ZOMERTUINIEREN

Mooi en lekker: een combinatie die lang uit de mode was. Je had een siertuin, mooi om naar te kijken; en je had de moestuin voor de groenten. Tegenwoordig gaat men er steeds meer vanuit dat een moestuin ook aantrekkelijk kan zijn en omgekeerd: dat groenten een plaatsje verdienen in de siertuin. Daarover schreef journaliste Julia VoskuilDe mooie moestuin (Terra/Lannoo; 24,50 euro). Ze belicht de geschiedenis van de opbrengsttuin en bespreekt enkele voorbeelden. Maar de meeste aandacht gaat naar het organiseren van zo’n mooie moestuin – ontwerp en aanleg, de omheining, de indeling, gewasgroepen en wisselteelt… – en de beplanting. Dat laatste thema omvat ook hoofdstukken waarin bloemen, kruiden en fruit aan bod komen. Het geheel is overzichtelijk (met tal van lijstjes) en geĆÆllustreerd met schitterende foto’s. ‘Voor tuinliefhebbers en smulpapen’ luidt de ondertitel, en het moet gezegd: al bladerend krijg je zin om van je siertuin een moestuin te maken. (HV)

Voor de beginnende tuinier is het soms overweldigend: begin je vol moed en enthousiasme aan je groenparadijs, word je meteen geconfronteerd met een hoop problemen. De wilde wingerd groeit in de goot, het gazon vertoont gele plekken, de hulst wil geen bessen dragen, de ene plant wil niet bloeien, de andere wordt wit van de meeldauw… Het zijn maar enkele voorbeelden. Hamvraag is natuurlijk: hoe pak je ze aan? In De tuin zonder problemen (Schuyt & Co; 31,50 euro) pakt Pippa Greenwood, BBC-medewerkster en groenjournaliste voor o.a. Gardener’s World Magazine en The Daily Mirror, ze systematisch aan. Elk hoofdstuk behandelt een onderdeel van de tuin (bomen, heesters, gazons, rozen, muren en schuttingen, opruimen en bewaren…). Telkens signaleert zij op een overzichtstekening de mogelijke problemen, en gaat dan in op de oplossingen. Sommige thema’s krijgen een vraag-en-antwoordbehandeling: rugklachten en allergieĆ«n bijvoorbeeld, maar ook grondverbetering, ziekte en schade, zaaien en zaad winnen. Het boek is een rijkelijk geĆÆllustreerde vraagbaak, en alleen al door zijn overzichtelijkheid een aanwinst. (HV)

“Als trendvoorspeller heb ik jarenlang trends zien komen en gaan, en kunnen noteren hoezeer ze onze relatie met planten en bloemen beĆÆnvloeden. Bloemen, planten en bomen zijn een intrinsiek onderdeel van onze veranderende manier van leven (…)”, schrijft Li Edelkoort in haar inleiding op eerste Bloom Book (Terra/Lannoo; 59,95 euro). Dit boek is een uitvloeisel van het ‘Bloom Magazine’, het tuinbouwtijdschrift van Edelkoort dat twee keer per jaar verschijnt. De horticultuur ontwikkelt zich tot een echte lifestyle-industrie, die alle andere takken beĆÆnvloedt: kunst, design, mode, eetcultuur… Het boek ademt vooral kwaliteit: met veel zorg werden tekst en beeld geselecteerd en samengebracht. De thema’s – terug naar de wortels, verlangen naar groen, structuren, materie en volumes, opnieuw art nouveau – worden op een poĆ«tische manier uitgediept. De foto’s, die herinneren aan het werk van Karl Blossfeldt, spreken een eigen taal. Een boek om bij weg te dromen. (HV)

REIZEN OM TE MEDITEREN

Bart Plouvier, die wil eigenlijk niet graag ver en lang weg, dacht ik na het dichtklappen van Het land van tante Marie (Manteau Literair; 17,50 euro). Hij schrijft trouwens zelf herhaaldelijk in dit boek dat hij geen echte reiziger is en dat hij veel honkvaster is dan zijn zeemansverleden zou doen vermoeden.

Toch is dit boek met reisimpressies (waarvan er vele eerder in Weekend Knack verschenen) en brieven meer dan lezenswaard. Omdat Plouvier zichzelf zoekt, zich spiegelt aan figuren of situaties. Of hij nu in Pamplona is, of op KaapverdiĆ«. Maar: “Het helpt niet echt en het verliest stilaan zijn kracht als metafoor voor mijn rusteloosheid.”

In zijn bloemrijke stijl, met veel aaneengeregen maar precies gekozen adjectieven, legt hij de diepste plooien van zijn ziel bloot. Nog meer misschien dan in de reisverhalen, in de brieven die hij schrijft aan zijn vrouw en aan vrienden.

Het proza van Plouvier leest als een schilderij met brede borstelstreken. Niet voor niets wordt hij al jaren gefascineerd door marines. Marines hebben ook iets in zichzelf gekeerds, iets meditatiefs. (TV)

ROOIE HOND

In Dampier, een mijnwerkersstadje in het noordwesten van AustraliĆ«, zag de Britse schrijver Louis de BerniĆØres het standbeeld van een hond. Hij vond dat vreemd en ging navraag doen. Het bleek om het beeld te gaan van Tally Ho, een schapershond die in de streek een beroemdheid werd. Een onafhankelijk dier, een allemansvriend. Ooit had hij een meester gehad, maar die overleed tijdens een ongeval met zijn motorfiets. De dood van zijn jonge baas is hij nooit te boven gekomen. De rooie hond (Arbeiderspers, 13 euro) is het meeslepende en ontroerende verhaal van Tally Ho. Grappig soms ook, want ‘de rooie’ was berucht als een onverbeterlijke stinkerd. Met zijn scheten verpestte hij heel wat. Zelfs een vrijpartij van zijn baas.

‘De rooie hond’ leest als een sprookje, wat het ook is. Een ideaal boekje om cadeau te doen, nadat je het zelf eerst hebt gelezen. Maar dan zal het lastig zijn om er afscheid van te nemen. (FB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content