Een vergelijking met de beroemde gele onderzeeër van The Beatles gaat niet op, want deze heeft een rode mantel. Dit huis in een nieuwe verkaveling achter het centrum van Willebroek is the talk of the town.

De gestroomlijnde vorm en de ronde patrijspoorten van dit huis verwijzen naar scheepsarchitectuur. Maar niet naar de beroemde pakketbootstijl die tegenwoordig aan heropleving toe is: architecten Frank Gouwy en Stefaan Feys hanteren een volkomen andere stijl.

Deze woning heeft een aparte plaats in onze hedendaagse architectuur, die sterk aanleunt bij de zakelijk bouwkunst van voor de oorlog. Nogal wat architecten zweren bij platte daken, strakke, gepleisterde gevels met Corbusiaanse vensters en balustrades van glimmend metaal. Mooie, maar koele architectuur die soms beter geschikt is voor kantoren dan voor woningbouw. Door het compacte silhouet van dit pand voel je meteen dat het een woning is. De architecten sloten de voorgevel af van de buitenwereld, enkel de tuinkant heeft grote vensters. De geslotenheid is ook binnen merkbaar: het vensterraam in de zitkamer aan de voorgevel is opvallend laag. Wie door de woonkamer stapt, wordt geen vergezicht gegund. “Je moet dus in de zetel zitten om ver naar buiten te kunnen kijken,” legt Frank Gouwy uit, “het venster hebben we als een schilderij ontworpen om het landschap te portretteren.”

De woning heeft een ongewoon grondplan: een parallellogram. Dit is gedeeltelijk een gevolg van het trapeziumvormige perceel dat langs een spoorweg loopt. De indeling van de ruimten is vanzelfsprekend, met een langwerpige living met eethoek en daarachter de keuken. Maar dit parallellogram beheerst ook het interieur. Daarin valt de schuine voorgevel met het vensterschilderij op. De woonkamer eindigt ook op de afgeronde hoek van de gevel. “Aanvankelijk hadden we die hoek van de gevel niet afgerond,” legt Gouwy uit, “maar de scherpe hoek liep tot buiten de bouwlijn. De afronding kwam er uit noodzaak.” Deze vorm blijkt een esthetische verrijking van het bouwwerk. Bovendien herhaalt de afronding zich in de achtergevel, duidelijk te zien in de badkamer, en dat zorgt voor een compositorisch evenwicht van het bouwvolume.

Ook voor de carport en de toegang hebben Feys en Gouwy een buitengewone oplossing uitgedokterd. De bouwheer wilde zijn wagen niet voor het huis zien staan en de architecten vonden een garage tegen het gebouw niet passen. Daarom zit de carport ondergronds, onder de passerelle naar de toegang.

Met de ordening van de vertrekken is er niets speciaals aan de hand, maar wel met de wijze waarop ze in elkaar zijn gevlochten. Bekijk de dubbele doorgang van de keuken naar de eetkamer: net een kamerscherm. Ook de glaswand tussen traphal en woonkamer is een scherm dat voor extra licht zorgt. Zo spiegelt de ochtendzon zich via de voordeur op deze wand. Feys en Gouwy besteedden veel aandacht aan details en materialen. De trap is net een sculptuur bekleed met wengé, donker Afrikaans hout dat mooi contrasteert met de bleke zijkant, belijmd met berkenfineer. Met dit hout werden ook de keukenkasten bekleed. “Ik stel vast dat de architecten van tegenwoordig veel meer detailleren. Vroeger dacht ik dat je al met een degelijk concept een goede woning bouwde en dat het geen belang heeft welke gevelstenen je gebruikt”, zegt Gouwy. “Nu besef ik dat je voor een afgewerkt product ook aan details moet denken. Daarom ontwerpen we nu ook de trappen, kasten en andere interieurelementen tot en met hun afwerking.”

Zo’n creatieve woning optrekken in een verkaveling is niet vanzelfsprekend. Afgezien van de te respecteren bouwvoorschriften wordt het ook praktisch een moeilijke opgave. Veel gronden zijn immers opgekocht door projectontwikkelaars die kopers verplichten met hun eigen aannemer en architect te werken. Het resultaat getuigt zelden van een grote architectonische waarde.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content