Gevel en grondplan, ramen en deuren, vloeren en plafonds, alles in deze burgerwoning is grotendeels onveranderd gebleven sinds 1900. Toch oogt het interieur opvallend hedendaags, vooral dankzij een creatief gebruik van kleur en licht.

De woning van Greet Verelst en Dirk Valkenaers ligt in Antwerpen-Zuid, een wijk die net voor en na 1900 werd opgetrokken in de buurt van het Museum voor Schone Kunsten. Een deftig stadsdeel voor de middenklasse, met vooral gepleisterde gevels in classicistische stijl. Het zijn stuk voor stuk aantrekkelijke en handige woningen met een stereotiep grondplan: een enfilade van drie kamers, een salon aan de straatkant, een middenkamer en een tuinkamer met een keuken erachter, dit alles geflankeerd door een gang met trap.

Voor wie iets anders wil, komt zo’n opdeling wel wat saai over, maar het is een degelijke basis voor een sfeervol en comfortabel interieur. Vaak worden deze woningen hard aangepakt. De bewoners nemen een architect onder de arm die voorstelt om de achterbouw, met keuken, achterkeuken, toilet en bergruimte, te slopen om plaats te ruimen voor een veranda. Dan wordt het grondplan meestal omgedraaid, de keuken komt aan de straatkant en het salon ligt dan half in de tuin. Meteen verdwijnt het berghok en wordt er een probleem gecreëerd met het toilet, waarvoor er doorgaans maar moeilijk een plaatsje over is.

Precies om dit soort moeilijkheden te vermijden pakten Greet Verelst en Dirk Valkenaers het anders aan. Er werd nauwelijks een muur afgebroken en de gehele indeling bleef nagenoeg intact bewaard. Een voordeel van die aanpak was onder andere dat ze niet scheep moesten gaan met een architect. Greet vreesde immers dat die een stempel zou drukken op de architectuur en de sfeer, en dat terwijl zijzelf lang als stiliste heeft gewerkt en dus veel gevoel heeft voor ruimtes, volumes en kleuren, een talent dat ze optimaal heeft benut. Bovendien heeft Greet veel zelf opgeknapt, hetgeen niet altijd mogelijk was geweest indien ze voor grotere ingrepen hadden gekozen. Op die manier hebben ze de kosten gedrukt.

Door hun werkwijze bleef ook de stijl van de woning beter bewaard. Indien ze immers vijf jaar geleden, toen ze het pand betrokken, de achterbouw hadden afgebroken en een nieuwe aanbouw hadden bijgezet, dan was de kans groot dat die nu al wat voorbijgestreefd zou zijn. Moderne architectuur demodeert immers sneller dan je denkt, een probleem dat ze hebben vermeden door de structuur intact te laten en te kiezen voor een hedendaagse stoffering.

Het is boeiend om dit huis van boven naar beneden te ontdekken, want op twee hoog vertrek je van een soort kloosterkamer die helemaal wit is geschilderd en summier is aangekleed. “Hier komen we ’s avonds tot rust, want we zitten hoog en ontsnappen aan het rumoer van de straat”, legt Greet uit. Eenmaal je deze ruimte verlaat, ontplooit er zich een rijk palet van groene en bruine tinten. “Allemaal aardkleuren,” verduidelijkt Greet, “die weliswaar veranderen in de loop van de dag. Door het licht krijg je variaties van grijs naar groen. Dat zorgt voor spannende effecten en veel sfeer.”

En daar gaat het zeker om, want eigenlijk is de woning vrij kaal. Greet heeft in de loop van de jaren de meeste meubels en opsmuk verwijderd. Ze heeft het interieur uitgezuiverd, zoals ze zelf zegt. Vroeger hingen er aan de muren familiefoto’s en schilderijtjes, nu zijn veel wanden kaal, maar door het vrij spectaculaire kleurenpalet hangt er geen minimalistische sfeer. Zelfs de kamers van de kinderen zijn in een donkere kleur gehuld. In de badkamer werden deze kleuren met een plint van witgele tegels gecombineerd. “Die zorgt voor een verruiming van de kamer”, legt Greet uit.

Beneden werd de gehele oude cocon bewaard, van de deuren tot en met de vloeren. Maar ook hier werd wat overbodig leek verwijderd of verarmd. Zo werden de deuren afgeloogd; het ruwe hout heeft een versoberend effect. Ook de kasten zijn vrij zakelijk gekozen: in de woonkamer een winkelkast en in de keuken een oude kantoorkast met rolluik, waarvan het hout trouwens het koele accent van de inox Bulthaup-werktafel verrijkt.

Deze warme soberheid werd tot in de tuin doorgetrokken. Tuinarchitect Karine Sebreghts ontwierp een zakelijke en kindvriendelijke tuin. Het gras werd vervangen door steen, de bloemen door bomen en struiken. De tuin is trouwens vrij schaduwrijk, wat noodzakelijk is, vermits de achtergevel op het zuiden is georiënteerd. Met cement bestreken muren zorgen voor een extra zuiderse sfeer. Maar de achtergevel werd donkergroen gekleurd, wat de hedendaagse uitstraling van de woning in de verf zet.

Piet Swimberghe / Foto’s Nicolas Maeterlinck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content