Verontwaardiging is de rode draad in het dubbele leven van zangeres en activiste Bonnie Raitt. Noch het afzweren van alcohol, noch het huwelijk hebben de onrust uit haar leven kunnen bannen. “De mooiste songs gaan over afzien”, troost ze zichzelf.

Hoesfoto’s bedriegen, dat weet ik nu wel zeker. Een vermoeden in die richting kreeg ik enige jaren geleden al, toen ik soulman Luther Vandross sprak. De gezette figuur die tijdens het interview niet van de pralines kon afblijven, had weinig gemeen met de slanke versie op de hoes van de cd die hij toen promootte. Mijn ontmoeting met Bonnie Raitt, die een tijdje geleden de voortreffelijke plaat Fundamental uitbracht, bevestigt dat vermoeden. Op de kaft van Fundamental leek Raitt een goed geconserveerde 48-jarige, maar de vrouw die tegenover mij zit, is iemand op wie 27 harde showbizzjaren diepe sporen hebben nagelaten. Al speelt de verzachtende omstandigheid dat ze midden in een slopende tournee in het voorprogramma van Eric Clapton zit. Maar zelfs als je de vermoeidheid wegdenkt, is er geen ontkennen aan: deze dame heeft serieus geleefd.

Als prille twintiger leerde ze het vak bij haar oude, zwarte blueshelden, die haar inwijdden in de rituelen: behoorlijk in de wind het podium opstappen en nadien verder feesten, dat hoorde er gewoon bij. “Er hing een soort romantiek rond blues spelen en elkaar onder tafel drinken, waar ik op die leeftijd gevoelig voor was. Het leek cool. En dus was het mijn ambitie de vrouwelijke Muddy Waters te worden”, zegt Raitt over haar jeugdzonden.

Toen platenfirma Warner in ’83 grote schoonmaak hield en haar, net als Van Morrison overigens, als een steen liet vallen, en de zangeres bovendien een vierjarige relatie zag stranden, liep de situatie uit de hand. Bonnie Raitt verviel in alcoholisme. Pas eind ’87 kreeg ze weer controle over haar kwalijke gewoontes en stilaan kroop ze uit het diepe dal. In ’90 viel alles weer in de plooi: het album Nick Of Time forceerde met vier Grammy’s de grote doorbraak, en Bonnie vond een nieuwe liefde bij acteur Michael O’Keefe. Ze werd, naar eigen zeggen, “een wandelend reclamebord voor nuchterheid”. Toch hebben noch het afzweren van alcohol, noch het huwelijk haar onrust kunnen stillen. Wat op Fundamental resulteerde in mooie, volwassen liefdesliedjes. Our love is kind of stalled, baby / but it ain’t about the sex / I’d trade the roses and the negligees / if we could just connect, zingt ze in Meet Me Half Way.

“Elke relatie die ik tot nog toe heb gehad, is een spel van aantrekken en afstoten geweest. Er zijn tijden dat je als geliefden het gevoel hebt op één lijn te zitten en tijden dat je elkaar haat. Mijn favoriete songs en films gaan steevast over afzien. Over pijnlijke, oncomfortabele situaties. Relaties zijn net als groeipijnen. Je wordt er wijzer van. Elke avond nummers als Spit Of Love, I’m On Your Side en Meet Me Half Way zingen, is mijn catharsis. Ik geloof in de kracht ervan. Sinds ik tien jaar geleden zelf songs ben beginnen te schrijven, heb ik een uitstekende therapie. Ik kan er mijn angsten mee uitdrijven. Ik was kwaad en gekwetst toen ik Meet Me Half Way pende, maar de boodschap is positief. Zo van: laat ons de problemen aanpakken. Vroeger had ik nooit kunnen vermoeden dat die zelfexpressie zoveel voldoening zou schenken. Of ik er een beter mens van word? Als het diep uit het hart komt, kan het zeker geen kwaad. Goeie songs hebben wel degelijk een effect. Neem Not The Only One van Paul Brady. Dat is hartverwarmend. Het raakt je en zet je aan om de dingen anders te bekijken. Ik voel alles beter aan dankzij de muziek. Een nummer als I Can’t Make You Love Me word ik nooit beu. Ook al is het niet echt hoopvol, het legt gewoon de waarheid bloot.”

Niet enkel tekstueel, ook muzikaal haalt Bonnie Raitt op Fundamental het onderste uit de kan. Met Tchad Blake en Mitchell Froom als verdienstelijke coproducers. Dit duo bewijst eens te meer dat het boeiende decors in elkaar kan timmeren voor de stemmen van vrouwelijke singer/songwriters. Zoals onder meer voor Suzanne Vega, Sheryl Crow en Lisa Germano.

