De koning van Engeland koos Brighton uit als zijn favoriete liefdesnestje, en sindsdien is het een geliefd oord voor clandestiene ontmoetingen, een ideaal trefpunt voor minnaars en minnaressen, een schuiloord voor verboden relaties en onmogelijke liefdes.

Brightons amoureuze reputatie openbaarde zich al tijdens de helse taxirit van Gent naar Oostende. De trein die mij netjes op tijd naar de aanlegsteiger van de Seacat zou brengen, werd op het laatste nippertje domweg afgeschaft, en zonder enige verklaring door een stoptrein vervangen. Dus holde ik in Gent het station uit, sprong in een taxi en vroeg de chauffeur of het mogelijk was mij in 35 minuten naar Oostende te brengen. “Ik weet het niet”, zei ze, maar ze wilde het wél proberen. Ze leek helemaal niet op een taxichauffeur. “Dat zeggen de klanten wel vaker”, glimlachte ze. “Blijkbaar ben ik veeleer het type van een schooljuf of een gouvernante.” Opgewekt praatte ze over haar beroep, over de leuke kantjes die tegelijkertijd de moeilijkste zijn: “Er is zo weinig afstand tussen de klant en mij. Geen barrières, geen geschiedenis, geen namen, geen consequenties, geen schaamte. Ik hoor veel en zie veel. Clandestiene relaties, geheime ontmoetingen, liefde en verdriet. In een taxi hoeft niets opgehouden of verzwegen te worden. En jij? Waar rep jij je zo snel heen?”

“Naar Brighton,” zei ik vaag.

“Aha”, glimlachte ze fijntjes. “Een dirty weekend?”

Een dirty weekend in Brighton. George, de Prince of Wales – de latere Koning George IV – is er zelf mee begonnen. Lustig rolde hij van de ene liefdesaffaire in de andere, tot hij in 1784 verliefd werd op ene Maria Fitzherbert, een charmante weduwe die in Brigthon woonde maar, overtuigd katholiek als ze was, weigerde de stiekeme minnares van de kroonprins te worden. Met haar schoonheid en charme slaagde ze erin haar geliefde te overtuigen in het geheim met haar te trouwen. Volgens de Royal Marriages Act was het een lid van de koninklijke familie immers niet toegestaan met een katholieke partner te huwen. Dus nam de kroonprins na het verboden huwelijk zijn intrek in een klein countryhouse in Brighton, dat hij al snel liet verbouwen tot een oogverblindend paleis. Het gebouw was slechts een van de uitspattingen van de extravagante prins die op zijn verjaardag 10.000 geüniformeerde soldaten opvorderde om een heuse zeeslag uit te vechten voor de kust van Brighton.

Zijn oosters paleis, The Royal Pavilion, was een ideale lusthof voor erotische uitspattingen en geheime afspraakjes, en is nog steeds een schitterende en decadente plek, een indrukwekkende mengeling van kunst en kitsch, een staaltje van oriëntaalse namaakarchitectuur en Chinese nepdecors. Glanzend marmer, schaduwreliëfs en trompe-l’oeil, handgeschilderd behangpapier, namaakbamboe en Chinese muurschilderingen, drakenschilden en neppalmbomen sieren de luxueuze vertrekken en geheime gangen waar de liefjes van de prins elkaar in snel tempo opvolgden.

Koningin Victoria, zwaar geschokt door zoveel frivoliteit, liet het koninklijke oord grondig ontruimen, maar bewaarde gelukkig alle kostbaarheden, netjes verpakt, in haar kelders. Tegenwoordig zijn de verfijnde slaap- en muziekkamers, feest- en balzalen, de gigantische keuken en de prachtige tearooms weer in hun oorspronkelijke schittering te bewonderen, ̩n blijft Brighton een ideaal decor voor clandestiene liefdes. In theaterstukken, boeken en films Рde passionele slotsc̬ne van The End of the Affair speelt zich trouwens af in de music-hall van de Royal Pavilion Рmaar vooral in het leven van alledag is het bruisende stadje zijn reputatie trouw gebleven. Met zijn palmbomen en microklimaat (leve de warme golfstroom!), op een veilige maar haalbare afstand van London (̩̩n uur sporen), spreekt Brighton meer dan ooit tot de amoureuze verbeelding. Nostalgisch en elegant, melancholisch en modieus, met gestreepte ligstoelen en ouderwetse strandcabines op wielen, met visserssloepen en Fresh Fish Shops, met blauw-rode vlaggetjes en strandterrasjes met houten vloer, met smeedijzeren balustrades en statige, fin de si̬cle hotels langs de sea front is het een gedroomde plek voor passie en romantiek.

G lenda, gids van dienst, doet haar best om het dirty weekend-gehalte van Brighton te relativeren. Vol enthousiasme benadrukt ze de andere troeven van het badplaatsje. De architecturale waarde van The Royal Pavilion. The Lanes: een doolhof van middeleeuwse steegjes, volgestouwd met antiekwinkeltjes, juwelen- en hoedenboetieks, kleurrijke eethuisjes en pubs. De Palace Pier: een groot pretpark midden in zee. De West Pier, aangevreten door de natuurelementen. Een dubbele sea front, waar je bovendijks én op strandniveau kan flaneren, begeleid door het geluid van rollende keien. Maar altijd opnieuw duikt, overal en onvermijdelijk, de sfeer van het gestolen moment en het verborgen genot op.

