“Mensen op het platteland beginnen in te zien dat je met studeren wel iets kunt bereiken : een degelijk inkomen namelijk.” Sophary Pich is hoofd van Plan Siem Reap. Ze werkt hard aan de concrete verbetering van het dagelijkse leven in deze Cambodjaanse regio. Ze gidste Knack Weekend langs de verschillende Plan-projecten.

W hat is this ?” “This is a car.” Een twintigtal schelle stemmetjes scanderen het antwoord. De vijftienjarige Phlon toont een papieren afbeelding van een auto, dan van een appel, een boek. Hij noteert de vragen en antwoorden op een bord, eerst in het Khmer, dan in het Engels. Sommige van zijn leerlingen zijn piepjong, vijf en zes jaar, de oudsten prille tieners. Elke weekdag komt dit klasje samen in het dorp Samrorng. Met een minimale investering in een bord, schriftjes, houten banken, een lamp op batterijen en een waterfilter kan Plan hier een mooi resultaat neerzetten. Alleen al in de regio Siem Reap zijn er een vijftigtal van die klasjes.

De leraars zijn vrijwilligers, jongeren die zelf nog school lopen. Het enthousiasme van leerlingen en lesgevers is begeesterend. Toen Knack Weekend in 2008 de projecten van Plan Siem Reap bezocht, was Salet, een van de leraressen, in tranen uitgebarsten. Haar ouders hadden haar thuis nodig en dus mocht ze niet naar het hoger middelbaar. Drie jaar later zijn we terug en haalt haar zus Salin er een fotoalbum bij. Met advies en tussenkomst van Plan lukte het uiteindelijk wel. Een stralende Salet op foto’s genomen in verschillende Aziatische landen. Met een job als kok en receptioniste op een cruiseboot heeft ze een inkomen dat haar toelaat om het nieuw gebouwde ouderlijk huis mee te helpen afbetalen. “Iemand als Salet is een mooi voorbeeld voor het hele dorp”, vertelt Sophary Pich, hoofd van Plan Siem Reap. “Mensen op het platteland beginnen in te zien dat je met studies wel iets kunt bereiken. Dat helpt om hun kinderen langer op school te houden.”

Wanneer we naar het stadscentrum van Siem Reap terugrijden, telkens weer een hobbelige rit over onverharde wegen die op bepaalde plaatsen zelfs weggespoeld zijn, merk ik een zorgelijke frons op bij de nochtans eeuwig positieve Sophary. Ze heeft met Salin gepraat, even schrander en gemotiveerd als haar zus. Maar ook voor Salin zit de school erop. “Ik zoek voor haar een job als vrijwilliger bij een ngo”, besluit Sophary. “Ze krijgt dan een minimumloon, maar kan ervaring opdoen. Of uitvliegen, naar Phnom Phen bijvoorbeeld.”

Tomb Raider

Siem Reap was een klein stadje tot toerisme na jaren van burgeroorlog weer mogelijk werd. In 1993 bezochten 118.000 toeristen de nabijgelegen tempels van Angkor Wat, toen nog onder strikte begeleiding, vanwege de vele landmijnen, die ondertussen grotendeels opgeruimd werden. In 2010 waren er al meer dan twee miljoen bezoekers.

In 2001 zette de film Lara Croft : Tom Raider, grotendeels gedraaid in de tempels en met in de hoofdrol Angelie Jolie, Cambodja als toeristische bestemming op de wereldkaart. Jolie adopteerde ook een Cambodjaans kind. Dit jaar keerde ze naar Siem Reap terug met sterfotografe Annie Leibovitz, die er van Jolie foto’s maakte voor een reclamecampagne van het luxehuis Louis Vuitton. Geen wonder dat de actrice uitgroeide tot de officieuze toeristische mascotte. Zo kun je in Pub Street in het oude centrum op een terras een Tomb Raider Cocktail drinken.

De gezellige toeristische drukte, de flarden karaoke en andere muziek, de lichtreclames, de gevarieerde menukaarten, het is een groot contrast met het zo dichtbij gelegen platteland. Daar is geen elektriciteit, noch stromend water. Er zijn eenvoudige paalwoningen opgetrokken uit hout en gedroogde bladeren, of uit steen en hout voor wie het net iets beter heeft. In 1994 leefde 45 procent van de Cambodjanen onder de armoedegrens, in 2007 was dat nog 30 procent. De recentste cijfers die Sophary voorhanden heeft, spreken over net geen 28 procent. Het gaat gestaag vooruit, soms te traag weliswaar. En Sophary weet dat ze op veel fronten tegelijk moet vechten.

