Dat Maleisië vele gezichten heeft, is een understatement. Zijn multiculturele bevolking en gevarieerde landschap zijn de droom van elke reiziger. Hoogtepunten van een geanimeerd bezoek.

W e are now flying at 35.000 feet“, meldt de piloot van de halfvolle Boeing. Achter ons ligt de hypermoderne luchthaven van Kuala Lumpur, waar vooral de mini-jungles en de waarschuwingsborden met het opschrift drugs = death penalty indruk maken. Over een halfuur bereiken we onze bestemming: Kuala Terengganu, aan de oostkust van het schiereiland. Vanuit het vliegtuigraam staar ik onophoudelijk naar Taman Negara, een beschermd tropisch regenwoud van maar liefst 4343 km². Op 130 miljoen jaar tijd zijn hier 15.000 plant- en boomsoorten ontstaan. Onder me ligt de habitat van olifanten, tijgers, luipaarden, neushoorns en tapirs. This is the stuff boy scouts dream of.

Op weg naar het hotel bekijk ik Maleisische glossy’s. Op hun cocktailpagina’s geen acteurs of popsterren, maar CEO’s en aandeelhouders van grote bedrijven. Ondertussen goochelt de gids met statistieken en bedragen die de Maleisische welvaart illustreren. De regering en de charismatische eerste minister Datuk Seri Dr. Mahathir Mohamad zijn dol op megaprojecten zoals de Bakun-dam (270 miljard frank) en KL International Airport (340 miljard frank). Het nieuwste kind, de Multi Media Super Corridor (350 miljard frank), is een hightechgebied van 700 km² ten zuiden van Kuala Lumpur. Dat de Aziatische crisis projecten als de halfafgewerkte KL Light Rail Transit lamlegde, tempert het enthousiasme niet.

En dus krijgen ook de vele toeristen het Maleisische succesverhaal te horen. Jaarlijks zijn het er haast 10 miljoen. Met goede transport- en communicatiefaciliteiten, een ruim hotelaanbod en een voordelige wisselkoers is dit Azië op z’n aantrekkelijkst. Toch is Maleisiës grootste troef niet de paradijselijke oostkust, noch het regenwoud, de rijke oosterse keuken of het koloniale verleden: Maleisië staat wereldwijd bekend om zijn warm onthaal en gastvrijheid. De glimlach waarmee je op straat wordt begroet, zelfs in het jachtige Kuala Lumpur, prent zich in het geheugen van elke bezoeker.

Aan de basis van deze open en tolerante samenleving ligt Maleisiës multiculturele opmaak, een erfenis van de specerijenhandel en de economische politiek van de voormalige Britse kolonie. Van de 20 miljoen inwoners is slechts de helft Maleier, verder zijn er Chinezen, Indiërs, Orang Asli (aboriginalstammen) en vele andere etnische groepen. De verschillende gemeenschappen spreken Engels met elkaar en leven zonder noemenswaardige spanningen samen. Nochtans houden de boeddhistische of taoïstische Chinezen er een veel lossere moraal op na dan de Maleiers, die toegewijde moslims zijn. Hun moskeeën delen probleemloos het landschap met Indische hindu- en sikhtempels. Tot slot hebben ook de Britten hun stempel gedrukt: er wordt links gereden, gevoetbald en gecricket, om vier uur drinkt men thee, en in Kuala Lumpur wordt gewinkeld bij Marks & Spencer en Laura Ashley. Er zijn landen waar zo’n culturele cocktail meer moeite kost.

I n God we believe, meldt een bord in Kuala Terengganu, de hoofdstad van oliestaat Terengganu. In tegenstelling tot de moderne, geïndustraliseerde westkust zijn de rurale en vooral door Maleiers bewoonde oostkuststaten devoot moslim. Na een religieuze revival liggen gemengde kapsalons, kansspelen en zelfs de burgerlijke rechtspraak onder vuur. Bars en dancings werden gesloten en er is een algemeen alcoholverbod. Een enkele Chinese kruidenier verstopt Tiger Beer tussen het waspoeder en de javel, maar ik bereid me toch maar voor op een nuchter verblijf.

