James Di Salvio rekruteert de zangeressen van Bran Van 3000 door restaurants en bars af te dweilen, hij heeft de hits in de vingers en wist net voor diens dood nog met Curtis Mayfield samen te werken. Some guys have all the luck.

De geschiedenis van Bran Van 3000 heeft de allures van een sprookje. James Di Salvio, een regisseur van videoclips en commercials uit Montreal en dj in zijn vrije tijd, kreeg in ’96 plots zin om een plaat te maken. Met de juiste dj-mentaliteit kon je het in de muziek ver schoppen, dat had zijn grote voorbeeld Massive Attack al bewezen. Met een vriendenclubje van ongeveer 20 man met uiteenlopende culturele achtergronden maakte hij het debuut: Glee. De muziek was al even veelkleurig als de bezetting: hiphop, soul, techno, country, punk en rock werden vrolijk op een hoopje gegooid. De single Drinking in LA werd een hit en Di Salvio kon met zijn helden Massive Attack op Europese tournee.

Het vervolg belooft nóg mooier te worden. Het tweede album, Discosis, is een bom. Een feest voor de oren. Iemand probeerde ooit het onmogelijke, namelijk het project van Di Salvio te definiëren: “Bran Van 3000 doet de grens tussen hommage en parodie vervagen.”

“Ik voel mij op de kermis”, geeft het muzikale brein toe. “Elk album is weer een andere attractie.” Bran Van 3000 is intussen een zo mogelijk nog losser collectief geworden. De kern is beperkt tot Di Salvio en de zangeressen Jayne Hill en Sara Johnston. Discosis had evenwel een all-star cast te gast. Met de hulp van Mike D van Beastie Boys, die aan het hoofd staan van het label Grand Royal, kon een aantal legenden warm gemaakt worden om een bijdrage te leveren: reggae-toaster Eek-A-Mouse, rapper Big Daddy Kane, Senegalees Youssou N’Dour en de betreurde soulgigant Curtis Mayfield. Verder interessante, maar minder ronkende namen als de Pakistaanse qawwali-zanger Badar Ali Khan, de Schotse singer-songwriter Momus en de Franse dance-producer Dimitri From Paris.

Leunde Glee nog voornamelijk op zorgvuldig gekozen samples, op Discosis regeren sterke melodieën en fysieke samenwerkingsverbanden. “Op het debuut ging ik in zee met mensen uit mijn directe omgeving”, legt Di Salvio uit. “Ik heb aangetoond welk potentieel er in je buren kan zitten. Er kan veel talent schuilen in de mensen die naast je deur leven, maar die je nauwelijks kent. Met een aantal van die freaks heb ik de wereld rondgereisd en met hen ook de tracks afgewerkt toen we weer thuiskwamen. Door het succes van de eerste plaat heb ik nu enkele sterren aan de haak kunnen slaan. Dat is het enige verschil. In feite is het uitgangspunt hetzelfde: iets magisch doen met goeie grooves. Het is niet zo dat ik een masterplan had, of een verlanglijstje van bekende gasten. Nee, de connectie is zeer natuurlijk tot stand gekomen.”

De enige die hij obsessioneel heeft nagejaagd, is Curtis Mayfield. Live zingen op Astounded, de eerste single uit Discosis, kon de meester fysiek niet meer. Maar net voor hij, verlamd en bovendien aan diabetes lijdend, aan het einde van ’99 op 57-jarige leeftijd stierf, mocht Di Salvio in zijn tapes komen neuzen.

“Ik had een stukje muziek geschreven, maar zocht nog een verhaal. Want ik wil met mijn songs mensen aan het dansen brengen, maar tegelijk ook iets vertellen. De cd-titel Discosis verwoordt die aspiratie overigens perfect. Voor Astounded werd het verhaal me aangeleverd door niemand minder dan Curtis Mayfield. Ik had hem de track opgestuurd en hij hield ervan. Dat heeft deuren voor mij geopend.”

Besefte u dat hij op dat ogenblik al zwaar ziek was?

Di Salvio: Ik wist dat hij ziek was sinds hij in ’90 een ongeluk had gehad, maar dat het einde naderde, besefte ik niet.

