Een exuberant mens, dat is ze zeker. Extravagant, openhartig en zo vlot dat ik haar er bijna van verdenk de antwoorden ter plekke te verzinnen. Een gesprek met deze prettig gestoorde Amerikaanse schrijfster is, op zijn zachtst gezegd, onderhoudend.

:: Cintra Wilson, ‘Kleuren die pijn doen’, Prometheus/Standaarduitgeverij, 370 blz., 17,95 euro.

Zoals een kleuter hupt ze blootsvoets op en neer en probeert haar voeten in een stel kleurrijke sokken te wurmen. Als dat uiteindelijk gelukt is, kruipt ze op handen en voeten rond om haar cowboylaarzen te zoeken. Alsof ze me nog niet gezien heeft, sakkert ze omdat ze niet weet waar haar laarzen zijn en is ze luidruchtig pissed off omdat ze haar mobieltje kwijt is. Je ziet het meteen : dit is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Uiteindelijk heeft ze een zitplekje gevonden en ik merk voorzichtig op dat ze er in het écht heel anders uitziet dan op de achterflap van haar boek. Een tikje wulps zegt ze : “Dit is slechts een van mijn gedaanten : westernstijl. Op die foto was ik de femme fatale.”

Eerlijk gezegd : ik was niet erg happig op dit interview. Naar die foto te oordelen : een glamoureuze gevaarlijke vrouw, een waar kreng. En haar boek had me ook niet echt gerustgesteld. Vuilgebekt vertelt Cintra Wilson een wervelend verhaal dat bevolkt wordt door figuren van de meest diverse pluimage, die in de waanzinnigste situaties terechtkomen. Alles speelt zich af in het San Francisco van de jaren tachtig, dat zeer gedetailleerd wordt gereconstrueerd, popsongs en DrMartens-schoenen incluis. Soms ben je licht geschokt of geamuseerd door de bijwijlen zeer grove en venijnige taal, soms moet je hardop lachen om de meesterlijk beschreven karikaturen en (wan)toestanden, soms ervaar je oprecht medelijden met Peppy, Liza en NedNormal, het gezin waar de roman in talrijke lagen omheen draait.

Kleuren die pijn doen is een boek waar niet naast te kijken valt. Ook letterlijk : de kleuren doén pijn aan je ogen, de kitsch druipt ervan af. Het lezen ervan is soms vermoeiend door de barokke stijl en de vaart van de actie. Maar dat hyperkinetische heeft het boek van geen vreemden… Later in het gesprek vertelt Cintra Wilson dat er bij haar als tiener een stoornis werd vastgesteld : Attention Deficit Desorder (ook in het Nederlands heet die aandoening ADD, het is iets als ADHD maar zonder de H van hyperactiviteit, hoewel die letter er voor mijn part vandaag best ook had mogen staan).

Cintra Wilson : “Het betekent dat ik nergens mijn aandacht bij kan houden. Op school lette ik niet op, ik verveelde me te pletter en zette de boel op stelten. Mijn leraren vonden mij lui, dom en lastig en ik werd keer op keer aan de deur gezet. Toen ik getest werd, stelden ze vast dat ik hyperintelligent was, maar door die ADD was ik serieus achterop geraakt. Omdat ik voortdurend straf kreeg, werd ik kwader en lastiger. Ik vond het onrechtvaardig en nam een besluit : als jullie mij behandelen alles een slechterik, zal ik me gedragen als een slechterik.”

“Weet je, ik heb heel lang niet kunnen lezen, tot ik een eind in de twintig was. Nee, ik heb geen dyslexie. Technisch kon ik lezen, maar ik kon mij er niet op focussen. De letters dansten voor mijn ogen, niets kon me boeien. Ik vond bijna alles saai en vervelend.”

Hoe kun je met zo’n concentratieprobleem een ingewikkeld boek van 370 bladzijden schrijven ? Dan moet je toch ook bij de les blijven ?