Terengganu is een zon- en watersportparadijs. Zijn 225 km strand, helderblauwe zee, pittoreske vissersdorpen en exotische eilanden als Pulau Perenthian en Pulau Redang lokken jaarlijks duizenden snorkel- en duiktoeristen. Kajakken, kanovaren of jetskiën kan in Tasik Kenyir, het grootste meer van Zuidoost-Azië. Tussen zijn 14 watervallen zwemmen bovendien 300 vissoorten. Je zou van minder gaan hengelen.

Een overzetboot brengt ons naar Gemia Island, een privé-eiland met houten chalets die uitkijken op de Zuid-Chinese Zee. De jongen aan de motor laat de golven hoog opspatten. Het eiland blijkt populair te zijn bij families en jonge koppels en heeft iets van een commune. Na een zonbeurt onder de palmbomen, een rondje kajakken en een oosters buffet, moet ik het paradijselijke oord alweer verlaten – een gruwelijk lot. ” Hope to see you again“, zegt de sekteleider bij het afscheid. Ik ook.

Dag twee. Kuala Terengganu zelf is grijs, grauw en stoffig. Het Kompleks Taman Selera Tanjung, het lokale winkelcentrum, komt zo uit het Oostblok van de jaren ’70. Alleen het rek met huidblekende crèmes maakt indruk. Op straat valt meer te beleven: op Jalan Sultan Zainal Abidin snorren brommers en trikshaws af en aan, terwijl eetkramen satay, cocossoep, dry fish en zoetigheden verkopen. In fruitstalletjes glunderen ramboetanvruchten, papaya’s, carambola’s en andere delicatessen. Als vanzelf voert de mensenstroom naar Pasar Payang, de hectische markt aan de oever van de Sungai Terengganu. Honderden mensen banen er zich een weg tussen bergen potten, ketels en bric-à-brac. Ik onderhandel over de prijs van handgeschilderde batikstoffen, herkenbaar aan hun felgekleurde bloemmotieven, terwijl een jong meisje zorgvuldig songket kiest. De geverfde zijde met goud- en zilverdraden zal gebruikt worden voor haar trouwjurk. Na een halfuur wil ik naar buiten: aan de ene kant liggen dikke pakken verse vis, aan de andere doerians en dat is me te veel. De ovale vruchten, zo’n 25 cm lang, smaken naar ajuin en stinken als een rioolput. ” Good for making love“, probeert een marktkramer nog.

In het hotel ontdek ik dat ik enkele medicijnen in Brussel heb laten liggen. Een apotheker kent de receptionist niet, maar misschien kan ik een teksi nemen? Even later zie ik gratis alle bezienswaardigheden vanop de achterbank van een Mercedes diesel. Mooi hoor, maar geen apotheker te zien. Voetgangers lachen vriendelijk, maar weten het ook niet. Als ik de chauffeur haast dwing om Jalan Banggol te verkennen, lukt het toch. De apotheker heet Lau Tiam Kwee en heeft alles wat een mens nodig heeft. Toeval of niet, ook hij is een Chinees.

De volgende ochtend steken we de grens van Pahang over, de grootste staat van het schiereiland en rijk aan rubber- en palmolieplantages. Langs de hoofdweg liggen tientallen jungledorpen, met vaak niet meer dan enkele tientallen houten paalhuizen, gescheiden door stoffige en dichtbegroeide paden. Ik verzamel er in een mum van tijd ik-weet-niet-hoeveel kinderen om mij heen. Ze spreken nauwelijks Engels, maar kennen wel alle Europese voetbalhelden. Op elk dak pronkt een satellietschotel.

Zoals in de meeste Maleisische staten is ook in Pahang een sultan de baas. Elke vijf jaar bepalen de negen sultans, die hun titel erven, wie van hen yang di-pertuan agong of koning van Maleisië wordt. De bevolking respecteert hen, niet alleen omdat ze de symbolische islamleiders zijn, maar ook omdat kritiek op de koninklijke families wordt bestraft. Al zijn er smeuïge verhalen, van een veroordeling voor aanranding tot corruptieschandalen. Geen kwaad woord echter over de sultan van Kelantan, Tuanku Ismail Petra Ibni Almarhum Sultan Yahya Petra. Volgens zijn titel mag hij zeven auto’s bezitten zonder invoerrechten of belastingen te betalen. Bij zijn nieuwe Lamborghini Diablo, zijn twintigste exemplaar al, vond de luchthavendouane het welletjes en eiste ze de invoerrechten op. De sultan siste dat hij toch wel even in zijn nieuwe speeltje mocht zitten zeker! Waarna hij de hangar uitslipte en, achtervolgd door de politie, naar zijn paleis in Kelantan scheurde.