De zang die u gebruikte, komt van een embryonale versie van ‘Move on up’, die nooit eerder het licht zag.

Het is een vroege schets van die hit, met een andere tekst. We Come in Peace was de titel. Ik kon de tekst een beetje verknippen, zonder te raken aan de boodschap van liefde.

Heeft Curtis de afgewerkte track nog kunnen horen?

Jaja. Dat vond ik trouwens zeer belangrijk. Hij was er gelukkig mee. Niet veel later is hij gestorven. Dat hij nog zijn zegen heeft kunnen geven, vind ik een mooie en ontroerende gedachte. Daarom is die song mij zo dierbaar. Om die reden wou ik ook scherp toezien dat Astounded voorzichtig behandeld werd.

Hoe bedoelt u?

Ik wou dat de remixes, door DJ Demon en MJ Cole, met het nodige respect gemaakt werden. En met liefde.

Wat ik me afvraag: weet je eigenlijk wat Youssou N’Dour zingt op ‘Senegal’ en ‘Montreal’?

Oh ja. Dat is trouwens heel vreemd. Ik had mijn eigen zangpartij op Montreal al opgenomen. Youssou nam de draad op waar ik hem had laten liggen. Hij wist niet dat ik over mijn stad had gezongen. Bleek achteraf dat hij het ook over zijn stad had, Dakar. Hij zingt: “Ik zal in de haven wachten op mijn geliefde. Zoals de tijd ons heeft gescheiden, zo zal hij ons ook terug bij elkaar brengen.” Youssou was er zich niet van bewust dat ik eveneens over een moeilijk afscheid zong. Dat vind ik cool. Het is alsof de melodie ons allebei tot dat onderwerp inspireerde. Misschien zit het hem wel in de baslijn, die de kleur van de stad reflecteert.

Regisseurs discussiëren vaak eerst met hun acteurs over de personages voor ze aan het werk gaan. Doet u iets soortgelijks? Geeft u uw muzikale gasten de richting aan of krijgen ze carte blanche?

Ik geef hen, gepresenteerd op een zilveren dienblad, carte blanche. Er wordt even gepraat over de scène en dan doen zij hun method acting. Je dropt hen in het decor, je vraagt hen bijvoorbeeld dat ze zich inbeelden dat er achter de hoek enkele bad guys met een mes klaarstaan en dat ze binnen het half uur een trein moeten halen, en de rest gaat vanzelf.

U schrijft grappige, vrolijke songs. Zou u ooit een serieus liedje kunnen pennen?

Sommige nummers zijn toch vrij ernstig, niet? Predictable bijvoorbeeld. Stepchild ook, zij het op een vrij bizarre manier.

Er zit hoe dan ook dikwijls een vleugje ironie in.

Dat geef ik toe. Maar Predictable is écht vrij van ironie. Die song gaat over onzekerheid. De maatschappij geeft ons graag een onzeker gevoel, zodat we blijven kopen en consumeren, in de hoop dat we op een dag toch supermodellen en superhelden worden.

Bran Van 3000 is een collectief

Noem het liever een project. Veel mensen hebben een input, zonder dat we echt een groep vormen. Omdat er zoveel uiteenlopende ideeën opborrelen, is er iemand nodig die de big picture blijft zien. Dat ben ik. De regisseur. Ik hou van die rol. Er moet iemand zijn die “Actie!” roept. Maar ik maak eerder een documentaire dan fictie. Ik weet niet op voorhand hoe het eindproduct eruit zal zien. Pas in de loop van het creatieve proces krijg ik een beeld van wat ik wil. Ik manipuleer de realiteit niet. Als je alles strikt programmeert, geef je de magie geen kans.

Het ligt voor de hand om de parallel met het medium film te trekken, omdat u een verleden hebt als regisseur. U denkt ook in uw muziek in scènes. De songs nemen geregeld een totaal andere wending, u goochelt graag met contrasten. Alsof er plots, binnen één en dezelfde song, naar een andere locatie wordt geswitcht.

