Tien weken lang nemen bekende Vlamingen en Walen u mee door hun provincie. Vandaag : Sylvie Botton, alias Li-Lo*. Op een terrasje in de oude Naamse binnenstad praat zij honderduit over muziek en de inspiratie die zij vond in ‘haar’ Condroz.

“Ik ben het nog niet gewoon om aan promotie te doen, misschien ga ik wel een hoop onzin vertellen,” zegt ze schertsend, een zuinig lachje op de lippen. Met een nieuwe single op de radio, binnenkort gevolgd door haar eerste album, inclusief een doorleefde versie van Feel Good Inc van Gorillaz, verovert Li-Lo* langzaam maar zeker een plekje in de Belgische popscene. Een vredig, bucolisch plekje, dankzij verfrissende akoestische parels, gezongen met heldere stem, die zweeft tussen lichtheid en melancholie. Bijna even bucolisch als de groene landschappen van de Condroz en zijn meanderende riviertjes waar ze zo aan gehecht is. De ster achter de o van Li-Lo* ? Dat is vast een teken dat ze geboren is onder een gelukkig gesternte.

MIJN CONDROZ

“Ik ben hier in Namen geboren,” zegt ze, “maar ik groeide op in ScĆ“ville, zo’n vijfendertig kilometer van het stadscentrum. Een piepklein dorpje met huizen in blauwe steen, een molen en veel natuur. Een mooi dorp, helemaal niet toeristisch, niemand kent het. Het telt maar tweehonderdvijftig inwoners. Ik hou erg veel van deze streek, zo groen en glooiend. Nadat ik een tijdje in Luik en Aarlen had gewoond, ben ik teruggegaan naar mijn dorp, in mijn Condroz. Die terugkeer viel ongeveer samen met de periode waarin ik opnieuw muziek ben gaan maken. Ik put inspiratie uit mijn streek.”

“Ik heb altijd van muziek gehouden, maar misschien was ik vroeger wat te bedeesd. Als tiener heb ik een tijdje gespeeld in een band en aan de academie, maar het bleef bij bescheiden aanzetten. Op een bepaald moment heeft iemand mijn gitaar gestolen. Toen heb ik jarenlang geen muziekinstrument meer aangeraakt. Ik ben dan grafiek gaan studeren en heb gewerkt voor een animatiestudio in Luxemburg. Toen die failliet ging, ben ik opnieuw gaan studeren, ik heb kinderboeken gemaakt en heb zelfs lesgegeven. Maar dat was niet echt een succes. Zes Ć  zeven jaar geleden kreeg ik zin om weer muziek te maken. Ik ben dan begonnen met zanglessen. Tijdens die zanglessen ontdekte ik zo’n beetje bij toeval dat ik kon componeren. Dat heeft toen iets in beweging gezet. Ik liet enkele composities zien aan mijn lerares. Ze schreef me in voor een wedstrijd, die ik prompt gewonnen heb. De prijs was een optreden op de Place de l’Ange in Namen. Ik had amper vijf maanden tijd om liedjes te schrijven en muzikanten te vinden. Zo is het allemaal begonnen. We hebben twee jaar hard gewerkt, maar helaas was het resultaat niet heel samenhangend. Ik heb geen muziekopleiding, ik stond daar met mijn liedjes, mijn stem en mijn gitaar, en zij probeerden daar hun ding aan toe te voegen. Maar ik was niet in staat om echt leiding te geven.”

ALLEEN OP DE PLANKEN

“Vanaf toen heb ik veel alleen opgetreden. Tijdens de FĆŖtes de Wallonie stond ik ineens op het podium van de Place d’Armes, voor zo’n tweeduizend mensen. Toen had ik toch wel wat plankenkoorts. Ik heb ook gezongen in heel wat culturele centra, ik heb voorprogramma’s gedaan, twee keer dat van Julien DorĆ©, in het ThĆ©Ć¢tre de Namur. Het publiek was echt leuk, het was een geweldige ervaring. Ik ben nogal verlegen, maar toen moest ik echt uit mijn schulp kruipen. Voor de FĆŖtes de Wallonie hadden ze me maar drie maanden tevoren gevraagd. Telkens als ik eraan dacht, leek mijn hart op hol te slaan. Want als je daar op de planken staat, ja, dan sta je daar ook echt helemaal alleen.”

“Anderhalf jaar geleden werd ik na een concert aangesproken door Christophe Waeytens, van het platenlabel Granvia. Hij werd mijn manager. Ik herwerkte veel nummers en arrangementen. Toen werd het serieus, ik had er zin in. Vervolgens mocht ik van David BartholomĆ© (de zanger van de Belgische band Sharko) het voorprogramma doen van een van zijn concerten in de Botanique. Zes liedjes, ik helemaal alleen met mijn ukelele. Daarna hebben we de single Apple Tree uitgebracht, met een eigen arrangement. De plaat is gemixt door Gilles Martin, de man die heeft gewerkt met Miossec, Indochine, Dominique A en dEUS. Ik was dus goed omringd door echte professionals.”

