CATHARINA DE HAAS

© FOTO MICHAEL O'BRIEN

FILOSOFISCH CONSULENTE

IK WAS ALTIJD EEN BUITENBEETJE. Als kind hield ik meer van voetbal en knutselen dan van poppen, en na elk diploma ging ik weer iets anders studeren. Pogingen om me in een mal te persen haalden niets uit, al werd dat op de nonnenschool in Amsterdam wel geprobeerd. Later verzeilde ik in het kunstenaarsmilieu en ging ik zelf beeldhouwkunst maken – in die kringen vormt eigenzinnigheid minder een probleem (lacht).

OP MIJN ZESENDERTIGSTE GING IK FILOSOFIE STUDEREN. In Amsterdam duurde de klassieke opleiding toen acht jaar. Voor mij was dat geen evidente keuze : per slot van rekening had ik al twaalf jaar als apothekersassistente gewerkt en kon ik ook als docente Nederlands en Frans meteen aan de slag. Maar mijn hele leven medicijnen afleveren of dt-regels uitleggen ? Dat was toch niet mijn roeping.

IK HEB GEEN PATIËNTEN. Mijn klanten lijden soms wel onder een probleem maar dan gaat het meer om fundamentele levensvragen. Hoe verdeel je bijvoorbeeld rechtvaardig een erfenis ? Kun je wel bevriend blijven met een oplichter ? Daar biedt een psycholoog of psychiater geen antwoord op. De kwestie moet wel met de rede op te lossen zijn. Voor dieperliggende emotionele problemen heb ik een netwerk van doorverwijsmogelijkheden.

AANBIEDINGEN UIT DE ACADEMISCHE WERELD SPRAKEN ME NIET AAN. Daarvoor keek ik te zeer op tegen de vergaderingen en het papierwerk. In zo’n besloten wereld is filosofie ook al vlug een theoretische denkoefening, terwijl mijn filosofische praktijk zich tot gewone mensen richt. Het leven van elke dag : op dat terrein voel ik me het best.

PASKLARE ANTWOORDEN BESTAAN NIET. Ik vertel mensen niet hoe ze de wereld moeten zien maar help ze om zelf hun waarheid te vinden. Ik doorgrond hun denkwijze, zoek uit waar het schoentje wringt en probeer dan gereedschap aan te reiken waarmee ze hun vaste denkpatronen kunnen doorbreken. Nieuw is mijn beroep niet. Problemen ontrafelen, gesprekken voeren om de wijsheid in mensen naar boven te brengen : dat deed Socrates al.

HET IS PRETTIG DAT WE ALLEMAAL ONSZELF EN UNIEK MOGEN ZIJN. Maar dat kunnen we niet alleen. Mensen hebben vrienden nodig die hen bevestigen en steunen in de keuzes die ze maken. Het kon geen kwaad om dat te benadrukken in een boek over vriendschap : in dit individualistische tijdsgewricht kunnen we zulke hechte banden niet sterk genoeg waarderen.

AFSPRAAK ZOU AFSPRAAK MOETEN ZIJN. De werkelijkheid is vaak anders. In de politiek vieren loze beloften hoogtij, terwijl wetten soms amper iets voorstellen. Velen kennen toch de mazen. Zelfs auteurscontracten verraden een groeiend wantrouwen in mensen : er komen voortdurend nieuwe artikels bij. Het vertrouwen in elkaar herstellen zou een van onze grootste bekommernissen moeten zijn.

IN AMSTERDAM HEEFT IEDEREEN EEN MENING OVER DE MULTICULTURELE SAMENLEVING. Al die minderheden en levensstijlen dwingen je haast om stelling in te nemen. En de omstandigheden maken ons niet toleranter. In crisistijden is een zondebok immers snel gevonden, terwijl ons begrip voor afwijkende gedragingen en opinies slinkt. Vreemdelingen moeten tegenwoordig al hutspot eten en klompen dragen voor we naar ze luisteren.

IK WIL NIET WEGKWIJNEN ACHTER GERANIUMS. Dan leef ik liever als von Goethe, die op zijn tachtigste nog Grieks ging studeren. Het idee dat vijftigers hun gloriejaren achter zich hebben en geen nieuwe uitdagingen meer aanpakken : dat slaat toch nergens op ? Ik ben dankbaar om mijn levenservaring maar van afbouwen is geen sprake.

Catharina de Haas (68) opende in 1992 een filosofische consultatiepraktijk in Amsterdam en is auteur van Vriendschap – een tweede ik (Scriptum, 19,95 euro). Info : www.filosofische-praktijk.nl.

DOOR WIM DENOLF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content