Château Charlotte

Charlotte De Cock woont tijdelijk in een kasteel via FMT, een organisatie die invullingen zoekt voor leegstaande panden. De koeien- en schapenvellen zijn tweedehands, net als de ladder. © Tim Van de Velde

Ze wordt ‘de nieuwe Luc Tuymans’ genoemd en woont in een kasteel waarvan het interieur ontworpen lijkt door een topdecorateur. “Maar het kasteel is geleend en de meeste meubels komen van de rommelmarkt.” Binnenkijken bij schildertalent Charlotte De Cock.

21 was Charlotte De Cock, toen de Antwerpse kunstkenner Frank Van Laer haar indrukwekkende schilderijen zag hangen in de kledingzaak waar haar moeder indertijd werkte. “Ik koop ze allemaal en maak er een tentoonstelling van”, zei hij en zo geschiedde. Eén openingsavond later had hij alle schilderijen verkocht. Op haar 21ste dus. Een studente kunsthumaniora die haar studies had opgezegd omdat de docenten op school haar werk maar niets vonden.

Dat was in 2009. In 2014 schildert ze de reeks The Thirteen Masters, zwart-witportretten van onder meer Jan Decleir, Fred Bervoets, Koen Van Den Broek, Robbe De Hert, Luc Tuymans en Tom Barman. Een indrukwekkend lijstje, maar ergens begrijpen we waarom die schare mannen zich gemakkelijk liet overhalen door Charmante Charlotte. Je moet het maar durven : aan Luc Tuymans vragen of je hem mag schilderen. Ook van deze reeks vind je geen werken meer op de markt wegens instant uitverkocht. “Van de Luc heb ik nog altijd spijt”, zegt ze, “dat ik hem verkocht heb. Ik wou dat ik hem voor mezelf gehouden had.” Nog in het rijtje mannelijke bewonderaars : Sergio Herman. Die liet een gigantisch schilderij maken om The Jane op te smukken. Geschilderd in de keuken van het restaurant. Een naakt zelfportret, hoe maak je zoiets ? Het antwoord staat op videowebsite Vimeo. Googel ‘charlotte’ en ’the jane’ : het is de moeite.

Axel Vervoordt meets indianen

Vandaag is ze amper 28 en de autodidacte wordt nu al de ‘nieuwe Luc Tuymans’ genoemd. Haar schilderijen kosten tot 9.000 euro maar van Antwerpse arrogantie geen spoor. “Ik voel me nog altijd niet doorgebroken.” Ze woont in een kasteel, dat wel. Met een vijver groter dan het kasteel zelf. “Maar het is niet van mij”, legt ze uit. “Ik woon hier tijdelijk via FMT, een vastgoedorganisatie die invullingen zoekt voor leegstaande panden. Meestal zijn dat winkels of restaurants, soms bewoners. Dit kasteel werd recent verkocht en de nieuwe eigenaars zijn de verbouwingsvergunningen aan het regelen. In de tussentijd kan ik hier een jaar wonen.”

Het interieur van haar kasteel lijkt weggelopen uit de boekskes. Het draagt de stempel van een topdecorateur. Koeienvellen, verweerde meubels en houten vloeren, een gigantische kast met opgezette vogels, muurschilderingen van huilende wolven. Axel Vervoordt meets indianen. “Bijna alles komt hier nochtans van de rommelmarkt”, zegt Charlotte. Naam van de ’topdecorateur’ : Kris Caluwe. Roepnaam : ‘mamaatje’. Kris komt net aangewaaid met een kop koffie die ze serveert op de brocante eettafel, “een versleten deur op schragen”.

“Ik speur naar unieke stukken op vlooienmarkten, of zelfs op straat”, vertelt Kris. “Met op het eerste gezicht waardeloze objecten kun je soms meubels samenstellen.” Zet een verloren stuk hout op een kippenhok van staaldraad en je hebt een salontafel. Kris Caluwe heeft geen achtergrond in interieur- of meubelontwerp, maar ze heeft wel smaak. Veel smaak. En dezelfde charmes als haar dochter.

