Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Waanzinnig, inderdaad. Maar wat doe je als het je overkomt drie dagen neer te strijken in Peking, de wriemelende hoofdstad van de Volksrepubliek China met bijna elf miljoen vaste bewoners en nog eens anderhalf miljoen Chinezen van het platteland die geld en werk zoeken in de stad ? Wat kun je anders doen dan je zintuigen de kost geven en gulzig indrukken drinken.

TESSA VERMEIREN

FOTO’S : PIERRE ACHE/REPORTERS

Het verkeer zit hopeloos in de knoop op de derde ring rond Peking als we van de luchthaven naar het Shangri La Hotel aan de Zizuyuanstraat, in de buurt van de Zoo, pogen te komen. Op de kruispunten is het één ondoorzichtig gewriemel van taxi’s, auto’s en fietsen. Die legendarische fietsen een fietsbel was jarenlang hét souvenir uit Peking zijn nu op de grote boulevards teruggedrongen tot de brede zijlanen. De vierde ring zal nu, een half jaar later, allicht klaar zijn. Maar of het echt iets oplost ? Het aantal privé-auto’s groeit schrikwekkend aan en het wegennet kan dat amper slikken. Het is laat in het voorjaar en er hangt een stofwolk over de hele stad. Het groen dat op bevel van Mao Zedong in heel China, sprietje voor sprietje werd uitgetrokken om de grote vogelplaag te bestrijden, is nog lang niet klaar met zijn inhaalbeweging. Peking is een grauwe stad, waar op een onmogelijke manier woongebieden en industrie door elkaar verweven zijn. Vanuit mijn hotelkamer in het sjieke Shangri La Hotel zie ik zowel binnenkoertjes van traditionele huizen, grijze flatgebouwen in de bekende kommunistische stijl als fabrieksschouwen, allemaal binnen een straal van 500 meter. Het kunstig aangelegde tuintje van het hotel, met lotusbloemen in de vijver, kan niet tegen de sombere omgeving op.

Het nieuwe China fietst op straat voorbij. Meisjes in kleurrijke jurken of gewaagde bloesjes en mét nylons, hoe heet het ook is. De nylons zijn duidelijk een statussymbool, en de zelfophoudende kous blijkt hier pas ontdekt en nog niet helemaal op punt, het afzakkende boordje komt telkens weer onder rokken uitpiepen.

Hier en daar zie je nog een Mao-pak. Vooral bij oudere toeristen van het platteland. Mao-petten met de bijhorende insignes, net als de rode boekjes van de Kulturele Revolutie, worden nu voor 20 yuan als toeristensouvenir verkocht bij de Tempel van de Hemel.

Mao had voor 70 procent gelijk en voor 30 procent zat hij fout, hoor en lees je tegenwoordig wel eens. En dat gelijk maakt dat zijn reusachtige foto nog steeds op Tienanmen hangt. Bij het mausoleum aan de overkant van het plein schuiven elke dag weer tienduizenden Chinezen aan in eerbiedige stilte, met een boeketje kunstbloemen dat ze voor even huren bij een kraampje voor het mausoleum. De berg bloemen wordt geregeld weggehaald bij de voeten van de Grote Roerganger, die wel van was lijkt, en weer aangeboden aan nieuwe passanten. Op een middag om 3 uur zijn wij nummer 28.428 van die dag, en het is volgens onze gids heel rustig op Tienanmen. Het is immers de vijfde verjaardag van de nacht waarin de protesterende studenten van het plein werden geveegd door tanks, de bewaking is extra aandachtig.

Overal in de stad hangen camera’s die het openbare leven registreren, op Tienanmen zijn ze overvloedig aanwezig en iedereen wéét dat de beelden gebruikt werden om de aanstokers van het studentenoproer in 1989 in de doos te draaien. Niet alle toeristen blijken te beseffen dat er in Peking nog steeds heel strenge politiekontrole is. Agenten in burger zijn altijd in de buurt waar vreemdelingen vertoeven, journalisten worden op de voet gevolgd en hun kontakten zelden met rust gelaten. Het is nog steeds een zwaar vergrijp voor een westerse man om een relatie aan te knopen met een Chinese vrouw. En dat wordt heel snel verondersteld. Kontrole is te allen tijde mogelijk, tot in het hotelbed. Erg verwarrende toestand, nu de Chinese meisjes zich volgraag overgeven aan frenetieke dansavonden in de hoteldiskoteken, en prostitutie op een softe manier aanwezig is.

Het leven speelt zich meer dan ooit op straat af in Peking. Langs de weg kun je tegenwoordig alles kopen. De vrije-marktekonomie in de dagelijkse praktijk. Aan de eetstalletjes kun je een gastronomisch avontuur beleven, want de straatventers hebben een uiterst beperkt Engels vocabularium en het uitzicht van de waar vertelt vaak bitter weinig over de smaak.