Ons gezelschap slaat aan het fantaseren. We zijn een oud groepje vrienden. Vroeger samen gestudeerd, en elkaar doorheen goede en kwade tijden trouw gebleven. Misschien speelt zich onder onze ogen ook een verboden liefde af? Misschien heeft een van ons Brighton uitgekozen voor een clandestien rendez-vous? Het begon op vrijdagavond, toen een onbekende vrouw zich plots bij ons gezelschap voegde. Mooi, slank en zwijgzaam. “Een collega”, stelde Koen, gehuwd maar alleen op reis, haar nonchalant voor.

“Wat een toeval”, glimlachte ik toen ze mij een hand gaf.

“Mm”, mompelde ze vaag.

Ze bleef de hele avond bij ons, in het restaurant zat ze naast Koen, zo correct en beleefd dat het bijna verdacht was. Maar toen ik mijn servet op de grond liet vallen, zag ik nog net een glimp van het handen- en voetenspel. Geen twijfel mogelijk.

De volgende dag was de vrouw verdwenen. Aan de ontbijttafel zat Koen er wat stil en bleek bij.

“Is je collega vertrokken?” vroeg iemand. Hij knikte, zonder verder commentaar. Maar hij fleurde helemaal op toen we wat later een exclusieve rondleiding op de West Pier kregen. Vervallen, onder heerschappij van de duiven en aangevreten door de zee, werd dit staaltje van Victoriaanse architectuur in 1975 voor het publiek gesloten. Alleen mits speciale toestemming, en beschermd door stoere veiligheidshelmen en zwemvesten mogen wij op het ijzeren bouwsel. De pier betreden is een evenement op zich. Al na enkele passen op het roestige gevaarte lijkt het alsof de tijd een loopje met ons neemt, en ons terugsmijt naar de Victoriaanse beginjaren, toen deze plek the place to be was voor de gegoede burgerij. Ik zie ze stappen, de elegante dames met lange, ruisende rokken en umbrella, de heren met hoge hoed. De favoriete gezondheidskuur van het welstellende volk bestond uit een wandeling over de West Pier. Neen, niet kuieren op het strand, want de zeelucht op de pier was zuiverder, en vooral gezonder. Heen en weer flaneren, zien en gezien worden door het chique volk, dààr ging het om. En om het helemaal goed te doen, moest je op het eind van de pier een glas zeewater drinken. Maar wél opletten dat je op het juiste moment je glas vulde, want een grote ton met uitwerpselen werd om het uur in het zeewater gekieperd.

En nog altijd staat die pier daar, hallucinant te vergaan, terwijl de waterlijn angstwekkend stijgt. Hij heeft de Eerste Wereldoorlog overleefd en veranderde toen snel in een oord van ontspanning en plezier, met boottochtjes en zwemgelegenheid, militaire fanfares en een concertzaal met populaire dans-, theater- en balletvoorstellingen. Ook de Tweede Wereldoorlog kwam en ging, en de bezoekjes aan de pier werden steeds luchtiger. Met een restaurant, een café, een spiegelpaleis en allerlei lawaaierige attracties veranderde de pier in een heuse kermisplek. Tot de zee ingreep, en een einde maakte aan de pret door het stalen geraamte meedogenloos aan te vreten.

Maar wat een sensatie om diep in zee – zo’n 400 meter van het strand – tussen de wrakstukken te lopen, te midden van de duivenpoep en de misselijk makende geur van rottende schaaldieren, vogelkadavers en zeewier.

“De Engelsen zijn gek”, denk ik als ik de bevlogen gids hoor uitleggen hoe de pier gerestaureerd zal worden naar het model van de Victoriaanse glorietijd. De twee restauratiescenario’s klinken even waanzinnig als spectaculair. Volgens de eerste optie wordt de hele pier met kranen in de lucht getild, daarna wordt een platform in zee gebouwd waarop de hele pier opnieuw wordt neergepoot. Volgens het tweede plan wordt de vervallen constructie op het strand geduwd en, na de bouw van een platform in zee, weer in het water gezet en gerestaureerd. Voor dit gigantische project wordt een budget van 34 miljoen pond (bijna 2 miljard frank) voorzien.

High Tea in The Grand HotelThe Grand voor wie zijn wereld kent – waar de groten der aarde zich sinds jaar en dag graag laten verwennen. Het gezelschap bediscussieert de zin en de onzin van het West Pier Project, het onmogelijke verlangen naar een vervlogen tijd, de onherroepelijkheid maar ook de schoonheid van het verval.

“De Belgische badsteden hadden er als Brighton kunnen uitzien, als iemand het lef had gehad de villa’s en fin de siècle hotelletjes te beschermen tegen de foeilelijke flatgebouwen die nu onze kustlijn ontsieren”, zucht iemand.

