Mijn grootvader was een meubelmaker. Een artisan, net als zijn vader. Uit mijn jeugd herinner ik me het maatwerk dat hij maakte en de geur van het geschaafde hout. Zelf heb ik ook altijd graag met mijn handen gewerkt. En van houtbewerking naar mechanische onderdelen in edelmetaal, dat is niet zo’n grote stap.

Mijn opvoeding was streng, maar ik hou nu wel van orde en structuur. Als dertienjarige verbleef ik op weekdagen bij de Jozefieten in Melle, en in het weekend was ik thuis in Kortrijk. Ik bewaar goede herinneringen aan het internaat. Ik leerde er mezelf ook organiseren, en de unieke banden die daar zijn ontstaan, gaven me vrienden voor het leven.

De horlogerie is een gesloten wereld. In de hoop in die sector werk te vinden, trok ik na mijn opleiding handelswetenschappen in 2002 naar Zwitserland. Als jonge twintiger had ik grote ambities. Maar dat viel tegen, als er gekozen moest worden tussen mij en een landgenoot, ging de baan steevast naar de Zwitser. Ik had wel veel interesse voor de horlogerie, maar geen enkele ervaring.

Terugkeren was geen optie. Daarvoor ben ik te graag een expat, dat had ik als Erasmus-student in Grenoble al begrepen. Om mijn werkvergunning in Zwitserland te behouden, nam ik dus een klein consultancybureau over waar ik eerder stage had gelopen. Gedurende twee jaar adviseerde ik buitenlandse bedrijven die er zich wilden domiciliëren. Tot het toeval me in contact bracht met een klein horlogeatelier. Dat zocht een taalvaardige commerciële directeur, en zo gingen de deuren van de horlogerie voor me open.

In zo’n kleine onderneming moet je van alle markten thuis zijn, in een grote specialiseert ieder zich in zijn vakgebied. Al beschik ik niet over het vakmanschap van een ancien, in dat atelier leerde ik de voornaamste complicaties kennen en mechanische binnenmerken monteren. Het bedrijf kwam handen te kort om de bestellingen af te werken, en dus had ik geen keuze ; een van de voordelen van een kleine ploeg.

Met alles wat er te leren valt in de horlogerie kun je twee levens vullen. Dankzij mijn ervaring werd ik productontwikkelaar. Een ingenieursdiploma had ik uiteraard niet toen ik vier jaar geleden bij Omega begon, al had ik wel gespecialiseerde horlogeopleidingen achter de rug. Gelukkig heeft het bedrijf zelf een technisch bureau en een designteam. En dan waren er nog de contacten met alle dochterondernemingen van de Swatch Group (het moederbedrijf van Omega, WD), zo steek je dagelijks wel iets nieuws op.

Van horlogemakers wordt gezegd dat ze zich God wanen. Dat klopt ergens. Leven brengen in losse mechanische onderdelen, dat is ook magisch. En naast ambachtelijke vaardigheden vereisen mechanische uurwerken tegenwoordig spitstechnologie. Ik deel met verzamelaars de bewondering voor die combinatie.

Ik trek niet graag de aandacht. Op trainingsseminaries gaat het ook niet om mezelf. Uurwerken worden steeds gecompliceerder. Ze bevatten meer techniek en de prijsverschillen zijn groot. Je hebt dus mensen nodig die het winkelpersoneel en de brand managers in de verschillende landen opleiden. Ook al behoren die soms langer tot de Omegafamilie dan ikzelf. En achteraf is het fijn als iemand je een complimentje maakt.

Ik mis soms de jovialiteit en de levenskunst van de Belgen. Als ik na een bezoek aan familie en vrienden de Zwitserse grens oversteek, voel ik een soort van opluchting. Ik ben er thuis. Maar ik vind er niet het café van bij ons waar je contacten legt en vrienden maakt.

Ontspanning zoek ik aan het water. Ik snowboard graag, maar het is toch vooral het meer van Bienne dat me aantrekt. Als ik daar de dag kan afsluiten, met vrienden en een glas in de buurt, kan ik mijn geluk niet op.

Charles Laevens (30) is international training manager van Omega. Eerder werkte hij als productmanager aan de ontwikkeling en design van verschillende modellen in de Seamaster- en Speedmastercollectie.

Door Wim Denolf / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content