EIEREN EN OORLELLEN

Neen, levertraan komt niet van walvissen. Kruisvaarders deden hun vrouw geen kuisheidsgordel om, een badmuts dragen heeft niets te maken met hygiëne, en koekoeksklokken komen niet uit Zwitserland. Hans van Manen doet het allemaal uit de doeken in Echt niet! (Prometheus, 11 euro), een leuk boekje dat niet alleen een hoop onzin uit de wereld helpt, maar ook nog vertelt hoe het echt zit. En soms ook nog hoe het komt dat heel wat verkeerds als waarheid wordt verkondigd. Een bruin ei is dus helemaal niet beter dan een wit. Alleen: een kip met lichte oorlellen legt witte eieren, een kip met donkere oorlellen legt ze bruin. Zo zit dat. (FB)

IN PERMANENTE BEWEGING

Omdat de ornithologie zoals haar studieobject in permanente beweging is, zullen er steeds nieuwe gedetailleerde vogelboeken blijven verschijnen. Europese vogels, Alle vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten (Tirion, 67,90 euro) is de laatste aanwinst in die queeste naar de perfecte gids. Het boek is het resultaat van 15 jaar veldwerk en tekenkunst, een unieke samenwerking tussen twee illustrators en evenveel veldornithologen. Dat is dan ook het eerste dat opvalt: de grote hoeveelheid voortreffelijke tekeningen van vogels in hun meest uiteenlopende verenkleed. De teksten zijn sober en to the point, zodat vlug duidelijk is wat bij een waarneming essentieel is (pijltjes bij de tekeningen geven aan waarop je moet letten). De verspreidingskaartjes zijn aan de kleine kant en niet altijd even accuraat (één voorbeeld maar: waarom broedt de woestijnmus niet in Tunesië, wat ze in andere gidsen wel doet?). Maar dit boek is natuurlijk geen veldgids. Daarvoor weegt het te veel en is het te groot. Dit is veeleer een hand- en studieboek, ter voorbereidig van een tocht of om later, in de zetel bij de haard, de wonderen van de voorbije dag nog eens in hun glorie te bekijken. (MG)

MILD MAAR NOOIT MELIG

“Er was eens een vrouw die ontdekte dat ze in de verkeerde was veranderd.” Een typische opener van Anne Tyler, Pulitzerprijswinnares en auteur van onder andere het weergaloze ‘The accidental tourist’, gevoelig verfilmd met William Hurt, Kathleen Turner en Geena Davis. Hoofdpersonage van Toen we volwassen waren (Cargo, 18,19 euro) is Rebecca Davitch, drieënvijftig, mollig en “met een voorkeur voor wijde, kleurige kleding die gevaarlijk dicht in de buurt van de bagladystijl kwam”. Haar hele leven lang is Rebecca de energieke spil van een omvangrijke familie van sociale kneuzen geweest, altijd bezig met het organiseren van feesten en het rechttrekken van scheve situaties. Tot ze zich na de zoveelste mislukte familiepicknick begint af te vragen of ze echt wel de geboren levensgenieter is voor wie iedereen haar neemt. Wat volgt is de zoektocht naar het meisje dat ze ooit geweest is en een roman in de beste Tylertraditie, melancholiek en tegelijk geestig, vol levensechte portretten van dwalende en aandoenlijk van zichzelf vervreemde zielen. (LA)

DOE HET ZELF

Dat er een boek verschijnt met als titel Rietveld meubels om zelf te maken (Thoth, 24,54 euro) mag ons niet verbazen. In de jaren dertig al pakte Gerrit Rietveld uit met een serie kratmeubilair, gemaakt van standaardplanken van vurenhout. Enkele ervan zijn een tijdje als bouwpakket te koop geweest: je moest niet meer doen dan de planken op maat zagen, voorboren en monteren. Echte voorlopers dus van de doe-het-zelfbeweging die in de jaren vijftig zou opkomen. In het boek zijn evenwel ook ontwerpen uit andere periodes opgenomen, en voor deze is er soms al wat meer timmerkennis en ervaring vereist. Maar de uitleg en de tekeningen bij ieder meubel zijn buitengewoon helder. Uiteraard is ook de wereldvermaarde rood-blauwe stoel opgenomen.

HET KRUIS VAN HELENA

Boeken waarin de geschiedenis ‘radicaal herschreven’ wordt en waarin ‘opzienbarende inzichten’ tot ontwikkeling komen, gebaseerd op de ‘eigen bronnen’ van de auteurs, dienen met enige scepsis benaderd te worden. Zo ook dus Het ware kruis van Jezus Christus (Tirion, 17,95 euro) van Carsten Peter Thiede en Matthew d’Ancona. Hun stelling is de volgende: het kruis is als symbool niet pas een grote rol gaan spelen nadat keizer Constantijn in het begin van de vierde eeuw het christelijk geloof aannam, nee de eerste christenen van Palestina vereerden het al. Keizerin Helena van haar kant vond in Jeruzalem niet alleen het kruis terug, maar ook de zogenaamde Titulus, het opschrift met de vier hoofdletters ‘INRI’ (Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum – Jezus van Nazaret, Koning der Joden). Het kruisopschrift dat zich momenteel in de Santa Croce in Rome bevindt, is – hoewel velen daar anders over denken – volgens Thiede en D’Ancona een deel van het originele opschrift. Tja, sommige mensen lijken daar wakker van te liggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content