Wat ik niet begrijp, in zogenaamde crisistijden, is dat je twintig minuten naar pakweg BASE kunt bellen zonder dat iemand zich daar geroepen voelt om op te nemen. Je zou haast denken dat ze vooral géén nieuwe abonnementen willen verkopen. Een enerverend keuzemenu heb ik doorgeworsteld, mijn keuze gemaakt tussen de talen en een vent aangehoord die eindeloos en slissend zong Peoplewanna have fun that’s cool that’s cool. Cool vond ik dat niet, maar veeleer een beproeving. Wachtmuzieken maken mij op dezelfde manier treurig als, om maar iets te noemen, BIC- en IBAN-codes, reclamevlaggen die flapperen langs drukke steenwegen, en woorden als competenties, inputten en inroosteren.

Beschutting tegen dergelijke vormen van huis-, tuin- en kantoorverdriet, alsook tegen de stroom aan akeligheden waarmee de media ons dagelijks overweldigen, vind ik in het stedelijk zwembad. Er is geen sport die op dezelfde manier als zwemmen de stress uit mijn lichaam kan zuigen, soms heb ik de indruk dat mijn zorgen als een kluwen van rood prikkeldraad naar de bodem zakken om te verdwijnen in machtige afvoerkanalen. Wellicht, denk ik dan, heeft dat niet alleen met de sportieve prestatie te maken, maar met een terugkeer naar de tijd toen we in de baarmoeder dobberden, onwetend en comfortabel.

Tijdens het trekken van mijn baantjes, wat best een saaie bezigheid is, heb ik tijd om rond te kijken. Het gros van de zwemmers gedraagt zich als de gemiddelde belastingbetaler : ze zwalpen onopvallend rond, in de hoop geen teen in hun neusgat te krijgen gestoken. Je hebt de zwangere vrouwen, die met een gelaatsuitdrukking van zedige onthechting in het water dobberen, als een vliegtuigmoederschip dat maar niet op snelheid wil komen. Je hebt de dames op jaren, die soms nog badmutsen met 3D-bloemen dragen. Ze glijden door het water in een wolk van muguetjes en vergeet-mij-nieten, op punt gebracht met druppels van onbekende secreties. Je hebt de jonge en de al wat oudere patsers, die van de wipplank springen zonder uit te kijken, in dubbele schroeven en salto mortales. Je hebt de noeste werkers, die brilletjes met gefumeerd glas dragen en crawlen alsof zij alleen zijn in het zwembad. Ze hebben een verbeten uitdrukking op het gezicht, als om duidelijk te maken dat de ratrace wat hen betreft niet ophoudt bij het toestel dat je kaart ontwaardt bij de ingang.

Het zou interessant zijn een doctoraalstudie te wijden aan het verband tussen asociaal crawlen en gedrag in de buitenwereld zoals, ik zeg maar wat, sluikstorten, parkeren op gehandicaptenplaatsen of op de valreep nog rap de gasprijs verhogen. Ik ben ervan overtuigd dat dergelijk verband bestaat, waarmee ik niet beweer dat er in elke nietsontziende crawler een handelaar in blanke slavinnen schuilt – al zou zulks mij ook weer niet zo heel erg verwonderen van de man die ik zijn sinussen zie reinigen door de duim afwisselend tegen beide neusvleugels te drukken en te snuiten in het water, rondkijkend met een blik van doe-mij-eens-wat. Soms denk ik dat het makkelijk moet zijn, zo’n leven met ingrediënten als een vechthond, bullbar, zwartwerk en anabole steroïden.

Interessant is ook de vrouw die met haar twee jonge kinderen het zwembad bezoekt, een toonbeeld van moederlijkheid tot je ziet hoe behaagzuchtig ze haar lichaam uitstrekt aan de startblok, op een manier die aan vliegvissen doet denken met levend lokaas. De aandachtige waarnemer zal opmerken dat zij wellicht openstaat voor vertier van het overspeliger soort. Wie al wat langer heeft geleefd, ziet echter dat zij in geval van twijfel altijd voor de zekerheid zal kiezen en eventuele minnaars als lege hulzen naast haar pad zal achterlaten.

Dan zijn er nog de zwakzinnigen die brullende geluiden maken en ten slotte de kinderen, met shampoo die in oogjes prikt en geschreeuw dat mij zicht geeft op kwetsbare melktanden. Van alle wapens ter wereld zijn melktandjes wellicht de meest ontwapenende, omdat ze bedoeld zijn om dingen te vermalen en tegelijk toch onbeholpen. Valt er enig voorwerp te bedenken, vraag ik mij onder de douche af, dat meer weerloosheid bevat dan een in een doosje achtergelaten melktand van een kind dat je graag ziet ?

Die kwetsbare gedachten drijven gelukkig weer weg, zoals de zeppelin in het gelijknamige kinderliedje. Door de prikkelende lucht fiets ik huiswaarts, verlicht en bevrijd door het zwembad, mij voorttrappend door een wereld die behandeld lijkt met een goedkoop merk wasverzachter. De stad geurt naar bloesems van ik-weet-niet-wat en aan het eerstvolgende kruispunt geraak ik door het groene licht, nog net, nadat ik mezelf weer eens heb wijsgemaakt dat in dat geval alles, ja echt álles nog in orde komt.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

HET GROS VAN DE ZWEMMERS GEDRAAGT ZICH ALS DE GEMIDDELDE BELASTINGBETALER : ZE ZWALPEN ONOPVALLEND ROND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content