Op 4 december opent in het Parijse Grand Palais de grootste tentoonstelling die ooit aan het Franse merk werd gewijd. Liefst zeshonderd uitzonderlijke stukken dompelen de bezoeker onder in de saga van het beroemde juweliershuis én in de geschiedenis van de moderne tijd.

De hertog en de hertogin van Windsor, Grace en Rainier van Monaco, Elizabeth Taylor en Richard Burton, JFK en Jackie : de naam Cartier is zo nauw verbonden met een aantal mythische liefdesparen dat we bijna zouden vergeten dat de geschiedenis van dit wereldberoemde huis minstens even boeiend is omdat ze ook een beeld schetst van de evolutie van de kunstnijverheid. En, in bredere zin, ook van de smaak en de omgangsvormen in de tijden en kringen waarin de erfgenamen van Louis-François Cartier, die het huis in 1847 stichtte, de naam Cartier lieten schitteren.

Eind negentiende, begin twintigste eeuw, terwijl Louis de Parijse tak van Cartier leidt, vestigt zijn broer Jacques zich in Londen om het Britse koningshuis beter te kunnen dienen – Edward VII noemt Cartier “de juwelier van de koningen en de koning van de juweliers”. Pierre van zijn kant vertrekt naar New York : hij brengt de zetel van het familiebedrijf onder in een voornaam herenhuis aan Fifth Avenue, dat van eigenaar wisselde in ruil voor een uitzonderlijk dubbel parelsnoer. “Nog meer dan diamanten waren parels van topkwaliteit destijds het symbool bij uitstek van rijkdom en macht. Parels zijn trouwens te zien op alle koninklijke en prinselijke portretten”, beklemtoont Bernhard Berger, directeur Cartier Tradition.

De collectie die het huis Cartier vanaf de jaren zeventig begon aan te leggen als getuigenis van zijn historische erfgoed, omvat trouwens enkele zeldzame exemplaren. Samen met meer dan 1400 uitzonderlijke stukken vormen ze een schat die in de hele wereld zijn gelijke niet kent. Vanaf vandaag, 4 december, worden zo’n zeshonderd van die prachtstukken aan het grote publiek getoond in het Grand Palais in Parijs. “De grootste tentoonstelling ooit rond Cartier”, klinkt het bij een enthousiaste Pierre Rainero, directeur Style, Image et Patrimoine. “De overgrote meerderheid van de creaties komt uit onze eigen collectie. Daarnaast zijn een vijftigtal stukken in bruikleen gegeven door musea of particulieren. Maar wat deze expo zo bijzonder maakt, is dat we die stukken ook in hun context plaatsen, aan de hand van schilderijen uit die tijd, jurken, documenten uit onze archieven, koopmansboeken, tekeningen, foto’s, afgietsels of lijsten met leveranciers. Op die manier wordt duidelijk welk buitengewoon werk onze ambachtslui leverden, zowel in creatief opzicht als inzake productie en opvolging ervan.”

De expo Cartier. Le style et l’histoire beslaat liefst 1500 m² en onthult dit unieke vakmanschap aan de hand van zowel pronkjuwelen als meer intieme voorwerpen, die een beeld geven van de evoluerende zeden en gewoonten. Sigarettenkokers en etuitjes met damesbenodigdheden bijvoorbeeld. En natuurlijk polshorloges : in 1904 al ontwierp Louis Cartier als allereerste een polshorloge voor zijn vriend Alberto Santos-Dumont, die als vliegenier tijdens een vlucht snel wou kunnen checken hoe laat het was, iets wat met de zakhorloges uit die tijd bepaald geen veilig manoeuvre was.

Een van de eerste modellen, in 1912 vervaardigd uit geel en roze goud en met saffieren cabochon, zal in Parijs te zien zijn. Zo ook Trinity, de ring die is opgebouwd uit drie ringen in verschillende kleuren goud, en beroemd werd dankzij Jean Cocteau, die zo’n ring droeg en er eentje schonk aan zijn minnaar Raymond Radiguet. Een andere topper op de tentoonstelling : de panterbroche van de hertogin van Windsor, opgevat als een sculptuur in platina, wit goud en edelstenen en zo buitenissig van vorm dat de toenmalige pers het sieraad “een atoombom van juwelierskunst” noemde. Een andere blikvanger is het galahalssnoer van de maharadja van Patiala, bezet met 2930 diamanten voor in totaal meer dan 1000 karaat (zie p. 46). “Een van de fraaiste stukken die onze ateliers ooit hebben afgeleverd”, benadrukt Jacqueline Karachi, directrice Création Cartier Prestige. “Voor ons een drijvende kracht : dergelijke stukken vervullen ons met trots dat we voor zo’n beroemd huis mogen werken. Tegelijk leggen ze de lat voor ons heel hoog, omdat we dit niveau van uitmuntendheid willen aanhouden.”

Gesterkt door deze avant-gardistische erfenis moedigt Jacqueline Karachi haar medewerkers vandaag aan om “nieuwe horizonten te verkennen en met name om diamanten te combineren met stenen die traditioneel niet werden gebruikt, zoals roze toermalijn, tanzaniet of spessartiet. Dat stelt ons ook in staat om te evolueren naar een grafische vormgeving die veel uitgesprokener en moderner is, en soms opnieuw aanknoopt met een vormtaal die veel weg heeft van die van de art deco. We blijven nu eenmaal met dezelfde woordenschat schijven aan de geschiedenis van Cartier.”

Neem nu katachtige roofdieren, al sinds de jaren veertig een vaste waarde in de codes van Cartier : daar is de link tussen verleden en heden glashelder. Pierre Rainero : “Vandaag wordt het dier soms enkel gesuggereerd door stenen die de kleuren of vlekken van de vacht oproepen. Maar net zoals India ons al sinds de jaren twintig inspireert – denk maar aan de Tutti Frutti-creaties – is ook Afrika altijd al een bron van inspiratie geweest : dat was al zo in het koloniale tijdperk en dat is nog altijd het geval.”

De directeur Style, Image et Patrimoine geeft nog mee welke twee hoogtepunten de bezoeker volgens hem in geen geval mag missen op de tentoonstelling Cartier. Le style et l’histoire. Eerst en vooral de raadselachtige pendules : de wijzers lijken in het transparante lichaam in bergkristal te zweven, zonder zichtbare verbinding met het mechanisme dat ze in beweging zet. Daarvan zijn er op de expo een vijftien uitzonderlijke exemplaren te zien. En ten tweede een reeks sensationele diademen, waaronder het diadeem dat koningin Elisabeth van België (zie p. 48) een jaar na de troonsbestijging van haar man kreeg. De gemalin van Albert I droeg het diadeem als hoofdband, uiterst elegant en zeer modern voor haar tijd en vooral voor iemand van haar stand. Maar wel helemaal in lijn met de innovatieve geest van de broers Cartier.

‘Cartier. Le style et l’histoire’, van 4 december 2013 tot 26 februari 2014 in het Grand Palais. www.grandpalais.fr

DOOR DELPHINE KINDERMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content