Ontbijt op school

On the bumpy road again ! Na een rit van dik een uur naar Peak Sneng in het Angkor Thomdistrict, treffen we iets na acht ’s ochtends een dertigtal kleuters braaf aan het ontbijt. Uit een plastic emmer wordt een brij van rijst, vis uit blik en olie, in kommetjes geschept. Alles wordt gretig binnengelepeld. Dit stevige ontbijt is een incentive om ouders over te halen hun jonge kinderen naar deze kleuterklas te brengen. Early Child Care and Development (ECCD, van nul tot zes jaar) is een absolute prioriteit van Plan Cambodia en wordt meegefinancierd door Plan België. Kleuteronderwijs was hier zo goed als onbestaande. Kinderen die op hun zesde voor het eerst naar school gaan, hebben het moeilijk. Om een aantal intellectuele vaardigheden aan te leren is het dan vaak te laat. “Het belangrijkste is dat kinderen hier leren spelen en dat we hun geest kunnen scherpen om naar school te gaan”, leggen Ket en Kongkea uit, de twee jonge ECCD-leraars. Van de provincie kregen ze een korte training, van Plan krijgen ze 25 dollar per maand om voor de middag de kleuters te begeleiden. Na de middag hebben ze een andere job : de ene is kleermaakster, de andere verkoopt groenten.

In Peak Sneng zijn er twee klasjes, opgedeeld naar leeftijd. Hygiëne is een belangrijk thema, voor ouders en kinderen. Na het ontbijt moeten de kinderen hun tanden poetsen : de tandenborstels, bekers en tandpasta worden in het schooltje bijgehouden. Het water komt uit de door Plan aangelegde waterput. Daarnaast krijgen ook de aanwezige ouders, veelal moeders, het belang van hygiëne en de band met gezondheid uitgelegd. Handen wassen met zeep en gebruikmaken van latrines. Er werden de jongste jaren heel wat latrines gebouwd, maar door de overstromingen werd de grond rond scholen en huizen weer een open riool en is het voor een stuk herbeginnen. Tussendoor loopt in het kleuterschooltje nog een verpleegster langs met een kit om de kinderen te testen op malaria, dat in een paar noordelijker en hoger gelegen dorpen nog voorkomt.

Onderwijs voor iedereen

“Zie je, dat is nu het typische grondschema van een Planschool.” Paul Deleye, medewerker van Plan België, wijst mij op de lange rechthoek met opeenvolgende klassen en één lange buitengang. We staan in de lagere school van Sandan, eveneens in het Angkor Thomdistrict, met een twaalftal klassen en 460 leerlingen uit drie omliggende dorpen. Zoals in de meeste scholen is er een voor- en namiddagshift. De kinderen een hele dag houden, kan niet. Ze moeten thuis nog kunnen meewerken. Bovendien zijn er niet genoeg klassen. Bij meester Hom staan de kinderen op wanneer de Belgische Plandelegatie binnenkomt. Witte hemdjes en blauwe broek of rok. Daartussen ook een boeddhistische monnik in oranje gewaden. “Iedereen die wil leren is welkom”, verduidelijkt Hom. “Er is geen leeftijdsgrens, sommigen starten gewoon later.” In de sobere klas hangen de lesplannen tegen de muur. Hom toont zijn lesboeken, van wiskunde tot moraalfilosofie en geschiedenis. Ook over gezondheid geeft hij les : knokkelkoorts, vogelgriep, aids, malaria, diarree, het behoort allemaal tot het lessenpakket. In het aanwezigheidsregister is de sociale situatie van elke leerling beschreven. “We volgen hen op de voet, om te vermijden dat ze afhaken.”

Rond de middag geeft een luide gong aan dat de lessen erop zitten. Het is een vrolijke uittocht, een zee van fietsers en voetgangers die de zandweg opstuiven. De oudsten hebben vaak een schoudertas om, voor de jongsten doet een plastic zak dienst als boekentas.

Leve de administratie

Rijke westerlingen willen wel eens zeuren over een teveel aan administratie. Maar een compleet gebrek aan administratie heeft verstrekkende gevolgen. In 2004 werd in de Siem Reapregio maar 5 procent van de pasgeboren baby’s geregistreerd. Wie officieel niet bestaat, heeft een gehypothekeerde toegang tot gezondheidszorg en scholing. Ook bescherming tegen kinderarbeid, seksuele uitbuiting en huiselijk geweld wordt precair. “We hebben van die registratie een topprioriteit gemaakt”, aldus Sophary. “We overhaalden de overheid om mobiele registraties te organiseren. We zitten nu aan een registratiegraad van 90 procent.”

Ook in de middelbare school van Char Chhuk, in het Angkor Chumdistrict, wordt het belang van administratie zeer concreet bewezen. Op grote rollen papier is de omgeving van de school in kaart gebracht. Die school mapping gebeurt voor de omliggende dorpen, waarbij de kinderen socio-economisch geduid worden (van poor 1 tot het betere poor 3). “Op die manier breng je de noden duidelijk in kaart en kun je leerlingen die afhaken, een groot probleem in het middelbaar, proberen terug te halen”, legt Sophary uit.

