SPELEND LEREN

Pippo is sinds twaalf jaar het eerste maandblad voor peuters van één tot drie jaar. Maar het is vernieuwd: elke maand is er één thema. Dat maakt de zaak eenvoudiger en kan er dieper op dat ene onderwerp worden ingegaan. En Pippo denkt ook aan de ouders: bij elke Pippo zit een Pippo Plus, een bijlage voor papa en mama waarin wordt uitgelegd hoe je de verhaaltjes, spelletjes en versjes in Pippo op verschillende manieren kunt lezen en beleven. Pippo wil de ontwikkeling van peuters begeleiden en stimuleren, de handvaardigheid ontwikkelen, een beter begrip van hun omgeving geven. Pippo Plus biedt ook boekbesprekingen en kortingbonnen voor kinderboeken die aansluiten op het thema. Urenlang plezier voor ouders en kinderen verzekerd.

Abonnementen (39,45 euro voor 12 nummers) zijn te bestellen op tel. 0800-158 63 (gratis). Een los nummer kost in de krantenwinkel 3,65 euro.

POP EN KUNST

Apricots along the Street (Scalo, ca. 32,80 euro): zo cryptisch de titel van het nieuwe ‘artist book’ van de Zwitserse Pipilotti Rist, zo onsamenhangend is de inhoud ervan. Toch op het eerste gezicht, want gaandeweg ontwikkelt het boekje zich als een soort dagboek-met-spelletjes, vol collages, videostills, tekeningen en haastig genoteerde invallen. Rist neemt de lezer mee op reis doorheen haar kleurrijk universum, maar leidt die niet braaf aan het handje: interactie is vereist, net als inlevingsvermogen. Zoals in haar hele oeuvre, exploreert Rist hier de pop- en kunstcultuur, dromen en al te realistische situaties, op een haast onnavolgbare, springerige manier. Het maakt niet uit of men voor- of achteraan het boek binnenvalt; er is op elke bladzijde wel iets te beleven. Als bonus zit een vel stickers bij het boek geleverd, “om op de fiets of de beeldbuis van het televisietoestel te kleven, of op het voorhoofd”. (PDP)

OORLOG: EEN MANNENZAAK?

Met: “Jullie kunnen op ons rekenen”, trokken ook vrouwen naar het gruwelfront van de Eerste Wereldoorlog. “Florence Nightingale achterna” schrijft Patrick Vanleene in Op naar de Grote Oorlog (De Klaproos, 200 blz., 90 foto’s, 22,95 euro). Vele onafhankelijke vrouwen trokken naar Flanders Fields, naar de slagvelden aan de IJzer. Engelse en Schotse, Canadese en Amerikaanse ladies schreven brieven voor blinde soldaten, ze verdeelden voedsel en kleren, of hielpen benen amputeren. De meesten bleven anoniem, maar May Sinclair en Dorothie Feilding, Helen Gleason en Sarah Macnaughton krijgen in dit boek een gezicht tussen het kanonnenvoer en de slachtoffers van gifgas. Vier verhalen, met foto’s die illustreren wat niet zichtbaar gemaakt kan worden. Het verhaal van Mairi Chisholm en Elie Knocker is het hallucinante avontuur van een 17-jarige Schotse en een Engelse vroedvrouw, die in de frontlijn een medische hulppost in Pervijze oprichten, waar ze drie jaar lang gewonde soldaten verzorgen. Aanvankelijk stuiten ze op verzet van de militaire leiding, later krijgen ze niet enkel een rood pasje dat toegang verschaft tot het front, maar ook erkenning van hogerhand. Een aanval met stikstofgranaten maakt een eind aan hun inzet, de bijna vergeefse poging om in een van de gruwelijkste conflicten uit de geschiedenis toch enige menselijkheid te redden.

Verhalen van moed en opoffering te midden de loopgraven, als een voorafschaduwing van Artsen zonder Grenzen. (MG)

Het grootste deel van zijn lange leven – hij werd negentig – leefde Robert Graves op Mallorca. In een van de lieflijkste dorpen van het eiland: Deiá, in het noordwesten, niet ver van Sóller. Als je het kerkhof waar hij begraven ligt bezoekt, kan je zien dat het daar gezond is, de mensen worden er oud.

Graves, vooral bekend als auteur van de boeken achter de televisiereeks ‘I Claudius’, was niet bepaald voorbestemd om lang te leven. De dichter en historicus werd tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar gewond en hield er tien jaar lang een trauma aan over. Zijn herinneringen, een vroege autobiografie eigenlijk, schreef hij neer toen hij 33 was in Dat hebben we gehad (Arbeiderspers-Oorlogsdomein, 22,95 euro). Het is een wrang meeslepend relaas, nu eens bitter en venijnig dan weer humoristisch, van een man die het begrepen heeft. Weg met heldendom, weg met de hypocrisie. ‘Goodbye to all that’, werd een gezegde. Overigens heeft Graves het niet alleen over de Eerste Wereldoorlog. Zijn fascinerend verhaal gaat terug tot de vroegste jeugdherinneringen om te eindigen in 1927. Met de opbrengst van het boek trok hij naar Mallorca. (FB)

INTIEME SAMENWERKING

Twee auteursnamen staan er op de omslag van Candyland (Van Buuren, 17,50 euro): Ed McBain & Evan Hunter. De eerste is de schrijver van een kleine honderd politieromans waarvan de meeste ook verfilmd zijn onder de noemer ‘Het 87ste politiedistrict’. De tweede is een schrijver van meer psychologische romans en de man die voor Hitchcock het scenario schreef van ‘The Birds’. En nu komt het: Hunter en McBain zijn een en dezelfde persoon. Uit die vreemde samenwerking is nu een heel aparte thriller ontstaan.

‘Candyland’ is in het eerste deel het verhaal van een architect die bezeten is van seks en tijdens een werkverblijf ’s avonds op vrouwenjacht gaat. Niemand op zijn lijstje is beschikbaar. Hij trekt dan maar naar een bordeel. Het tweede deel gaat over de jacht van de politie. Die zoekt de moordenaar van een jong hoertje dat precies de nacht dat de architect er klant was, is vermoord. De architect is meteen de hoofdverdachte. Het eerste deel is een boeiend psychologisch portret van een bezeten man, het tweede deel een knappe en spannende politieroman. Wedden dat je meteen weet wie wat heeft geschreven? (FB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content