoe zullen ze reageren ? Maar dat valt echt niet te voorspellen. We zitten in een nichemarkt. Die er altijd zal zijn, maar die hoe dan ook onvoorspelbaar is. We werken absoluut niet commercieel. Dat heeft ook geen zin, we kunnen in die sector onmogelijk concurreren. Nee, we denken en werken high level en gericht. We weten perfect wat we doen, voor wie, en waarom. We zetten geen grootse campagnes op, dat is ook niet nodig in deze markt. Ik werk ambachtelijk, teken ook zelf de patronen. Op die manier probeer ik de couturetraditie een beetje voort te zetten. Dat is het voordeel van een klein huis : je kunt je dat permitteren.”

“Brecht en ik zijn in ons hoofd altijd met het werk bezig. Hij met van alles en nog wat : transport regelen, showrooms vast krijgen, locaties vinden, invalshoeken zoeken voor de defilés. Ik ben voortdurend aan het tekenen in mijn hoofd. Ik heb altijd schetsboeken bij me. Dat is ook nodig. Deze zomer alleen al moest ik alles samen iets van een vijfhonderd modellen tekenen. Dan kun je je geen designers block permitteren, hé.”

“Omdat we zo obsessief bezig zijn, moeten we ons geregeld tegen onszelf beschermen. Bij ons thuis bijvoorbeeld hebben we élk spoor van ons werk weggeveegd. Geen bureau, geen computers, geen internet, geen vaste telefoon. Niets. Onlangs opperde Brecht of het misschien toch niet handig zou zijn om er een klein bureautje te hebben, maar ik heb mijn veto gesteld. Ik ben ook beginnen te fitnessen. Ik moet bewust momenten inbouwen, waarin ik het werk buiten houd en mijn lichaam verzorg. Iedereen lachte me uit toen ik ermee begon, Brecht ook. Maar intussen kan ik niet meer zonder.”

“We zijn getrouwd, omdat we daar zin in hadden. Dat er zoveel persaandacht zou zijn, daar hadden we niet op gerekend. Zo leek het dat we een statement wilden maken. Maar dat was nu eens absoluut niet het geval. We wilden dat gewoon. Omdat het klopte.”

“Getrouwd zijn maakt het samenwerken makkelijker. Ik weet dat iedereen daar anders over denkt, maar bij ons is dat écht zo. We kennen elkaar zo goed, dat we in onze communicatie en discussies geen rekening meer moeten houden met eventuele gevoeligheden. We zijn ontzettend kritisch voor elkaar, maar nemen dat nooit persoonlijk. We kunnen vlijmscherp discussiëren, maar worden daar nooit emotioneel in. We kunnen harde woorden verdragen van elkaar, omdat we weten dat die alleen maar voortvloeien vanuit een bezorgdheid voor ons label. Ideaal toch ?”

www.timvansteenbergen.com

Door Guinevere Claeys Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content