Ik heb een tunnelvisie. Als ik schrijf, is dat mijn ding en daar kan ik eindeloos lang en supergeconcentreerd mee bezig zijn. Maar laat mij geen tekst lezen over de Burgeroorlog. Dat gaat gewoon niet. Door die ADD kan ik ook niet met anderen samenwerken. Teksten van anderen interesseren me zelden. Ik heb nog theaterstukken geschreven voor de Actor’s Gang van Tim Robbins, de echtgenoot van Susan Sarandon, maar dan sta ik niet mee in die productie. Als ik op een podium sta, is het in mijn eentje, als performer of stand-up comedian. En met mijn eigen stuff.

Je woont in New York sinds ’96. Waarom ging je weg uit Los Angeles ?

Wow, je bent de enige die me dat ooit gevraagd heeft ! Iedereen denkt dat ik nog altijd in San Francisco woon ! En jij weet dat ik daarna ook in Los Angeles verbleef, ongelooflijk ! Waarom ik er ben weggegaan ? Gedeeltelijk omdat ik mijn buik vol had van Hollywood. Die entertainment- en filmindustrie is zo vervelend, en er hangen zoveel bad vibrations, dat ik er niet meer tegenkon.

Waarom haat je Hollywood zo erg ?

Omdat ik er zoveel van houd. Drama is nodig in het leven, en dat gaat verloren in het Hollywood van vandaag. De zaak is zo corrupt als de pest. Er zijn er maar enkelen die nog waarachtig zijn.

Wie bijvoorbeeld ?

Humphrey Bogart.

Die is al lang dood.

Ja en dan ?

Euh… Maar je werkte zelf toch ook in die entertainmentindustrie ?

Niet echt. Ik rommelde wat in de marge. Ik heb wel eens wat voor Francis Ford Coppola geschreven, maar dat was ánders. Hij kent mij sinds ik een jaar of twintig was, hij wist wat voor iemand ik ben. In die tijd wás ik al toneelschrijver. Na die job voor Coppola kreeg ik een column in Salon. En in The San Francisco Examiner had ik ’s vrijdags een Lieve Lita-rubriek, een hartsrubriek Cintra Wilson Feels Your Pain, waarin ik briefschrijvers vooral slechte raad gaf. “Ging je man ervandoor ? Eigen schuld, dikke bult.” Soms was ik gewoon bot, andere keren echt gemeen (lacht uitbundig). Maar het was wel totaal onafhankelijk werk. Vraag mij niet om voor een sitcom te schrijven, want dan ben ik aan regels en voorschriften gebonden en dat wil ik niet. Ik moet mijn eigen baas zijn, ik kan niet zomaar ingehuurd worden.

En je serie voor MTV ? Voor tv werk je toch in een team ?

Winter Steele, de figuur die ik voor MTV’s Liquid Television ontwikkelde, heb ik helemaal alleen ineengestoken. Het was een excentriek soort poppenkast voor volwassenen, die ver na middernacht werd uitgezonden. Echt gekke Italiaanse toestanden, heel wild en pornografisch.

Je zei dat je wegging uit Los Angeles omdat je meer dan genoeg had van Hollywood. Maar Los Angeles is toch veel meer dan Hollywood ?

Dat is waar, maar ik wilde ook een afstand scheppen met mijn toenmalige vriend, omdat onze relatie vierkant draaide. Kevin en ik hielden heel veel van elkaar en toch schortte er iets aan. Ik hoopte dat onze tijdelijke scheiding ons dichter bij elkaar zou brengen, maar ze is uiteindelijk uitgelopen op zijn dood, twee maanden later. ( lacht ongemakkelijk) Hij is gestorven door wurgseks.

Uiteraard was het een verbijsterende schok. Kevin wás wel wat pervers, maar je weet toch nooit hoever iemand daarin zou gaan ? Ik had er geen flauw idee van. Zulke bezigheden gebeuren in het diepste geheim, er rust nog een zwaar taboe op omdat het zo ontstellend is. Michael Hutchence van INXS is ook op die manier om het leven gekomen. Men doet het gewoonlijk af als zelfmoord, maar het is een stom ongeluk. Die mannen willen niet dood, ze spelen een gewaagd spel, en soms verliezen ze.