“Een plaat opnemen is als koken”, meent Raitt. “Je mengt allerlei ingrediënten dooreen. Ik vind het leuk om Benmont Tench, de toetsenman van Tom Petty, in de studio samen te brengen met Randy Jacobs van Was ( Not Was), en om een song van Richard Thompson naast een van Muddy Waters te plaatsen. Het was heel opwindend om me deze keer in de ‘keuken’ van Tchad en Mitchell te kunnen uitleven. Tchad is een geniale mixer. Niemand neemt op zoals hij. Hij heeft een heel aparte techniek. Hoeveel jaren ik ook bezig ben, nooit heb ik de indruk dat ik op routine draai. Als ik in een systeem was vastgeraakt, was ik al lang huisvrouw geworden.”

Precies om even uit de mallemolen van de muziekindustrie te ontsnappen, nam de zangeres een welverdiende rustpauze voor ze Fundamental maakte. Ze reisde, zocht haar familie in Ierland op, ging graven in haar Keltische roots en dat was dan weer de aanleiding voor de vertolking van A Stor Mo Chroim, haar bijdrage aan het kersverse Chieftains-album.

“Hoe langer hoe meer geraak ik in de ban van folk- en wereldmuziek. Veel interessanter dan de hedendaagse blues, die slechts een verwaterde kopie is van the real thing“, zegt Raitt. “Ik word muzikaal opgevoed door m’n ritmesectie. De bassist van mijn live-groep is een musicoloog die nog bij de Neville Brothers heeft gespeeld en die bijna alles weet over etnische muziek. En mijn drummer is een Zuid-Afrikaan. Zij laten mij in het toerbusje kennismaken met obscure, maar fantastische platen. Zo heb ik Oliver Mutukudzi ontdekt, een ster in Zimbabwe. Hij heeft al 35 cd’s uit, maar toch had ik nog nooit van hem gehoord. Ik hoorde op een dag What’s Going On, een song uit de soundtrack van Jit, een film waarin Oliver zelf meespeelt. Ik belde hem vrijwel meteen op om toelating te vragen om die prachtmelodie tegen betaling te gebruiken. Ik zette er een andere tekst op. One Belief Away is het resultaat.”

Afrika fascineert Raitt al van kinds af aan. Ze is verliefd op het continent sinds ze een documentaire over Tanzania zag. Ze speelde zelfs met het idee om Afrikaanse studies te volgen aan de universiteit van Harvard, toen ze Dick Waterman leerde kennen, de manager die haar carrière op het spoor zette. “Bijna was ik politiek wetenschapper geworden”, lacht ze. “Een logische keuze was het geweest, want ik kom uit een gezin van geëngageerde mensen. Dat mijn bekendheid alsnog de weg heeft vrijgemaakt naar maatschappelijke inzet, is een troost.”

Haar bezigheden als activiste zijn op zich al een fulltime job. Een van de belangrijkste goede doelen die Bonnie Raitt steunt, is de Rhythm & Blues Foundation, een organisatie die ze negen jaar geleden boven de doopvont hield. Veel oude bluesmen kwijnen namelijk weg in stuitende armoede. De Foundation geeft hen geld om dokterskosten en rekeningen te betalen. “Ze hebben nooit fatsoenlijke auteursrechten gekregen”, legt Bonnie Raitt uit. “Het is een schande dat de artiesten die aan de wieg stonden van rock-‘n-roll en soul nooit deftig betaald zijn geweest. Wij allen zijn schatplichtig aan hen. Het is immoreel geld te verdienen op hun rug en te doen alsof er niets aan de hand is. Dat de contracten tot in de jaren ’60 niet deugden, was geen racistische misdaad. Dat er zo lang niets is gedaan om de scheve situatie recht te zetten, is dat wel. Als mensen zoals ik er niet zouden voor zorgen dat die pioniers krijgen wat hen toekomt, zou dat ontzettend egoïstisch zijn. De muziekindustrie moet wakker geschud worden en aangepord om iets aan dat onrecht te doen.”

Volgens de strijdlustige zangeres gedijt het racisme nog het meest in de Amerikaanse radio. “Muzikaal racisme, dan. Het ene station draait alleen zwarte artiesten, het ander enkel blanke. Er zijn nauwelijks nog zenders waar alles dooreen wordt gegooid. Jammer, want een van mijn fijnste jeugdherinneringen is de radio van toen, die voor mij een venster op de wereld was. In de jaren ’60 kwam alles via die weg op je toe: zowel Motown als Bob Dylan en The Beatles. In de jaren ’70 gingen de progressieve stations nog verder. Ze programmeerden Miles Davis bijvoorbeeld naast The Clash. Nu ondenkbaar. Alles is marketing-georiënteerd. De kunst lijdt eronder. Genres zijn getto’s geworden.”

