Het gordijn op de bijgaande foto is ontegensprekelijk van het weelderige type. Geschikt voor een klassiek interieur waarin de bewoners niet bang zijn van een gedurfd accent. Maar in het boek Over Gordijnen van de Engelse interieurspecialiste Caroline Clifton-Mogg staan naast barokke interieurs ook allerlei moderne voorbeelden. Een heel hoofdstuk is gewijd aan details als galons, linten, biezen, roeden, kwasten en sierknoppen. En wilt u uw gordijnen zelf maken, dan verneemt u alles over stofberekening, knippen, voeringsstof, verschillende soorten plooien en noem maar op. Clifton-Mogg leert ons zelfs ons eigen hemelbed te maken. (Terra/Lannoo, 1650 fr.)

Het plantengeslacht Clematis telt zo’n 200 verschillende soorten. Van de alom bekende Clematis montana, met zijn waterval van bloemen, tot de wintergroene en geurende Clematis armandii. Raymond J. Evison schreef een boek over deze wonderlijke klimmer. Zowel de meer theoretische achtergronden als de praktische aspecten komen aan bod. En natuurlijk bevat het een encyclopedisch gedeelte met soorten en cultivars van A tot Z. Dit is het derde boek van Schuyt & Co over één plantengeslacht en ook dit keer werd een hoofdstukje toegevoegd over de clematis in onze streken. Alleen jammer dat het Nederlandse taalgebied beperkt werd tot Nederland. Vlaanderen viel helemaal uit de boot. (Schuyt & Co, 1090 fr.) HV

Tegen de achtergrond van de laatste koloniale oorlog, die Nederland in 1946 uitvocht in de Indonesische archipel, is soldaat Jan Knevel op zoek naar zijn baboe, de vrouw die hem grootbracht. O ja, hij zal haar vinden, maar de ontmoeting tart zijn stoutste dromen…

Met Rampokan ging de Nederlander Peter van Dongen op zoek naar zijn roots. Reeds vanaf 1991 startte hij zijn research, pas drie jaar geleden drukte hij zijn potlood tegen het papier. Het resultaat is een erg goed gedocumenteerde klare-lijnroman, barstensvol authenticiteit, tragiek en symboliek. (Oog & Blik, 650 fr.)

Of het fotoboek Welkom van Anne Geddes op het randje van de kitsch zit, of een eind erover moet u zelf maar uitmaken. Geddes fotografeert baby’s op een manier zoals men dat dikwijls met jonge katjes doet: een beetje melig en een beetje geforceerd lollig. Maar dit gezegd zijnde: je blijft er ook gefascineerd naar kijken. (Van Holkema & Warendorf, 1990 fr.)

Het is niet smakelijk om soep te eten die geroerd wordt met een ongebruikte kam. Dat is een kwestie van associaties. We zijn niet vies van ons speeksel zolang we het in onze mond hebben, maar zijn we wel bereid het bord soep te eten waarin we eerst gespuwd hebben? Dat alles en nog veel meer onderzoekt Steven Pinker in Hoe de menselijke geest werkt. Zijn uitgangspunt is dat onze geest zich heeft ontwikkeld om problemen op te lossen. Zo kunnen we dingen, planten en dieren begrijpen en manipuleren. Pinker maakt wel een onderscheid tussen problemen en mysteries. Hij betreurt het dat een verschijnsel als de romantische liefde wordt geproblematiseerd. “Maar als we met een mysterie te maken hebben, kunnen we alleen maar verbaasd en verbijsterd zijn, zonder te weten hoe een oplossing er zelfs maar uit zou kunnen zien.” (Contact, 1495 fr.) PdM

Tegenwoordig wordt in joodse families ter gelegenheid van de B’rit Mila (de besnijdenis van een jongetje, acht dagen na de geboorte) vaak een speciaal brood gebakken, een goulisj. Dit is een goed gevuld krentenbrood dat symbool staat voor het rijkgevulde leven dat de baby hopelijk te wachten staat. Na een begrafenis, de Lewaja, gebruiken de rouwenden een hardgekookt ei en brood. Het ei wordt gezien als symbool van rouw, maar tegelijk ook als een teken voor het opnieuw beginnen van het leven. Dat is het interessante aan het kleine boekje Mijn joodse keuken van Nanny ten Brink-de Lieme: je leert er meer uit dan het zoveelste recept voor kippensoep. Met veel nesjomme (hart en ziel) geschreven. (Van Dishoeck, 250 fr.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content