“Christophe vroeg aan JĆ©rĆ“me Mardaga, aka Jeronimo, om het album te producen. We hebben ons dan enkele maanden geleden samen teruggetrokken in een gĆ®te in een dorpje in de buurt van Hoei. Het was erg leuk, we hebben ons echt geamuseerd. Ik zong voor een groot raam, midden in de natuur, met een beekje en bomen om me heen. Het geluid was er goed, dus hebben we alle instrumenten daar neergezet en er alles opgenomen. Er kwamen nog een cellist en een bassist bij. Al de rest hebben we met ons tweeĆ«n gedaan.”

“Het album, uitgebracht door Granvia en verdeeld door Pias, zal in september in de winkels liggen. Het is natuurlijk mijn kindje, maar de muzikanten die me begeleid hebben, zijn vrienden geworden. Dus ga ik nu weer wat meer denken in termen van een ‘groep’. Dat zou misschien iets zijn voor het volgende album. Voor dit album hebben we lang getwijfeld over de richting die we zouden inslaan. Ofwel werd het een akoestische trip, ruw, organisch en ongepolijst, ofwel net het tegenovergestelde, met een muur van geluid en een zware productie. Meer de grote Amerikaanse aanpak. Tegen alle verwachtingen in zijn we erin geslaagd een compromis te vinden. De nummers werden grondig onder handen genomen, terwijl we toch een zachte, gevoelige sound hebben kunnen behouden.”

AKOESTISCHE POP

“Een krant vroeg me naar mijn playlist. Ik heb er namen opgezet zoals Nick Cave, dEUS, Radiohead, CocoRosie… en ook Feel Good Inc van Gorillaz, een knipoog naar mijn ‘comeback’. Eels had er eigenlijk ook nog bij gemoeten. Vergeten ! Al die namen lijken misschien veraf te staan van wat ik doe, maar ik hou van die groepen omdat ze een echte identiteit hebben. Ze hebben een heel eigen karakter en zijn in staat om veel emotie op te roepen, zelfs met hun zachtere nummers. Ik krijg vaak het etiket folk opgeplakt, maar ik noem het liever akoestische pop, met een intimistisch tintje. Ook al klinkt het met de band erbij veel krachtiger.”

“We werken nu met zijn vijven naar onze concerten toe, terwijl ik tot voor kort nog helemaal alleen optrad. In april speelden we met zijn drieĆ«n op het Bel’Zik Fes-tival, en inmiddels is de samenstelling alweer gewijzigd. De andere leden bespelen de drums, elektrische gitaar, basgitaar en keyboards, terwijl ik de zang, akoestische gitaar en ukelele voor mijn rekening neem. Zo’n groep geeft enorm veel energie. In het begin was het wat aftasten, maar nu begint het echt te werken. Dat geeft een goed gevoel. Onze eerste concerten zijn perfect verlopen, dus zal het ook voor de volgende wel los-lopen.”

“Momenteel zijn we het album volop aan het mixen. Het is een avontuur, maar het wordt vast fantastisch. De volgende weken zitten goed vol, we werken hard en tegelijk bereiden we ons voor op de komende concerten. Er is het Brussels Summer Festival op 16 augustus, gevolgd door twee optredens op de festivals Les Granges in Hannut en Ward’in Rock bij Bastogne eind augustus. Dat is heel wat, zeker nu dat album uitkomt en de nieuwe single By the way op de radio wordt gedraaid. Want uiteindelijk ben ik nog niet zo lang bezig.”

KANSEN GRIJPEN

“Ik bekijk het leven van dag tot dag. Als me iets wordt aangeboden, dan ga ik ervoor. Altijd. Ik denk er niet over na, ik grijp elke kans. Ga ik me daarna zorgen maken of word ik bang, dan is dat mijn probleem. Maar tot nu toe heb ik alleen maar positieve ervaringen. Ik ben constant verbaasd over alles wat me overkomt. Beroemd worden ? Dat interesseert me niet. Het gaat om mijn artistieke ontwikkeling. En doordat ik goed omringd ben, krijg ik extra kansen. Ik kan dus alleen maar beter worden. Ik maak geen muziek alleen voor mezelf. Dan zou ik wel in mijn hoekje blijven zitten. Niets maakt me gelukkiger dan te zien hoe mijn muziek de mensen raakt.”

“In het begin had mijn familie er niet zoveel vertrouwen in. Mijn broer had al eens een groepje gehad, mijn zus studeerde gitaar en zong, en mijn vader zong ook, in verschillende koren. Ze waren alle drie min of meer actief in de muziek en ze zijn ook herbegonnen toen ik begon. En dan heb ik ook nog een zoon van twaalf, die erg goed pianospeelt. Tijdens de Nuits Botanique in mei heeft hij zelfs de wedstrijd van Focus LeVif (de Franstalige tegenhanger van Knack Focus) gewonnen. Hij mocht samen met Chilly Gonzales spelen. Toen ik hem op het podium zag, had ik nog meer plankenkoorts dan voor mezelf. Maar hij had waanzinnig veel succes. Hij heeft ook al meegespeeld tijdens enkele van mijn concerten, en hij was erbij op LaSemo op 12 juli. Dat was pure magie.”

DOOR MATHIEU NGUYEN & FOTO’S JULIEN POHL

“Ik maak geen muziek alleen voor mezelf. Niets maakt me gelukkiger dan te zien hoe mijn muziek de mensen raakt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content