EEN HUIS VERTELT

Alev Lytle Croutier (57) is begin de jaren zestig uit Turkije vertrokken naar de VS. Haar romans gaan vooral over haar kinderjaren, de harem en de vrouwen die er verbleven. Haar grootmoeder werd in een harem opgevoed en toen ze 14 was uitgehuwelijkt aan een vriend van haar vader. Croutier zelf is het enige kind van intellectuelen die zijn opgegroeid onder Atatürk. Ze werd naar goede scholen gestuurd en kreeg een beurs voor de VS. Vijftien jaar later gaat ze naar Turkije terug en raakt gefascineerd door de wereld van haar grootmoeder. Het resultaat is de bestseller ‘Harem: The World Behind the Veil’. Haar jongste roman Zeven huizen (Luitingh-Sijthoff, 18 euro) gaat over vier generaties in een Turkse familie. Ook weer half biografisch. De roman begint in 1910 in Smyrna in een Victoriaans woonhuis dat dateert van 1888. Het huis zelf is aan het woord en het beschrijft o.a. het fijne ajoursnijwerk dat de verblijven van de harem aan het oog onttrekt. Zevenentachtig jaar later staan twee vrouwen in moderne kleren voor het nu vervallen pand. Een van hen is Amber, Amerikaanse en architect. Ze is in het huis geboren en droomt er nog steeds van. Ze koopt de ruïne en besluit niet naar de VS terug te keren. (FB)

EEN GEWONE VROUW

Mevrouw Sartoris (De Bezige Bij, 15,64 euro) is een onopvallende vrouw met een saaie echtgenoot, een dot van een schoonmoeder en een rebelse dochter. Ze woont in een muisgrijs Duits stadje, er is niets onopvallends aan haar. Maar mevrouw Sartoris verveelt zich, neemt een minnaar, wil een ander leven, neemt de nodige stappen, maar overschrijdt toch uiteindelijk de grens niet. Maar op een ochtend vermoordt mevrouw Sartoris een man. Elke Schmitter tekent de wereld van mevrouw Sartoris met alledaagse vlakke woorden. Maar ze weet met fijne lijnen het spinnenweb te weven waarin mevrouw Sartoris verstrikt raakt. Dat verstrikkende en verstikkende is wel het mooiste aan dit boek, het gruwelijk juweeltje waarvan de Duitse literatuurpaus Marcel Reich-Raniki schreef dat hij blij was het gelezen te hebben. (TV)

VRIJDENKENDE FEESTNEUS

Precies omdat de adel eeuwenlang een hekel had aan kermissen en carnaval, hebben de feestneuzen zich voor deze verkleedpartij gekroond tot prinsen en keizers. Er was een tijd dat de hele hogere klasse neerkeek op de maskerades van het gepeupel. Maar ook de grote volksvriend, de socialist Anseele vond dit een barbaars en zedeloos feest. Wie de hele geschiedenis van ons carnaval wil opdiepen, leest het naslagwerk Carnaval (Stichting Mens en Kultuur, 42 euro) van Hallenaar Armand Sermon, een vrijdenkende feestneus. Met dit buitengewoon boeiende boek reis je door de tijd, van de voorhistorie over Breughel tot in Aalst, Binche, Blankenberge, Herenthout, Maaseik en uiteraard ook Halle. (PS)

DE SCHIJN ACHTER HET SUCCES

Larry en Alec Valentine zijn broers. Als hun moeder kanker heeft, besluit Alec in het ouderlijk huis voor haar te zorgen. Hij is literair vertaler en voelt zich een beetje een mislukkeling. Hij kijkt op naar zijn broer en naar de succesrijke Hongaarse schrijver László Lázár die hij aan het vertalen is. Alecs oudere broer heeft het ook gemaakt. Zo lijkt het althans. In Amerika speelde hij in een populaire soap, maar daarna is hij op een zijspoor geraakt en met drugs gaan experimenteren. Hij durft zijn vrouw niet te vertellen dat ze te riant leven en speelt daarom heimelijk mee in pornofilms. Als zijn moeder alsmaar zieker wordt keert ook hij naar het ouderlijk huis terug. In Levenslucht (Anthos, 20 euro) van de Brit Andrew Miller kijken de personages vooral naar het verleden, ze zoeken naar de schijn achter wat succes heet. Miller beschrijft zijn personages met gevoel voor humor en veel tederheid. De roman stond in 2001 op de shortlist voor de prestigieuze Booker Prize. (FB)

GESJOEMEL IN RUSTHUIS

Dokter Dowan Purcell is na een bloeiende praktijk als arts directeur geworden van een rusthuis voor senioren. Op een dag verdwijnt hij. Na een paar weken is het vooral zijn eerste vrouw die zich ongerust maakt. Niet alleen over haar ex, maar ook over de eventuele erfenis. Aan privé-detective Kinsey Millhone vraagt ze te onderzoeken wat er precies is gebeurd.

En die stuit op gesjoemel met medische declaraties. P staat voor Pijngrens (De Boekerij, 16 euro) is het zestiende avontuur van Millhone. Sue Grafton begon de reeks een kleine twintig jaar geleden. Ze is vooral geïnteresseerd in familieproblemen en moord. Millhone zelf lijkt wat op een eeuwige studente. Ze vreet kilometers in een oude Volkswagen Kever en is goede maatjes met de politie van het fictieve Californische stadje Santa Teresa. Jammer dat haar culinaire smaak (Big Macs) zo eenzijdig is. Voor wie niet genoeg kan krijgen van Millhone: er is ook een omnibus met de letters M, N en O van Graftons misdadig alfabet. (FB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content