Waarom ze zich aan wurgseks wagen ? Ja kijk, zoals sommigen graag seks hebben met mensen van hetzelfde geslacht of met kinderen of met een schaap, heb je mannen die opgewonden worden door een gevoel van verstikking. Het probleem is dat ze dénken dat ze de zaak onder controle kunnen houden, maar ze verliezen het bewustzijn en wurgen zichzelf.

Ik wil niet ongevoelig lijken, maar een van de personages in je boek overlijdt ook aan wurgseks. De onvermijdelijke vraag : in welke mate is ‘Kleuren die pijn doen’ autobiografisch ?

In die mate dat er gelijkenissen bestaan tussen Liza’s leven en het mijne. Ze zijn alleen uit hun context getrokken en uitvergroot. En alle personages in het boek zijn samenraapsels van wezens die ooit mijn pad kruisten. De subcultuur van San Francisco in de eighties is er zeer herkenbaar in. Het is heel erg West Coast. Ik denk niet dat mensen uit de Midwest het zouden herkennen.

Groeide je op in een gezin zoals dat van Liza ?

Een beetje wel. Mijn moeder is zeker niet zoals Peppy, die knettergek is, beroemd wil worden en daar alles voor over heeft. Mijn moeder is een redelijk succesvolle jazzpianiste die zich The Duchess ( de hertogin) noemt. Een intelligent en interessant mens.

Was je zoals Liza ?

Ja en nee. Liza is dommer dan ik was. Ze is vooral op zoek naar roem en stelt alles in het werk om die droom waar te maken. Mijn doel was : ergens goed in zijn.

In het gezin Normal is geen vader, had je er zelf één ?

Jawel, maar hij was veelal afwezig. Hij doceerde aan Chico State Universtity ; en Chico, het stadje waar ik geboren ben, ligt 220 kilometer van San Francisco waar wij woonden. Hij vertrok maandagochtend naar Chico en kwam pas terug donderdagavond.

Had je ook een broer zoals Ned, een mensenschuwe jongen die jarenlang het huis niet verliet en zelfs binnenshuis een bivakmuts droeg ?

(lacht) Nee. Hij is het tegendeel van zijn moeder en zijn zus, die allebei vleesgeworden narcisme zijn. Ned vlucht weg voor dat alles. In de werkelijkheid heb ik één zus, tien jaar jonger dan ik en heel anders. Zij heeft niet die kijk-naar-mij-neiging. Ze zingt en acteert heel goed en we probeerden haar wel wat in die richting te duwen, maar ze volgde een opleiding kinder- en jeugdbegeleiding. Nu legt ze zich toe op gebarentaal, ik denk dat ze doventolk wil worden. Ze is een heel aardig meisje.

Tussen haakjes : hoe oud ben je eigenlijk ? Of wil je dat geheim houden ?

Ik deed daar altijd graag een beetje geheimzinnig over, maar eigenlijk is dat bullshit. Mensen gaan toch gissen en raden, en dan wordt het helemaal een discussiepunt. Ik ben 36.

Op een bepaald moment begint het hoofdpersonage Liza pornografie te schrijven om aan de kost te komen. Je vertelt het zo bloemrijk, dat ik vermoed dat je dat zelf ook gedaan hebt.

Yeah, I did. Ik was zestien, zeventien jaar. Vooraf opgenomen telefoonseks die ik nog zelf moest inspreken ook. Het was afschuwelijk. Na een tijd wilden ze dat ik ermee ophield omdat ik te wreedaardig werd. (Lacht) Tja, dat was ik eigenlijk vergeten… Ik denk dat ik niet wist wat ik deed. Maar ik ben niet pervers, hoor, echt niet.

Hoe komt een meisje van die leeftijd ertoe porno te schrijven ?

