De Kreglinger Vintage Brut, volgens kenners ‘de beste mousserende wijn na champagne’, is een product van Tasmaanse bodem. Een ontmoeting met Paul de Moor, de Vlaming die als wijnbouwer in Australië zijn geluk vond.

In de Australische wijnwereld, en voor iedereen die de opmars van dit grote wijnland op de voet volgt, is de publicatie van de Australian Wine Companion van James Halliday een gebeurtenis om elk jaar weer naar uit te kijken. In de kersverse editie 2007 staan vier sparkling wines die elk 96 op 100 punten krijgen en die worden gepresenteerd als de Best of the Best onder de Australische mousserende wijnen. Eén daarvan is de Sparkling 1999 Kreglinger van het domein Pipers Brook Vineyard, dat op zijn beurt wordt onderscheiden met vijf sterren vanwege ‘het oog voor detail bij het verbouwen en bereiden van wijn’.

Wie thuis is in de geschiedenis van de Antwerpse handelsondernemingen zal de naam Kreglinger niet onbekend in de oren klinken. Al vele generaties lang heeft deze maatschappij haar uitvalsbasis in het prachtige gebouw op de Grote Markt nummer 7, tegenover het standbeeld van Brabo. De man achter het succesverhaal van deze Belgische onderneming in Tasmanië, een eiland aan de andere kant van de wereld, heet Paul de Moor.

Enkele jaren geleden had deze ondernemer nooit kunnen vermoeden dat hij ooit over de bereiding van wijn zou praten met René Bezemer, de wijnmeester die waakt over de kelders van Pipers Brook. En wie had ooit kunnen denken dat hij op een dag vanuit zijn huis zou uitkijken op de Tamar River, de rivier die door het noordelijke deel van het eiland stroomt ?

Tot dan toe was Paul de Moor – en hij is het nog steeds – president-directeur van Kreglinger, een vermaarde Antwerpse familieonderneming uit 1797 die in de loop der eeuwen haar sporen heeft verdiend in de wolhandel, de rubberwinning en nog enkele andere sectoren.

Het wijnavontuur begon in Australië, het land van de schapen, waar Paul een deel van het jaar doorbracht om toezicht te houden op Kreglinger Australia, een in 1893 opgerichte zusteronderneming. Het balletje begon echt te rollen toen hij zijn vrouw en zijn vijf kinderen voorstelde om hun leven tussen de twee continenten te verdelen en van zomer naar zomer te reizen. Op 7 september 2001 landde het voltallige gezin in Melbourne om zich in deze hoofdstad met zijn provinciale karakter te vestigen. “In 2000 werd Kreglinger eigenaar van 180 hectare wijngaarden in Mount Benson, in het zuiden van Australië. We hebben onmiddellijk elf verschillende druivensoorten geplant en een kelder aangelegd. 2006 is al ons vierde oogstjaar.”

In de familie

Gevraagd naar zijn drijfveer om zijn intrede in de wijnwereld te maken, antwoordt Paul de Moor : “Kreglinger was actief in tal van sectoren en wilde zich weer richten op zijn historische activiteit, de wolhandel. Daarom hebben wij een deel van onze bezittingen afgestoten. Tegelijk besloten we om in het land waar we al aanwezig waren een stevigere voet aan de grond te krijgen door onze kans te wagen in de sterk groeiende wijnsector. De afgelopen twintig jaar heeft Australië een flinke opmars gemaakt en heeft zelfs de Franse wijnen van de eerste plaats gestoten in Groot-Brittannië. Eerst heb ik advies gezocht bij een van de beste wijnbouwers van het land. Toevallig was hij zelf ook op zoek naar een locatie om een grote wijngaard aan te leggen. Hij heeft zijn keuze toen laten vallen op Mount Benson, een van de kleinste wijnregio’s in Australië. Nu zijn we elkaars buren.”