“En onze pieren!” merkt Koen verontwaardigd op. “Zo veel sympathie en steun de West Pier oogst, zo weinig interesse is er voor de pier van Blankenberge of Oostende. Wordt het niet stilaan tijd om van ‘Eigen Pier Eerst’ ons nieuwe motto te maken?”

En dan gebeurt het. De Ceylon Tea is geserveerd, de scones met cream and marmelade zijn gesmeerd, en daar komt de waiter die – hoe kan het ook anders – James heet.

Excuse me, sir“, zegt hij tegen Koen die verrast opkijkt. ” A telephone call for you.”

Koen veert recht, haast zich naar de bar en komt wat later, ernstig en gehaast, terug om zijn jas te halen.

“Is er iets mis?” vraagt iemand bezorgd.

“Ja, mijn collega ligt in het ziekenhuis. Een valpartij in haar hotel. Twee gebroken ribben en een gescheurde milt. Ik ga onmiddellijk naar haar toe.”

“Zal ik met je meegaan?” vraagt iemand bereidwillig.

“Neen, dank je. Ik red het wel”, zegt hij haastig, en weg is hij.

Het gezelschap blijft verbouwereerd achter. Bezorgdheid, humor en medeleven wisselen elkaar af.

“Stel je voor”, grapt iemand: “Je organiseeert een dirty weekend in Brighton, en je belandt in het ziekenhuis.”

De verbeelding van het gezelschap slaat op hol. Onvervulde verlangens, geheime wensen en halfvergeten herinneringen komen boven. Het valt niet te ontkennen: Brighton maakt de passie en het avontuur in ons wakker.

Enkele uren later komt er een telefoontje van Koen. De toestand van zijn collega is niet zo ernstig als aanvankelijk werd gedacht. Ze heeft twee lichtgekneusde ribben, en mag het ziekenhuis al verlaten. In de gegeven omstandigheden lijkt het hem beter niet langer met het gezelschap op te trekken, maar zijn collega op te vangen en te verzorgen.

Jammer voor Koen, want de avondwandeling door The Lanes was nog zeer verhelderend. Glenda vertelde over het prille begin, toen Brighton nog een onooglijk dorpje was waar slechts 29 mannen woonden. Over vrouwen werd met geen woord gerept. Ook toen al was Brighton op zijn best in het verborgene, als knooppunt van een populaire smokkelroute. Via een ingewikkeld netwerk van onderaardse gangen en kelders werden tabak, zijde, likeur en specerijen van het strand naar het stadje gesmokkeld. Door zijn grootmoedige beslissing kwam Koen ook niet te weten dat Oscar Wilde op de lange, roemrijke lijst van The Grand stond, en daar The Importance of Being Earnest schreef. Dat Charles Dickens hier Oliver Twist schreef, en dat ook Graham Greene heel wat ervaring had met Brighton, én met clandestiene relaties. Dat Charlie Chaplin, Stan Laurel, Oliver Hardy en The Rolling Stones iets met Brighton hadden, dat het succesverhaal van ABBA in Brighton begon, toen ze in 1974 het Songfestival wonnen, en dat Margaret Thatcher in The Grand op het nippertje aan een bomaanslag ontsnapte.

“Die extravagante George IV had het goed gezien”, denk ik als ik de volgende dag op een sea front-bank zit, en Koen met zijn collega fluks het hotel zie buitenstappen. “Het is precies die mengeling van grandeur en banaliteit, van kunst en kitsch, van nonchalance en geheimdoenerij die Brighton zo mooi maakt.”

Praktisch

Vervoer: Wij staken het kanaal over met de Seacat. Geen tijdrovende in- en uitcheckprocedures. De overtocht Oostende-Dover duurt minder dan twee uur. Speciale promoties met Hoverspeed: 24 uur-retour, auto+9 personen: 3950 fr; midweek-5dagen-retour, auto+5 personen: 7866 fr; midweek-standaard-retour, auto+5 personen: 12.586 à 13.312 fr. Reserveren bij uw reisbureau of Hoverspeed ( Tel. 059-/55 99 11, fax 059-55 99 17.)

Niet te missen: The Royal Pavilion. Extravagant, exotisch, eccentriek en te bezichtingen in zijn oorspronkelijke glorie. (open: juni-september: 10-18 uur, oktober-mei: 10-17 uuur)

Andere aanraders:

De Brighton Beachfront tussen de Palace Pier en de West Pier, een schitterende promenade met o.a. het Fishing Quarter, het Fishing Museum, het Artists’Quarter

En verder: Sea Life Centre, Brighton Museum & Art Gallery (art deco, mode…), Hove Museum (poppen, oude films, pop-up books), Brighton Boat Show, The Face To Be Exhibition (filmgeschiedenis van Brighton)

Hotels en restaurants: In het geliefde uitgaanscentrum van de Londenaars zijn er uitstekende eet- en overnachtingsmogelijkheden in alle prijsklassen.

pag 32

pag 34

Annemie Struyf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content