EENVOUDIGE WIJNEN DIE GEEN PIJN DOEN IN DE PORTEMONNEE. DAAR WILLEN WE HET OVER HEBBEN IN DEZE RUBRIEK. CHATEAU SIMPLE (373), WIJN VOOR BEGINNERS, DIE OOK DE KENNERS WEL BEVALT.

In de Nieuwe Wereld is chardonnay het best ontwikkeld in Australië. 2002 was daar bijzonder koel en fris, er werd zelfs gesproken van een recordjaar, vooral in de zuidelijke gebieden van West-Australië (met onder meer Margaret River), Zuid-Australië, Victoria en Nieuw-Zuid-Wales. Die onverwachte koelte maakte een stijlverandering mogelijk bij de witte klassewijnen, vooral deze van chardonnay. Vóór 2002 zei men van Australische chardonnaywijnen dat ze de ‘allure van een olifant’ hadden : ze waren van erg lage rendementen en van krachtige, iets overrijpe druiven ; ze werden vergist op natuurgist van het perceel, gelagerd op de gistrest en in honderd procent verse eiken barriques ; het alcoholgehalte bedroeg altijd meer dan 14 % en de wijnen waren licht ranzig en nooit helemaal droog.

De natuurlijke koelte van het millésime 2002 bracht dus een opening naar meer verfijning, met minder hout en minder alcohol, en, tot ieders verrassing, meer bewaarpotentieel. Bij de vroegere ‘olifanttypes’ was een gunstige evolutie op fles van drie jaar al een uitzondering ; na 2002 werd een natuurlijk zuurgehalte van 9 g/l haalbaar, waarbij niet meer chemisch moest worden aangezuurd. Men slaagde erin om frisheid en instapklare drinkbaarheid in de Australische chardonnay te brengen, ook bij de supercommerciële types : Jacob’s Creek is nu fris geelgroen van kleur met 12° alcohol en heeft de oude goudgele gewaden afgelegd. Meer nog : Australië nam zelfs in de wijnwereld de leiding in de noodzakelijke reductieve technologie van het wijn maken met horizontale persen, met weinig schilcontact, met extreem zuivere most en met geselecteerde gisten. Deze ommezwaai was mogelijk omdat er down-under geen loodzware traditie-der-voorvaderen in de weg staat.

Nu vindt men in Australië een veelvoud van wijnstijlen, naargelang van de eigenheid van het perceel en de opties van de wijnmaker. De belangrijkste elementen die de kwaliteit bepalen, zijn : een koel klimaat, oude wijnstokken, een goede kloonselectie, een juiste snoeiwijze, het juiste oogstmoment voor smaak en frisheid, handpluk en hele trossen in de persen, geen extreme klaring van het sap, perceelgist en juiste dosissen van sulfiet. Een waaier van parameters dus, die aanleiding geeft tot een gelijkaardige waaier van kwaliteiten en stijlen.

Door Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content