Dieter Lesage is cultuurfilosoof en essayist. Hij werkt aan een reeks “Verzamelde Gedachten”. Tot nog toe verschenen bij uitgeverij Dedalus twee delen: “Onzuivere gedachten. Over het Vlaanderen van de Minister-President” (1996) en “Zwarte gedachten. Over België” (1998).

De tijd die jij vraagt/ die jij nodig hebt/ die tijd/ dat uitstel wil ik jou geven/ ik voel ook wel/ het gaat voor jou allemaal te snel/ jij wil dat/ wat tussen ons gebeurt/ trager zou gaan/ vertragen is het ordewoord/ en ik wil er gehoor aan geven/ en daarom zal ik wachten/ zal ik jou tijd geven/ want je weet het allemaal nog niet goed/ of je mijn liefde wel wil ontvangen/ en daarom zal ik jou tijd geven/ ook al vraag ik mij af of ik jou al niet te veel geef wanneer ik jou tijd geef/ meer namelijk dan hetgeen jij vooralsnog van mij wil ontvangen/ want geef ik jou al niet mijn liefde wanneer ik beantwoord aan jouw vraag om jou tijd te geven?/ en kun jij de tijd die ik jou wil geven omdat je mij die vraagt wel ontvangen indien jij mij die tijd vraagt omdat je nog niet weet of jij mijn liefde wel wil ontvangen?/ jij wil de Grote Woorden tussen ons uitstellen/ en omdat ik jou zo graag heb zal ik niet meer zeggen hoe graag ik je heb/ die Woorden kunnen wachten/ die Woorden moeten wachten/ want ze klinken als beloftes/ en vooralsnog wil jij niets beloven/ jij zegt: ik kan jou nog niets beloven/ ik kan het niet helpen/ voor mij klinkt dit als de belofte van een belofte/ ooit/ de belofte vraagt tijd/ niet alleen vraagt de belofte de traagheid van de bezinning/ geen belofte zonder bezinning over hetgeen beloofd wordt/ maar een belofte moet zich ook waarmaken in de tijd/ en de Grote Beloftes/ dat weet jij goed/ vragen al onze tijd/ en daarom wil jij nog niet beloven vooraleer jij kunt beloven dat jij voor al-tijd van mij zult zijn/ en omdat die Belofte van jou aan mij/ misschien ooit/ al jouw tijd zal vragen/ heb jij gelijk mij/ nu/ dit beetje tijd te vragen/ te vragen dat ik zou wachten/ en het moet een wachten zonder wachten worden/ een wachten waarbij je niet voelt dat er gewacht wordt/ want als je zou voelen dat er gewacht wordt/ zou dit wachten weer het vragen zijn dat jij mij vraagt uit te stellen/ ik moet vooral nog niet van je houden/ of vooral niet zeggen dat ik van je hou/ want ik moet jou tijd geven/ tijd om een antwoord te geven/ en opdat dat antwoord van jou op mij zou kunnen toekomen als een Gave/ mag ik er niet op wachten/ want een antwoord is slechts een Gave wanneer het niet of niet meer wordt verwacht/ zodat jij van mij alleen vraagt dat ik jou tijd zou geven om je dan ook echt aan mij te kunnen geven/ en het bijgevolg niet zeker is of ik jou ook maar iets geef wanneer ik jou tijd geef/ want in ruil voor die tijd krijg ik/ misschien ooit/ de Unieke die jij bent/ tenzij ik jou/ wanneer ik jou tijd geef/ alles geef behalve tijd/ tenzij ik jou namelijk/ wanneer ik jou tijd geef/ niets anders geef dan mezelf/ datgene dus wat jij/ zo zeg je/ (nog)/ niet kunt ontvangen/ je vraagt me dus het onmogelijke/ namelijk dat ik jou tijd zou geven omdat je nog niet weet of je mijn liefde wel wil ontvangen/ terwijl je/ wanneer ik jou tijd geef/ van mij niets anders ontvangt dan mijn liefde/ een liefde die excessief is/ een liefde die namelijk niet weet of ze wel beantwoord zal worden en die zich voor dit antwoord zelfs niet mag interesseren/ een liefde die zichzelf niet eens mag feliciteren liefde te zijn/ een liefde die zich namelijk moet vermommen als vriendschap/ een Grote Vriendschap weliswaar/ maar niettemin alleen maar een vriendschap/ of misschien toch een vriendschap die/ juist omdat ze moet afzien van de eretitel die de liefde is/ groter/ dieper/ excessiever is dan de grootste liefde/ jij vraagt me dus meer dan liefde wanneer jij me vraagt jou vooralsnog niet lief te hebben/ en zo staat de vertraging die jij mij vraagt/ gelijk aan absolute snelheid/ want door de vertraging/ het uitstel van de liefde/ bevinden we ons/ meteen/ onmiddellijk/ nu/ direct/ aan gene zijde van de liefde/ ik kan jouw vraag om te vertragen op geen andere manier adequaat beantwoorden dan door te versnellen/ zodat we ons minder op de drempel bevinden tussen vriendschap en liefde/ dan wel op de drempel tussen liefde en datgene wat nog radicaler/ nog absoluter/ nog sterker/ nog excessiever is dan de liefde en dat geen andere naam draagt dan die van pure Gave/ en die Gave is het geven van tijd/ aan jou bijvoorbeeld/ maar wie ben jij?/ wanneer ik jou tijd geef/ dan ben jij/ door deze gave zelf/ al niet meer dezelfde als diegene die mij tijd vroeg/ want diegene die mij tijd vroeg deed dat misschien om rustig de tijd te kunnen nemen om over alles na te denken/ terwijl jij/ nu ik jou tijd geef/ en omdat ik jou tijd geef/ alles kunt behalve rustig nadenken/ zoals altijd valt er zo weinig te nemen/ wanneer er echt iets wordt gegeven/ zodat mijn gave van tijd aan jou/ net niet perfect mag zijn/ omdat jij in die gave ook nog echt tijd zou krijgen/ en omdat ik jou tijd wil geven/ geef ik jou net niet altijd de tijd die jij vraagt/ en zeg ik jou/ heel soms/ dat ik je graag heb/ en overtreed ik/ een beetje/ de wens die jij te kennen gaf/ dat de Grote Woorden zouden wachten/ en versnel ik af en toe/ en geef ik jou tijd/ en toch weer niet/ en daarom juist wel/ et sic in infinitum/

Dieter Lesage

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content