In de ambassadewijk in de buurt van Dongzhimen en de International Store ligt een grote zijdemarkt. Je vindt er zijde, zeker en vast, maar ook veel andere zaken. De nadruk ligt echter op textiel. Wees niet verbaasd als u er een Ralph Lauren jasje, zijden Liz Claiborne blouses of truien van H&M vindt voor een schijntje van de prijs in het westen. Heel wat textiel wordt tegenwoordig hier in China geproduceerd. Wat op de markt belandt, zijn allicht stuks met een foutje die door de opdrachtgevers werden afgekeurd. Maar er zijn zaken te doen. Neem de tijd om eerst alle kraampjes af te snuffelen en om op een vriendelijke manier te onderhandelen over de prijs. Hier geldt, zoals overal elders in China, dat u met de glimlach en op bedaarde toon zoveel meer gedaan krijgt.

In de officiële Friendshipstores kunt u de produkten van alle traditionele Chinese ambachten kopen : cloisonné, jade, porselein, stempels, schrijfsets, zijde met ouderwetse bedrukkingen aan de rol. Hier kost alles beduidend meer en wordt aan prijzen niet getornd. Op elke officiële toer wordt u wel naar zo’n Friendshipstore gesleept, vaak ligt er ook één toevallig naast het restaurant. Meestal zal men proberen toeristen in een aparte kamer te laten eten. “De Chinezen zijn erg luidruchtig”, zei onze gids. Dat zijn ze inderdaad en zelfs meer dan dat : ze schreeuwen, slurpen, boeren, spuwen, snuiten hun neus met hun vingers, mikken afval onder tafel en als ze ruzie krijgen, aarzelen ze niet om met eten te gaan gooien. Als u meent daartegen bestand te zijn en toch ook nog smakelijk te kunnen eten, dan is het spektakel het aanschouwen waard.

Een maaltijd is in China altijd overvloedig en bestaat uit verschillende gerechten die allemaal samen worden opgediend. Daarbij wordt tee of Tsingtao bier gedronken.

Je komt niet terug uit Peking zonder daar gelakte eend geproefd te hebben. Het meest beroemde adres daarvoor in Peking is simpelweg hét Roast Duck Restaurant aan Qianmen straat. Het bestaat al sinds 1864 en dagelijks worden er gigantische legers eenden opgegeten, die speciaal voor dit restaurant gekweekt worden. Duizend mensen kunnen hier tegelijk bediend worden in de gigantische banketzaal en de talrijke kleinere vertrekken. Gelakte eend wordt opgediend met pruimensaus en in flinterdunne pannekoekjes gewikkelde lenteuitjes. Daarna wordt vaak een soep van de beenderen geserveerd, soep komt bij de Chinese maaltijd altijd het laatst “om de gaatjes te vullen”.

In de internationale hotels is er een grote keuze aan restaurants : Frans, Italiaans, Mexicaans, je noemt het en het is er. De prijzen zijn daar natuurlijk op westers niveau, terwijl ze elders in de stad zeer redelijk tot goedkoop zijn. Jonge trendy Chinezen verdringen zich echter graag bij de grootste MacDonald’s ter wereld aan Wangfujing, of in het vorig jaar geopende Hardrock Café in de ambassadewijk. Zij eten hamburgers en steak met frieten.

En ’s avonds geven ze zich over aan klagerige karaoke-sessies, de tophit van het nachtleven in de Chinese hoofdstad.

Als u niet zo’n groepsdier bent en de stad in uw eigen ritme wil zien, kunt u dat best per fiets doen. Vrijwel elk groot hotel verhuurt tweewielers en er bestaat een Official Guide met een uitstekende fietskaart van de stad, meestal te koop in de souvenirshop van het hotel. Een eenvoudige fiets heeft u al voor 25 yuan (100 fr.) per dag. Tienanmen, de Verboden Stad, het Zomerpaleis, de Tempel van de Hemel, ze zijn allemaal op twee wielen te bereiken.