Eind oktober is het schooljaar in Char Chhuk nog maar net op gang. Stukken van de school staan nog dertig centimeter onder water ten gevolge van de recente overstromingen. Maar de computerklas, op zonne-energie, is gelukkig gevrijwaard. De computerlessen zijn onontbeerlijk voor wie later in de groeiende toeristische sector wil gaan werken.

Seksuele voorlichting

Tussen of na de lessen kunnen de middelbare scholieren van Char Chhuk ook terecht in het jeugdcentrum, dat gerund wordt de Reproductive Health Association of Cambodia (RHAC), een Planpartner. Aan een lange tafel zitten enkele jongeren te lezen, er is keuze tussen de plaatselijke Joepie met celebrityverhalen, of zeer duidelijke voorlichtingsbrochures. In een andere hoek maken de kleinsten bloemstukken om te verkopen aan toeristen. Er is een aparte ruimte voor wie in alle discretie een probleem met de staf wil bespreken, van menstruatieklachten tot huiselijk geweld, geen onderwerp is taboe. Deze jeugdclub wil een veilige haven zijn, buiten de schoolmuren. Met een cultureel aanbod, extra cursussen Engels en handenarbeid, en vooral met seksuele opvoeding en psychologische bijstand.

De 25-jarige Ly leidt het centrum en ze moet het toegeven : er was tijd en overtuigingskracht nodig om het binnen de gemeenschap te legitimeren. Maar wanneer ze ons even later meetroont naar een open zaaltje in het dorp, blijkt het daar alvast gelukt. Een tiener geeft er aan andere tieners uitleg over seksueel overdraagbare ziekten. Een paar moeders en ouderlingen houden op de achtergrond een oogje in het zeil. Aan de hand van hyperrealistische tekeningen wordt er druk gepraat en gelachen. Maar ook seksuele intimidatie en verkrachting komen aan bod. “Informeer anderen met wie en waar je naartoe gaat”, is een van de adviezen. Na de les worden enkele stukken zeep verloot en kan iedereen met een energy bar naar huis.

Nieuw leven

“Snel, snel, kom naar boven, er is net een baby geboren”, roept Sophary van op het balkon van het gezondheidscentrum in het afgelegen plattelandsdorp Svay Chek. In de gang niets dan blije gezichten, de grootmoeders, enkele buren en dorpsgenoten die net op consultatie bij de dokter kwamen. Wanneer de vroedvrouw de deur openzwaait, verdringt iedereen zich om het meisje te bewonderen, netjes in doeken gewikkeld en liggend op een matje op de grond. In een hoekje ligt de uitgetelde moeder en in heel de ruimte hangt een weeë geur van bloed, maar dat kan de feeststemming niet dempen. “Waar is de vader ?” vraag ik Sophary. “Die moet water koken”, lacht ze.

Het Svay Chek Health Center opende nog maar een jaar geleden, maar is van cruciaal belang voor deze rurale gemeenschap. De gemeente zorgde voor de grond, Plan nam de bouw voor zijn rekening (met ook een waterput en energie via zonnepanelen), de overheid betaalt het personeel. Met een staf van zes mensen, dokters en verplegers, worden elke maand zowat duizend consultaties afgewerkt, vijftig zwangerschappen opgevolgd en vijf tot vijftien baby’s op de wereld gezet. Dat de dorpelingen nu naar hier komen om te bevallen, is een grote stap voorwaarts : naast de check-ups tijdens de zwangerschap, kan de moeder na de bevalling met de baby twee dagen in het centrum blijven en achteraf krijgt de geregistreerde baby de nodige vaccinaties. In een land met hoge baby- en moedersterfte bij de geboorte, is dat geen overbodige luxe.

In Svay Chek mag de geboorte van de zeven miljardste aardbewoner geen topic zijn, gezinsplanning is dat wel. Met een gemiddelde van vier kinderen per gezin is het Cambodjaanse geboortecijfer de laatste jaren al sterk gedaald. Tot tien jaar geleden waren gezinnen met zes tot zeven kinderen geen uitzondering. Het gezondheidscentrum verstrekt gratis condooms, met een aanschouwelijke uitleg erbij. Ook de pil is er te verkrijgen, tegen een haalbare prijs. “De kersverse ouders zijn eenentwintig en twintig, ze waren al twee jaar getrouwd. Dat ze niet na negen maanden al een baby kregen, is dus een goede zaak.” Sophary loopt tevreden naar de auto, er staat alweer een andere afspraak op haar agenda.

Naar aanleiding van de zware overstromingen in Cambodja zette Plan een speciaal noodprogramma op. Info : www.planbelgie.be.

DOOR Trui Moerkerke – FOTO’S Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content