Geleend van Bobbejaanland

Binnenkomen bij Charlotte De Cock is een beetje zoals binnenstappen in het Wilde Westen. Er zijn pluimen, dreamcatchers en jachttrofeeën. Als je naar haar website surft, zie je boven haar naam een zelfportret met tooiband vol veren, uit haar reeks over Native Americans. In 2012 ging ze op roadtrip doorheen Utah, Arizona en Nevada, fotografeerde de roots van het zuidwesten en baseerde daar een reeks kunstwerken op. “De hoofdband met pluimen was trouwens geleend van Bobbejaanland. Getekend door Nudie Cohn, de beroemde Amerikaanse kleermaker die ook ontwierp voor Elvis Presley.”

“Het is hier ook een beetje Klein Amerika”, zegt Kris. Het kasteel heette vroeger officieel Villa des Brochets. Vrij vertaald : Het Snoekenpaleis. Het dateert uit de jaren 20 en op zolder vond Kris nog een gevelornament, een stenen snoek. Die staat nu als decoratie in een slaapkamer. “Meubels of interieuraccessoires hoeven niet duur te zijn”, zegt ze. “Waarom moet tegenwoordig op alles een merk plakken als je tweedehands zo veel mooie anonieme stukken op de kop kunt tikken ?”

One of the boys

De boeken die in haar kasteel rondslingeren, geven een inkijk in het hoofd van Charlotte. On the road van Jack Kerouac, of het gelijkaardige Zen and the art of motorcycle maintenance van Robert Pirsig. Searching souls, net als Charlotte, die dat op haar beurt erfde van haar vader die ook schilderde, en zelfmoord pleegde toen ze vier was. “Ze erfde zijn creativiteit en zijn chaos maar niet zijn destructiviteit”, zegt Kris.

“Ik heb hem niet gekend dus ik kan hem niet missen. Maar de herinnering aan hem leeft nog bij veel mensen en ik krijg nog altijd verhalen over hem te horen”, aldus Charlotte. Dat ze alleen mannen schildert – “in feite alleen oude zakken of mezelf” – wordt vaak uitgelegd als een zoektocht naar een vaderfiguur. “Ik denk daar niet zo bij na, maar dat zou weleens kunnen. Ik ben ook lang op zoek geweest naar mezelf trouwens. Ik heb jarenlang geen zak gedaan. Maar nu zèn ik keigelukkig. Het is gelopen zoals het ging. Misschien beter zo. Je weet nooit welke invloed zijn destructiviteit zou gehad hebben.”

Charlotte De Cock is one of the boys. Ze rijdt met een MG Midget uit ’77, rookt onverbeterlijk, zit graag op café, kijkt naar Top Gear en verorbert steaks van 400 gram.

Festivalorganisator en dj, dat is ze ook. Enkele jaren geleden stampte ze een compleet nieuw festival uit de grond, Barefoot Festival, dat deze zomer (op 6 augustus) aan een vierde editie toe is. De sfeer is te vergelijken met het festival Burning Man in Nevada : een beetje magie, een beetje natuur, een beetje hippie. Daar is Amerika weer.

De wereld veroveren

Nog deze zomer, in juni, opent Charlottes expo My California, over “vergeten community’s en onaffe plekken in de VS”. Verlaten militaire domeinen of ghost towns geschilderd door Charlotte. Based on true stories. Alweer iets wat de moeite loont om te googelen : Bombay Beach of Slab City bijvoorbeeld. Waar hier en daar een mens is achtergebleven als lost soul tussen verroeste artefacten. De expo vindt plaats in een oude loods en dat typeert haar. “Ik heb geen galerist, zoals de meeste kunstenaars. Ik zoek mijn eigen weg.”

Op de muren in haar Snoekenpaleis prijken twee handgeschilderde metershoge tekeningen. Huilende wolven op de prairie. Zogenaamde murals, hedendaagse muurschilderingen (zie ook p. 64), zijn een specialisatie van Charlotte De Cock. Volgende maand kun je er eentje gaan bewonderen tijdens het Antwerp Art Weekend (20-22 mei), op de gevel boven koffiebar Kolonel. “Ik wil overal iets creëren. Ja, misschien wel de wereld veroveren”, zegt ze. “Mijn stempel zetten.”

Tekst Veerle Helsen & Foto’s Tim Van de Velde

Je moet het maar durven: aan Luc Tuymans vragen of je hem mag schilderen

Zet een verloren stuk hout op een kippenhok van staaldraad en je hebt een salontafel

“Charlotte erfde haar vaders creativiteit en chaos, maar niet zijn destructiviteit”, aldus haar moeder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content