Piet Swimberghe

De prijzen voor oude filmaffiches schieten pijlsnel de hoogte in.

Een nieuwe verzamelrage verovert ook ons land.

PIET SWIMBERGHE

Filmposters worden al langer dan vandaag verzameld, maar tot voor kort waren ze niet zo duur. Voor een paar duizend frank verwierf je een fraaie prent. Nu de markt zich grondig organizeert en meer professionele kopers opduiken, stijgen de prijzen torenhoog. Dit jaar geraakt de rage in Europa zelfs in een stroomversnelling. In maart pakte Christie’s South Kensington voor het eerst uit met een integrale filmposterveiling, waarvan de catalogus nu al een collectors item is. Het venduhuis bracht de kollektie van jazz-muzikant Mel Tormé onder de hamer, een subliem overzicht van de hele filmgeschiedenis. Vroeger werden de filmposters tussen andere filmmemorabilia geveild. Door de flinke opwaardering worden ze nu apart verkocht : de kunstmarkt kreeg er een nieuwe niche bij.

Ondertussen startte Christie’s expert Tony Nourmand, met wie we een gesprek voerden, in Londen de eerste postergalerie van Europa. En op 26 november vinden de Belgische liefhebbers hun gading op de verzamelbeurs Movie Memorabilia in het shoppingcenter van Sint-Pieters-Woluwe. Ons land bekleedt trouwens een niet onbelangrijke plaats in de geschiedenis van het filmaffiche. Nogal wat Belgische posters worden door buitenlandse speurneuzen gewaardeerd. Eén van de blikvangers van de Christie’s-veiling was trouwens een Belgisch affiche uit 1943 van de beroemde film Casablanca, met Humphrey Bogart in de hoofdrol. Deze relikwie vond een koper voor het niet onaardige bedrag van 112.500 fr. (alle prijzen zonder opgeld).

De eerste filmposters werden op het einde van de jaren zestig verzameld. Ze werden in Hollywood aangeboden door een paar memorabilia-shops, tussen foto’s met handtekeningen en andere souvenirs. In die tijd kostten ze amper twee dollar. Nadien zijn de prijzen sterk gaan evolueren, zegt Nourmand. De beste illustratie is het verhaal van de originele poster van de eerste film van Frankenstein, die in 1931 door de studio aan de cinema’s werd verkocht voor 10 cents. In 1977 werd een eksemplaar geveild voor 1000 dollar. Toen was dat een smak geld. Voor de koper, een schoolmeester, was het ruim een vierde van zijn jaarinkomen. Maar, in 1993 werd een andere kopie van de poster geveild voor 198.000 dollar. Zo zijn er nog voorbeelden. In 1979 was een affiche van The 39 Steps (1935), van Alfred Hitchcock, goed voor 150 dollar. Nu moet je er minstens 9000 dollar voor neertellen.

Volgens Nourmand bleven de prijzen jarenlang erg redelijk : “Vijf jaar geleden betaalde ik 300 dollar voor de prent van Gun Crazy, mijn duurste poster. Ik zwoer nooit meer zoveel geld uit te geven. Nu is diezelfde poster 3500 dollar waard ! In amper vijf jaar tijd is de hele markt veranderd. “

Natuurlijk stijgen niet alle posters in waarde. Voor heel wat affiches bestaat geen belangstelling. Volgens Nourmand moeten we de hausse van de markt relativeren : 99 % van de posters worden onder de 1000 dollar verkocht. Zelfs op de gespecializeerde posterveiling van Christie’s werden veel fraaie posters, ook van bekende films, voor een 5000 à 10.000 fr. verkocht. De minderheid die deze drempel overschrijdt, is van topkwaliteit. Posters uit de jaren dertig en veertig zijn het neusje van de zalm. Tijdens de depressie in de States groeide de film uit tot het volksvermaak bij uitstek. Maar door een gebrek aan papier werden er weinig posters gemaakt. Dus zijn ze onvindbaar en prijzig. Sommige zijn er gewoon niet meer, zoals de poster van de beroemde film Little Caesar uit 1930. Het Amerikaans affiche is spoorloos. Onlangs kwam er een Belgisch eksemplaar te voorschijn, die in de States 9500 dollar opbracht. Dit is volgens Nourmand waarschijnlijk de duurste Belgische poster ooit verkocht. Ook posters uit de jaren veertig zijn gezocht. Door de oorlog werden er in Amerika weinig gedrukt. Dus ben je aangewezen op Europese posters van Amerikaanse films, die mooier zijn. De Amerikaanse poster van Casablanca, dé film van Humphrey Bogart, is banaal, de Belgische versie is veel aantrekkelijker. Op de veiling in maart werd er een eksemplaar van verkocht, uit 1943, voor 2250 pond. De veiling bewijst een groeiende belangstelling voor Europese posters. Een prachtige Italiaanse versie van To Have And Have Not, uit 1945 (de film kwam in Italië later uit dan in deStates), werd afgeklopt voor 15.750 pond. Vroeger toonden de Amerikanen geen interesse voor Europese posters. Zeker niet voor kontinentale versies van Amerikaanse films. Nu ze zien dat hun affiches minder mooi zijn, komt daar verandering in.