Hoewel Paul de Moor alles nog moest leren, had hij het beroep wel in zijn bloed zitten, getuige zijn stamboom met aan moederszijde zijn overgrootvader Georges Thienpont. Die had aan het begin van de jaren 1920 Vieux Château Certan gekocht, één van de fraaiste domeinen in de Bordeauxse wijngemeente Pomerol. “Als oudste van haar generatie zit mijn moeder nu de raad van bestuur van het familiebedrijf voor, terwijl het management in de capabele handen ligt van Alexandre Thienpont. De familie telt nog een ander groot talent, namelijk Jacques Thienpont, de eigenaar van Le Pin, een topwijngoed van twee hectare waar hij één van de geliefdste wijnen ter wereld verbouwt.”

Vol overtuiging besloot Paul de Moor al snel zijn productiegebieden te diversifiëren. Zijn blik viel hierbij op het eiland Tasmanië voor de zuidelijke punt van Australië. “Tasmanië is een lichtgewicht in de Australische wijnwereld. De totale productie ligt op 0,3 procent van de totale opbrengst in het hele land. Het in 1974 aangelegde wijngoed Pipers Brook genoot een uitstekende reputatie. In een van de boeken van James Halliday had ik gelezen dat niets er aan het toeval was overgelaten. Zo was de bodem eerst aan een uitvoerige analyse onderworpen. Tasmanië heeft namelijk een iets koeler klimaat dan Australië zelf. Daardoor kun je er druiven uit de Elzas en de Bourgogne verbouwen. Pipers Brook en Ninth Island, ons tweede wijngoed op de andere oever van de Tamar, staan bekend om hun riesling en pinot gris. De pinot noirs zijn voortreffelijk. Ook levert dit deel van Tasmanië een ideaal evenwicht tussen rijpheid en zuurtegraad op voor de chardonnay. We kunnen dus werken met twee druivensoorten uit de Champagne waarmee we een uitmuntende sparkling kunnen maken.”

“We hebben het geluk dat de natuur hier zo streng sterk wordt beschermd,” vervolgt De Moor. “Tasmanië is misschien wel de enige plek ter wereld waar het regenwater zo in de fles kan. Voor de kust worden vissoorten en zeevruchten van topkwaliteit gekweekt. De sint-jakobsschelpen zijn uit de kunst, net als de zeeforel.”

Pinot-noirklonen

Als onderlegd zakenman had Paul de Moor navraag gedaan naar de financiële toestand van Pipers Brook. De beursgenoteerde onderneming zat zo diep in de schulden dat een deel van de wijngaarden noodgedwongen al was afgestoten. Voorjaar 2001 lanceerde De Moor een openbaar overnamebod, dat in maart 2002 werd afgerond. Sindsdien bezit Kreglinger 87,5 procent van de aandelen, is 12 procent in handen van een zakenman uit Sydney en is de rest versnipperd over 65 kleine aandeelhouders.

Nu, vier jaar later, vervullen de resultaten van zijn team Paul de Moor met trots. Hij wordt geflankeerd door twee gepassioneerde medewerkers : hoofd wijnbouw Bruce McCormack en oenoloog René Bezemer. “Bruce is vanuit Australië op zijn motor aan komen rijden. Hij leerde hier zijn vrouw kennen en is niet meer weggegaan. Hij is begonnen als keienraper op een braakliggend stuk grond. René is een jaar of twintig geleden op het eiland aan de slag gegaan als schilder en decorateur.”

De Tasmaanse wijnen die onder drie verschillende etiketten op de markt komen – Ninth Island, Pipers Brook en Kreglinger voor de sparkling – worden alom geprezen om hun uitstekende kwaliteit. “We zochten een naam voor de beste wijnen in ons aanbod, met name de millésimés. Ver hoefden we niet te zoeken. De naam Kreglinger bestaat al ruim tweehonderd jaar. Bruce en ik hebben enorm veel onderzoek gedaan omtrent de pinot noir. We zullen zo’n veertig verschillende pinot-noirklonen volgen en zien wat ze doen in onze bodem- en klimaatomstandigheden. De helft ervan is nog nooit in Australië verbouwd. René staat al te trappelen van ongeduld om van de eerste druiven wijn te maken.”

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content