Dát maakt Bran Van 3000 uniek. Er zijn wel meer groepen die met beats en met soulzangers werken – hoewel toch lekker niemand van hen kan zeggen dat ze met Curtis Mayfield gewerkt hebben ( lacht). Die muzikale enscenering onderscheidt ons van de rest. Dat is geen makkelijke klus, maar wij krijgen daar nu eenmaal een kick van.

Wat heeft u, toen u nog films maakte, doen inzien dat u ook met muziek uw brood kon verdienen?

1990 van Jean Leloup. Dat is het eerste nummer dat ik gecoproduceerd heb. Dat werd een gigantische hit in de Franstalige landen. Het virus had me meteen te pakken. Het was ook fun. We rekruteerden meisjes in een restaurant en namen ze voor een nacht mee naar een goedkope studio. We wisten nauwelijks wat we deden. Het werd een van de succesvolste Franse songs van de voorbije tien jaar. Eén nacht werk, in redelijk beschonken toestand, en dan zo’n hit. Toen ik daarvan geproefd had, wilde ik natuurlijk méér. Echt, ik had nooit gedacht dat het zo’n populair liedje zou worden. Het was pure punkattitude, maar iedereen danste erop, de radio draaide het en de door mijzelf gedraaide clip kwam op tv. De regisseur van Daft Punks All around the World-video klampte mij onlangs aan in Los Angeles. Hij gaf toe dat hij scènes uit mijn 1990-filmpje gestolen had.

Hoewel Jean Leloup een totaal andere artiest is, hij is veeleer een singer-songwriter, was 1990 toch het zaadje dat Bran Van 3000 deed ontkiemen. De manier waarop videobeelden, muziek en een subversief statement gelinkt werden: dat was de vonk.

Klopt het verhaal dat Bran Van 3000-zangeres Sara Johnston als dienster werkte in een club waar u vroeger als dj werkte?

Ja. Ze vertelde toevallig dat ze cello speelde. Dus nam ik haar mee naar huis. Ze heeft die avond alleen maar cello gespeeld, ik zweer het je ( lacht). Ik woonde toen zeer krap in Manhattan. Ik zat tot uren in de nacht op mijn computer te werken, met mijn hoofdtelefoon op en met mijn voet op de maat van de muziek stampend. Mijn onderbuur was daar niet zo gelukkig mee. Maar die burenruzie had uiteindelijk toch zijn nut, want via hem leerde ik Jayne Hill kennen. Mijn prille muzikantenbestaan was ideaal om indruk te maken op de meisjes. In cafés of restaurants vroeg ik ze: “Hey, wil je meedoen op mijn plaat?” Een uitstekend excuus om hen mijn flat binnen te krijgen uiteraard.

Een verslavende job, dus.

Kwam er nog bij dat het net lente was. De ramen stonden open. Kids liepen binnen en buiten. Ik maakte cassoulet voor ieder die langskwam. Een gezellige, chaotische boel was het. Het gebeurde dat een van de gasten over een draad struikelde, waardoor mijn computer uitviel en ik een van de beste songs verloor. Fijne herinneringen.

U had net een video gedraaid met Branford Marsalis. Was het concept van zijn fusion-hiphop project ‘Buckshot LeFonque’ een inspiratie voor Bran Van 3000?

Niet echt, Buckshot LeFonque wortelde in de acid jazz, en daar was ik niet bepaald wild van. Maar het klikte voortreffelijk met Branford. De hele Marsalis-familie is trouwens oké. Dat was echt een wilde tijd. Ik sleutelde ’s nachts aan die plaat van Jean Leloup en na twee uurtjes slapen moest ik al op de set zijn om met Branford te draaien. Ik stapte naar de productiefirma die me de opdracht van de Marsalis-video had bezorgd, met de vraag om me al een voorschot uit te betalen. Met dat geld kocht ik een sampler. Weet je wat weird was? Ik kwam uiteindelijk 7000 dollar te kort om mijn debuut-cd af te werken. Dat huurappartement was verschrikkelijk duur en als beginnend regisseur genoot ik nog niet de reputatie om behoorlijke gages te kunnen eisen voor de commercials die ik deed. Ik was in paniek, maar toen ik op een dag thuiskwam, vond ik in mijn bus een cheque van welgeteld 7000 dollar, voor mijn bijdrage aan de 1990-single. Zo kon ik overleven én mijn plaat tot een goed einde brengen.