Ik had dringend geld nodig ! Met pornografie heb ik mijn schoolgeld betaald ! Op mijn vijftiende werd ik nogmaals van school geschopt, maar ik kreeg wel een attest waarmee ik naar high school ( middelbare school) kon. Maar in plaats van naar die cursussen te gaan, volgde ik zang-, dans- en toneellessen. De meisjes van toneel zeiden me dat er goed geld te verdienen viel met telefoonseks. Er werd hen gevraagd teksten in te lezen met alle geluiden die erbij horen. Toen vroegen ze ons ook om teksten te leveren, zodoende… Ik deed er een vijftiental per week en kreeg tien dollar per stuk van één pagina. Ik zeg met opzet ‘deed’ : ik noemde dat niet ‘schrijven’, ik noemde dat ’typen’.

Tijdens die lessen ontmoette ik mensen met wie ik dan een eind optrok. Ik was er te jong voor, maar ik deed met hen mee. Samen schuimden we de kroegen af. Het was een fantastische tijd.

San Francisco in the eighties : je moet veel mensen gekend hebben met aids.

Ontzettend veel. De generatie waarin ik opgroeide was er één met een hoog risicogehalte : veel seks en veel drugs. De meeste van mijn vrienden van toen zijn dood. Wie nog leeft, gaat door.

Was jij wild in die tijd ?

Reken maar ! Drugs waren echt epidemisch in mijn omgeving. Iedereen gebruikte ze, je kon er gewoon niet omheen. Ze waren overal : op school, in de kroegen, ook thuis : ouders gebruikten ze zelfs samen met hun kinderen. Nee, er viel niet aan te ontsnappen tenzij je erg godsdienstig was of een andere goede reden had.

Waren je ouders ook aan de drugs ?

Ze waren wel hippies en een beetje gek, maar aan drugs deden ze niet echt aan mee. Ze rookten soms wel een joint, maar in die tijd werd cannabis niet eens beschouwd als een drug. Iedereen deed maar. Cocaïne, speed, amfetamines, uppers en downers, het is toch niet verslavend ; belachelijk spul als heroïne, dáár krijg je problemen mee, dachten we. Nee, van verslaving hadden we echt geen verstand. Toen ik een jaar of zeventien was, heb ik ongeveer een hele zomer zwaar beneveld en bedwelmd doorgebracht, compleet van de wereld los.

Er was een periode dat Liza uitsluitend witte kledingstukken wou dragen, had jij dat ooit ook ?

(Verrast) Ja. In de periode nadat mijn vriend gestorven was, stortte ik me op voodoo. Veel wil ik daar niet over kwijt. Voor mij zijn die magisch-religieuze riten een vorm van meditatie, het veruiterlijken daarvan. Voodoo leek ook erg op dingen die ik vanzelf altijd al gedaan had. Altaartjes bouwen en dergelijke.

Ik zou niet weten waar ik in Europa iets kan vinden dat met voodoo te maken heeft.

In Manhattan of Brooklyn vind ik dat ook niet, hoor. Ik moet ervoor naar de Bronx.

Wat heeft wit met voodoo te maken ?

Je draagt wit bij initiatierituelen en de periode die erop volgt. Ik droeg witte kleding op de begrafenis van Kevin en nog een hele tijd daarna. Die kleur voelt aan als een bescherming en houdt onheil op afstand. Nu doe ik dat niet meer. Ik voel me sterk genoeg, minder kwetsbaar.

Tekst Griet Schrauwen I Foto Lieve Blancquaert

“Tot ik een eind in de twintig was, kon ik niet lezen. Nee, ik heb geen dyslexie. Technisch kon ik lezen, maar ik kon mij er niet op focussen. Niets kon me boeien, de letters dansten voor mijn ogen.”

“Met pornografie heb ik mijn schoolgeld betaald ! Op mijn vijftiende leverde ik een vijftiental teksten voor telefoonseks per week en kreeg tien dollar per stuk van één pagina.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content