Posters van belangrijke Europese cultfilms gaan steeds vlotter van de hand. Het affiche van Les Enfants du Paradis is thans goed voor 15.000 dollar. Prenten van goede Franse films uit de jaren vijftig en zestig zijn zeer gezocht. De artistieke films van Truffaut en Godard genieten extra belangstelling, aldus onze expert. De duurste Godard is waarschijnlijk het affiche van Le Mépris, omdat Brigitte Bardot erop staat, goed voor 45.000 fr. Uiteindelijk is dat nog best betaalbaar voor zo’n dokument. Fellini-posters zijn doorgaans duurder in prijs, omdat ze overal ter wereld in trek zijn. Van dit soort naoorlogse films kopen verzamelaars enkel originelen, geen buitenlandse versies. Zo werd onlangs op een veiling een Japanse poster verkocht van De Zeven Samoerai van Kurosawa, voor 10.000 dollar. De koper was een Japanner… Japanse posters zijn erg aantrekkelijk, door hun aparte grafische stijl en zeldzaamheid.

In de Christie’s catalogus merk je wat de collectioneurs zoeken. Veel verzamelaars spitsten zich toe op een genre. Het meest populair zijn de horrorfilms. Niet ten onrechte, want soms zijn ze echt impressionant, omdat de ontwerpers surrealistische beelden kozen. Eén van de toppers van de veiling was een Belgische versie uit 1931 van Dr. Jekyll and Mr. Hyde die afgehamerd werd voor liefst 7312 pond. Anderen koncentreren zich op het oeuvre van een regisseur of akteur. Er bestaat een aparte markt voor Hitchcock en Bogart. Van de James-Bondfilms worden posters met Sean Connery hoog gewaardeerd. Ook Sherlock Holmes staat op het verlanglijstje. Weer een ander publiek kiest voor musicals. Vooral prenten met Vincente Minnelli en Gene Kelly worden gewaardeerd. Op de Christie’s veiling werd een poster van An American in Paris (1951) verkocht voor 787 pond. En Singin’ in the Rain (1952) was goed voor 900 pond. Posters van westerns brengen minder op : ze zijn meestal niet zo mooi. Er is tevens belangstelling voor recent werk. Een eksemplaar van The Terminator uit 1984, met de boeventronie van Schwarzenegger erop, veranderde voor 393 pond van eigenaar. Volgens Tony Nourmand zullen moderne posters nooit zeer hoge toppen scheren, want als er nu een film uitkomt, leveren de studio’s duizenden eksemplaren aan de posterdealers. Zeldzaam worden ze dus nooit. Behalve als het om een minder commerciële prent gaat, die pas achteraf uitgroeit tot een cultfilm.

De animatiefilms vormen een apart hoofdstuk. Sommige posters van Disneyfilms zijn onbetaalbaar. Een oud Amerikaans eksemplaar brengt gemakkelijk 100.000 dollar op. Zelfs een Europese versie is goed voor 5000 à 10.000 dollar. Maar niet alle tekenfilms zijn duur. Een affiche van The Jungle Book kost geen 10.000 fr. Ook Popeye wordt nog ondergewaardeerd, vindt Nourmand.

Waarop moet de koper letten ? Een al dan niet goede staat speelt niet altijd een even grote rol. Zeldzame en oude affiches mogen licht beschadigd zijn. Zelfs afgescheurde hoekjes zijn toegelaten. Wie wil beleggen, kijkt uit naar posters van belangrijke films, of posters waarop bekende akteurs staan. Maar vergeet de schoonheid niet. Dat illustreren die Amerikaanse posters uit de jaren veertig. Omdat ze zoveel banaler zijn dan de Europese versies, zijn ze weinig waard. We wijzen erop dat heel wat puik materiaal wordt verkocht voor amper een paar duizend frank. Dat is goedkoop voor een origineel kunstwerkje. Want dat zijn filmposters toch. In de volgende eeuw worden ze stellig hoger ingeschat, omdat de film bijna de belangrijkste kunstvorm van onze eeuw is. Wat nu laag geprijsd is, wordt ooit voor een flink pak duiten verhandeld.

De beurs “Movie Memorabilia” heeft plaats op 26 november (van 9 tot 14 u.) in het Shoppingcenter van Sint-Pieters-Woluwe.

“Reel Poster Gallery” : Great Marlbough Street 22, London W.L.

Er zijn twee goede handboeken : “Reel Art, Great Posters from the Golden Age of The Silver Screen” van Stephen Rebello en Richard Allen, uitgeverij Artabras. En “The Book of the International Film Poster” van Gregory J. Edwards, uitgegeven door Tiger Books International, London.

Dit soort posters is het neusje van de zalm : een mooie afbeelding en bekende akteurs. Het gaat bovendien om een poster uit 1927. De waarde ligt rond de 5000 dollar.

Ook recenter werk wordt gewaardeerd, zolang het de tijdsgeest weerspiegelt, zoals deze poster, uit 1969, met Jane Fonda erop, goed voor 700 à 1000 dollar.

Verzamelaars zijn gek op Bogart. Dit Brits eksemplaar uit ’39 is goed voor 4000 à 5000 dollar.

Deze Britse “Dr. No” uit ’62is eveneens zo’n 700 à 1000dollar waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content