Gelooft u in lotsbestemming?

Mja, ik neem aan dat alles zijn reden heeft. Hoewel, ik sta daar weinig bij stil. Ik geloof in de magie van het moment. Als je de realiteit helder bekijkt, zijn je handelingen ook helder. Als je positief denkt, gebeuren er ook positieve dingen. Als ik hier met je praat en de chemie tussen ons goed zit, dan stimuleert jou dat misschien om straks iets constructiefs te doen zoals, ik zeg maar wat, een vaccin tegen aids uitvinden. Goeie vibes kunnen wonderen verrichten.

In het nummer ‘Rock Star’ komt de regel: “My dreams are locked in the record company.” Kan het succes een muzikant snel bederven?

Waarschijnlijk wel. Als je bewust uit bent op duizenden applaudisserende mensen en critici die je briljant noemen, dan kun je op een gegeven moment een klap in het gezicht verwachten. Want de bevestiging moet je enkel bij jezelf zoeken. Op zich is succes goed, maar faam is de grote boosdoener. Ik wil niet beroemd zijn. Ik wil ongehinderd de straat op kunnen. Een platinaplaat maakt natuurlijk dat je grote artiesten als Curtis Mayfield en Eek-A-Mouse kunt benaderen. Ik vind het waardevol om iemand als Eek-A-Mouse weer onder de aandacht te brengen. Vele mensen waren hem vergeten. Zonde, want hij is een toaster die zich altijd onderscheiden heeft van de rest. Het is alsof hij vanuit een andere wereld zingt. Ik hou van wilde, maffe MC’s, zoals de rapper Jah Rule.

Herinnert u zich nog wanneer u Eek-A-Mouse voor het eerst hoorde?

Dat moet op een party geweest zijn. Ik was een tiener toen. Ik was weg van zijn Wa-Do-Dem en luisterde ook veel naar Big Daddy Kane, The Clash en The Stranglers. Ik groeide op met punk, reggae en hiphop. Even later kwamen de Beastie Boys. Toen zij doorbraken, zat ik bij de groep Shank. Wij combineerden de reggae- en punkinvloeden van Britse groepen als The Clash met rap en het soort attitude waarmee de Beastie Boys groot werden. Ik weet nog dat we ons enorm gefrustreerd voelden toen zij succes kregen. Want wij kwamen uit Canada, een land dat in de muziekbizz niets voorstelde. Wanneer wij in een club optraden, mochten we al blij zijn als de jongeren uit de onmiddellijke buurt er naartoe kwamen. Er was geen infrastructuur, platenfirma’s hadden geen talentscouts. Je kon járen knokken en nergens geraken.

Stikjaloers op de Beastie Boys, de gasten die later uw platenbazen zouden worden.

Jaloers? Toch niet. Ik was blij voor hen. En eerlijk: zij stonden verder dan wij. Wat zij deden, was af. Zij hadden de technologie, de samplers en drumcomputers, waar wij alleen van konden dromen.

U hebt ooit gezegd dat Montreal een van de beste clubbingscenes in de wereld heeft. Waarom waait er zo weinig dansmuziek uit die stad over naar Europa?

Misschien was het een foute patriottische reflex van mij om dat te beweren. Er zijn wel meer opwindende clubsteden die onbekend blijven. Zo was ik een tijdje geleden in Zweden en Denemarken. De dancings die ik in Kristianstad bezocht, behoren tot de coolste die ik ooit zag. Ik realiseerde me daar: waarschijnlijk heeft Scandinavië, net als Canada overigens, een slechte marketingafdeling. God zij dank, zou ik bijna zeggen. Ik heb liever goed bewaarde geheimen dan trendy places to be. Ik vind dat de underdogpositie van Montreal in ons voordeel speelt.

Discosis komt op 21 mei uit bij Grand Royal/Labels.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content