BUTLER OP WIELEN

Meest opvallende kenmerk is de vloeiend aflopende lijn achteraan.

De nieuwste Rolls draagt een oude naam : Wraith. In Oostenrijk mochten we hem vierhonderd kilometer lang aan de tand voelen. We kwamen terug met gemengde gevoelens.

Er bestaan geen tradities meer. Met de Wraith heeft Rolls-Royce voor het eerst in zijn geschiedenis een auto gebouwd waarvan verwacht wordt dat de koper er zelf mee zal rijden. Die afbreuk aan traditie en klasse zal in bepaalde kringen shocking worden genoemd.

De sportieve tweedeurs, die op het onderstel van de ‘kleine’ Ghost staat, kreeg een achttien centimeter kortere wielbasis, en achteraan een breder spoor. Als meest opvallende kenmerk is er natuurlijk de vloeiend aflopende lijn achteraan – een verrassing nadat constructeurs ons decennialang hebben voorgehouden dat chic volk alleen in auto’s met drie volumes gezien wil worden. Al gaven zowel Audi als BMW recent ook al toe aan de populaire fastback.

Het is allemaal de schuld van Giles Taylor, de nieuwe design chief die zich met zijn team in een klooster terugtrok om van de drie lijnen te bevallen die hij de essentie van de Wraith noemt. Gelukkig bleef hij van de mechaniek af : onder de neus zit nog de vertrouwde V12, waarvan het vermogen opgekitteld werd tot 632 pk. Het model wordt daarmee het krachtigste dat het huis ooit heeft gebouwd. Om die sportieve noot ook visueel kracht bij te zetten, werd het dak verrassend laag gehouden. Dat betekent dat de rijder zich een beetje moet bukken om achter het stuur plaats te nemen. Onbegrijpelijk voor een merk dat altijd het woord effortless in de mond nam als naar de essentie van de dubbele ‘R’ werd gevraagd.

SLECHTE ZICHTBAARHEID

Binnenin valt de dikkere rand van het stuurwiel op, en de slechte zichtbaarheid naar achteren -waar niet meer dan een streepje landschap te zien valt. De eerste indruk is bevreemdend, maar dat gevoel verdwijnt zodra de motor wordt gestart en alles weer als vroeger klinkt. Daarmee bedoelen we vooral : geruisloos.

Er is een route uitgestippeld van het paleis Coburg in hartje Wenen (een kelder met 68.000 wijnflessen waarvan de duurste 293.000 dollar kost, omringd door de glorie van weleer) naar Steirereck am Pogusch, in de Voor-Alpen. Een parcours vol verraderlijke bochten, voor de gelegenheid gekruid met aanhoudende regen en wegen in slechte staat, zodat aquaplaning om elke bocht loert.

De Wraith trekt er zich geen moer van aan. Hij reageert in stilte op de rechtervoet en sprint zo nodig in minder dan vijf seconden uit stilstand naar honderd kilometer per uur. Al lijkt het nooit op sprinten, want de 2,3 ton zware automobiel doet dat op verrassend lichtvoetige wijze en bouwt de krachten zo geleidelijk op dat chauffeur noch inzittenden enig ongemak voelen.

Veel heeft daarbij te maken met de achttraps-automaat, die telkens de juiste versnelling kiest en dat zelfs preventief doet. Dat kan doordat de gps met een satelliet verbonden is die de weg afspeurt nog voor die in zicht komt en de automaat daarop laat inspelen, volgens het principe the best surprise is no surprise. “Zoals een goede butler op de wensen van zijn baas vooruitloopt nog voor die de kans heeft gehad die wensen kenbaar te maken”, zal productmanager Harnett later opmerken. We horen het graag, want zo’n opmerking sluit aan bij de aloude tradities die Sir Henry Royce heeft uitgetekend. “Ga voor het beste, en verbeter het”, placht de oude heer te zeggen.

ACHT KOEIEN, 1340 STERREN

Ondanks het verschrikkelijke weer zetten we er stevig de pas in, de sporen vol water zorgvuldig ontwijkend. De Wraith gehoorzaamt zonder een kik te geven. Een butler op wielen, die bovendien het zachte maar toch waardige rijgedrag vertoont waarvoor het Engels een eigen woord bezit : waftability.

Bij onze terugkeer in Wenen nemen we de tijd om het houtbeleg te bekijken, dat opzettelijk niet gepolijst werd, waardoor het aan sportieve yachts van weleer doet terugdenken. We bewonderen het leder, afkomstig van acht koeien uit prikkeldraadvrije weiden, en de sterrenhemel met zijn 1340 lichtpuntjes (“slightly brighter at the back so as not to distract the driver”) die we eerder in de Shadow zagen. En de combinatie van kleuren voor het uiterlijk, zoals grijs en felblauw, omdat Britten nu eenmaal van een dual tone houden.

We vinden het allemaal prachtig, behalve die moderne, wat volks ogende fastbacklijn, die in de jaren vijftig al zo verfijnd en ongeëvenaard mooi werd uitgewerkt in de Bentley Continental R, toen dat merk nog eigendom was van Rolls-Royce. De Britten kijken even de andere kant op bij die opmerking, en herinneren er ons vervolgens aan dat Pininfarina ooit een Rolls met fastback heeft getekend, waarvan slechts één exemplaar als concept werd gebouwd.

Maar goed, nobody is perfect en de Wraith heeft wel degelijk présence en nog zoveel meer. De prijs voor zoveel verfijning is echter niet mals. Reken op 281.880 euro om precies te zijn, en op een verbruik van 14 liter/100 km. Op papier. Bij ons dappere ritje klokten we af op 18 liter, op de snelweg haalden we zelfs 9,4 liter/100 km maar dan werd het wel echt saai. De Wraith mag dan geen sportwagen zijn, hij wordt wel als the ultimate gentleman’s gran turismo gepresenteerd. Een auto die de honourable Charles Rolls gekozen zou hebben, als hij vandaag nog leefde.

Althans volgens mensen die hem niet hebben gekend.

DOOR PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content