In de City Guide voor Peking van de Lonely-Planetreeks vindt u ook een mooi uitgestippelde fietstocht door de stad, die zich niet beperkt tot de “officiële” bezienswaardigheden. De hutongs van Peking laten u het echte leven zien. Rond de Verboden Stad, die door de laatste keizer Pu Yi in 1924 verlaten werd, liggen bijvoorbeeld tal van binnenhofjes en kleine straatjes met namen die verwijzen naar wie er woonde ten tijde van de keizers. Het straatje van de minnen, het straatje van de wasvrouwen, en nog veel meer. Peking heeft ook veel parken en meren midden in de stad. Vermijd het wel om die plekken, vooral ook het Zomerpaleis, op zondag te bezoeken. Overal waar het maar een beetje groen is, stromen de Chinese gezinnetjes met hun ene kind en masse toe. Uw uitzicht op de mooiste plekjes wordt dan permanent belemmerd door hele rijen mensen die precies dààr, één na één allemaal in exact dezelfde houding, poseren voor het familiealbum. Chinezen werken afwisselend een vijf- en een zesdagenweek, als ze vrij hebben, willen ze daar ook van genieten. Iets te drinken of te eten vinden in zo’n publiek oord van vermaak is een hele onderneming. Neem uw scherpe ellebogen mee, want dat is een veel gebruikt wapen in China. Als tienduizenden Chinezen op één plek bij elkaar zijn, is er ook altijd ontzettend veel lawaai. Scherpe, hoge stemmen snerpen overal in je oren. Het is een illuzie te denken dat u in deze miljoenenstad ergens alleen zou kunnen zijn. Rust vindt u enkel ’s avonds op uw hotelkamer. Of als u vóór dag en dauw uit de veren bent om bij dageraad het taijiquan of schaduwboksen gade te slaan. Veel Chinezen beginnen hun dag met deze mysterieuze en elegante sport in parken of gewoon langs de kant van de weg.

De twee verplichte exkursies even buiten Peking zijn de Grote Muur en de Ming-graven. Naar de Ming-graven, 50 kilometer ten noordwesten van Peking, trekken is eigenlijk hetzelfde als gaan kijken naar een gigantische bankkluis. Hier liggen op een domein van 40 vierkante kilometer dertien van de zestien keizers van de Ming-dynastie begraven. Maar slechts twee graven werden tot nu ontsloten en de meeste opgegraven schatten zijn in musea ondergebracht. Wat u echter niet mag missen, is het begin van de 7 kilometer lange Weg van de Geest, bewaakt door twaalf uit steen gehouwen fantastische dieren en twaalf dito statige hofdignitarissen. De rest van het “pretpark” dat men rond de Ming-graven ontwikkeld heeft, kunt u met een gerust hart overslaan.

Iedereen gaat naar de Grote Muur in Badaling, 70 kilometer ten noordwesten van Peking. Wees voorbereid op een gigantische kermis. Honderden bussen en auto’s, lange slierten mensen die van de parkings naar de muur slenteren. Een halve stad souvenirkraampjes, gelegenheidsfotografen en horden die zwoegen om het steile bouwwerk te beklimmen tot op het hoogste punt. Daar aangekomen schaffen ze zich een “I climbed the Great Wall” T-shirt aan of een diploma dat ze thuis trots aan hun kleine muur kunnen hangen.

Ondanks de kermisatmosfeer blijft de Grote Muur een indrukwekkend bouwwerk dat zich, zo ver het oog reikt, over de bergen slingert. De bouw ervan begon 2000 jaar geleden, honderdduizenden mensen werkten er meer dan tien jaar aan en de legende zegt dat wie ter plekke doodviel, gewoon als bouwmateriaal gebruikt werd.

Het bouwmateriaal van het moderne China zijn de tientallen miljoenen buitenmensen die, sinds het afschaffen van de communes, naar de hoofdstad en naar ander grote steden komen afgezakt om werk te zoeken. Ze hebben de laagste jobs, worden slecht betaald en vinden vaak geen onderkomen. Peking telt honderdduizenden daklozen. De “migranten” worden door de regering met schuld overladen voor de stijgende kriminaliteit. Ze ontsnappen massaal aan het zeer strikte één-kind-beleid, waardoor ze ook nog met de vinger worden gewezen voor het te sterk stijgende bevolkingsaantal. Er is nu een verbod uitgevaardigd om na het Chinese nieuwjaar, dat eind januari valt, trekarbeiders (opnieuw) in dienst te nemen. Vermits elke Chinees probeert nieuwjaar bij zijn familie te vieren, zou het best kunnen dat de reusachtige bouwwerf Peking binnenkort een groot gebrek aan werklui zal ondervinden. Maar of dat de roes zal stoppen ? Glimmende kantoortorens en imponerende hotels schieten als paddestoelen uit de grond en de toeristen, maar vooral de zakenlui stromen dagelijks toe. Rolls-Royce opende vorige lente, voor het eerst sinds 1949, weer een showroom in Peking. De hele Europese luxebusiness kijkt gretig naar de gigantische markt die opengegaan is en waarvan nog slechts een fraktie werd bewerkt.

Als je nog iets wil zien van het oude Peking, laat je er best geen gras over groeien, het tempo waarin de stad van gezicht verandert, is niet bij te houden.

Grote foto : Op Tienanmen laat iederen zich nog fotograferen met de Grote Roerganger in de rug. Kleine foto : Fietsen in Peking, de ideale manier om je te verplaatsen.

Aan de voet van het MacDonald’s insigne bloeit de vrije-marktekonomie.

Een grote trekpleister : de zijdemarkt in het diplomatenkwartier.

Op de grote muur in Badaling ben je nooit meer alleen.

De frivole toekomst van China aan de voeten van een eeuwenoude draak in de Verboden Stad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content