Vijf jaar geleden startte Raitt het Fender Guitar Project om meisjes uit de binnensteden te stimuleren een gitaar vast te pakken. Geen overbodige luxe, als je bijvoorbeeld het verhaal van Ani Difranco kent. “Er was veel moed voor nodig om een muziekwinkel binnen te gaan”, vertelde zij ooit aan het Amerikaanse magazine Rolling Stone. “De verkoper bekeek je dan van kop tot teen en lachte: kom je iets voor je vriendje kopen?”. “Wat een zielige reactie”, vindt Bonnie wanneer ik haar met die uitspraak confronteer. “Ik denk dat de meisjes vandaag minder last hebben van dat soort onbegrip. Het probleem zit nu eerder in het klasseverschil. Op gewone scholen worden geen muzieklessen meer gegeven, zodat alleen de gegoeden nog een instrument kunnen leren. Dat is desastreus. Elk kind moet zich artistiek kunnen uiten. De toestand van het Amerikaans onderwijs is abominabel: de budgetten worden afgeroomd, leraars zijn onderbetaald. Het is unfair. Omdat wij rocksterren soms meer aandacht krijgen dan we verdienen, vind ik dat ik mijn naam moet gebruiken om fondsen bijeen te brengen. Ik wil dat die kids het geld krijgen om gitaar te leren spelen. Als je ze die kans niet geeft, jaag je ze nog meer de straat op. Er is al genoeg frustratie en jeugddelinquentie. Ik ben ervan overtuigd dat die vorm van expressie meisjes zelfbewuster en sterker kan maken. Tieners hebben het sowieso niet makkelijk met hun gevoelens. Muziek is goed voor hun persoonlijke ontwikkeling. Zonder kunst zouden er nog veel meer problemen op de wereld zijn.”

Met dit project wil Raitt geenszins de jongens discrimineren. “Ik spits me niet op meisjes toe uit sexisme. Maar meisjes hebben dat duwtje in de rug wel nodig. Jongens grijpen nog altijd makkelijker naar een gitaar. Waar blijft in godsnaam de vrouwelijke Stevie Ray Vaughan? Ik wil dat het zover komt dat een muzikant beoordeeld wordt op zijn capaciteiten en niet op zijn geslacht. Al dat gedoe over de vrouwen-in-rock-beweging moet maar eens stoppen. Net als de Monica Lewinsky-affaire. We zijn verzadigd, dank u. Waarom blijven mensen toch altijd dooremmeren over dezelfde oude kost, in plaats van hun blik op de toekomst te richten? De muziekbusiness heeft van de vrouwelijke singer/songwriters een trend gemaakt. Het werd een handig label om te verkopen. Maar achter de schermen tiert het sexisme nog welig. Toch denk ik niet dat de vrouwen ooit nog een stap terug zetten. Nu we dat forum hebben, doen we er nooit nog afstand van.”

Dat Raitt een rolmodel werd, beschouwt ze als een van de voordelen die het succes van Nick Of Time haar bracht. Ze had op dat ogenblik een nieuwe platenfirma, een nieuwe romance en een nieuwe levensstijl. Ze maakte komaf met haar verleden en werd een boegbeeld van de nieuwe, vrijgevochten, onafhankelijke vrouw. Ze bewees dat je geen Pamela Anderson moet zijn om aandacht te trekken. Dat je zelfs op je veertigste het roer kan omgooien en je verantwoordelijkheid nemen.

Maar heeft ze er ook een zinnige verklaring voor waarom het haar lukte die late erkenning los te weken en een John Hiatt, van wie ze regelmatig songs covert, bijvoorbeeld niet? “Daar heb ik zelf geen antwoord op. Ik heb wel het geluk gehad dat ik, vóór die vier Grammy’s, al lovende artikels kreeg in de New York Times en in Newsweek. Als de pers niet over me had geschreven, was mijn muziek nooit op de radio gekomen. Wat misschien ook meespeelde, was dat mensen van mijn generatie, die me al kenden van in mijn schooltijd, aan het hoofd kwamen te staan van rockbladen, radiostations en platenlabels. Ze redeneerden: Bonnie heeft een zware tijd achter de rug, heeft een mooie plaat gemaakt en verdient onze steun. Zonder die waardering was het niet gelukt. Waarschijnlijk is het net dàt wat John Hiatt mist. Hij is nochtans een genie, een van de grootste songschrijvers ooit. Hij verbleekt niet naast Dylan. Ik had gehoopt dat mensen als John, Richard Thompson, Paul Brady en Delbert McClinton in mijn voetsporen waren gevolgd. Helaas. Ik wens John Hiatt toe dat een van z’n nummers op de soundtrack van een succesfilm terechtkomt, en dat hij alsnog een ster wordt.”

“Fundamental” van Bonnie Raitt is uit bij EMI.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content