In Kuala Lipis stappen we over in een lage, smalle schuit, die ons in twee uur over de Sungai Tembeling naar Taman Negara brengt, een beschermd natuurreservaat sinds 1937. Met twaalf passagiers aan boord en loodzware reiskoffers is enige argwaan gepast. En jawel, al na een kilometer begint de tweede begeleider water te scheppen. Hij blijft lachen en dus doe ik dat ook. Ondertussen schuift het steeds dikkere oerwoudlandschap voorbij. We ontmoeten waterbuffels en badende Orang Asli-nomaden. Ze zijn klein van gestalte en hebben een donkere huidskleur en dicht krullend haar. Ik zit in een jungleavontuur van Kuifje.

In het Taman Negara Resort in Kuala Tahan, te midden van het regenwoud, worden we ontvangen met een roze bloemenkrans en een niet-alcoholische cocktail. Het oord is een voorbeeld van het in Maleisië steeds belangrijkere ecotoerisme. Het omvat een 100-tal comfortabele chalets, een herberg, camping, restaurant, rivierboten voor excursies en zelfs een supermarkt. Volgens critici bedreigen de 40.000 bezoekers die er jaarlijks verblijven de natuurlijke rijkdom en het dierenbestand van het regenwoud. “Tot voor kort was Kuala Tahan een vergeten dorp, er was niets”, werpt Jamaluddin op. Hij is 23 en fulltime gids in Taman Negara. “Nu is er werk en hebben jongeren iets om na te streven. Kinderen willen gids of bootman worden, want dat geeft aanzien. Er wordt nu Engelse les gegeven, er is een verbindingsweg, en de rivierdokters komen elke maand langs.” Hij wijst veelbetekenend naar de drijvende restaurants en winkels op de Sungai Tembeling, de boat economy van de bevolking van Kuala Tahan.

Aan het chalet word ik opgewacht door twee gibbons met een wit ringbaardje. Later word ik getrakteerd op een slijmerige pad op het toilet, een vogelconcert op het dak en ’s nachts het ene mysterieuze geluid na het andere. Ik deel dit oerwoud met 140 verschillende slangen, 80 hagedissoorten en duizenden insecten. Als ik tijdens het diner een bloedzuiger bespeur in de nek van een tafelgenoot, keer ik verontrust terug naar het chalet. Alleen het slopende jungleklimaat verhindert dat ik alle kieren opvul met reisfolders. Een nachtelijke wandeling met een gids? Nee, bedankt.

De volgende ochtend regent het pijpenstelen. De canopy walkway, een 400 meter lang en 25 meter hoog parcours op het dak van het oerwoud, zal de hele dag gesloten zijn. De wandelpaden zijn een modderige bedoening geworden. Ook een wandeling naar Bukit Teresik, een heuvel met uitzicht op de Gunung Tahang (2187 meter), laat staan een heuse trektocht, zal dus niet lukken. Het alternatief: een boottocht op de Sungai Tahan naar Lata Berkoh, een cascade acht kilometer verder. Vooral de tocht over het steeds woestere water is een aparte ervaring. De hele jungleflora is er te zien, van palmbomen, eikenbomen en lauriers tot varens, orchideeën en rafflesia’s, de grootste bloemen ter wereld. Ondertussen hoor ik neushoornvogels, ijsvogels en tientallen andere soorten. Met een glimlach stap ik weer op de bus naar Kuala Lumpur.

Zuidwaarts aan de westkust, op twee uur rijden van Kuala Lumpur, ligt Melaka. In de 15de eeuw legde dit machtige sultanaat niet alleen de basis van Maleisië, zijn hoofdstad werd de grootste handelshaven van Zuidoost-Azië en de inzet van een langdurige strijd tussen de Europese grootmachten. Toen de specerijhandel van de Molukken op gang kwam, kon Melaka rekenen op zijn strategische ligging en de bescherming van China. De macht van het handelsknooppunt strekte zich al snel uit over het hele schiereiland. Tegen de 16de eeuw was de belangstelling van de Portugezen gewekt, die de stad in 1511 veroverden; 130 jaar later, na acht maanden strijd, werden ze op hun beurt verslagen door de Nederlanders. In 1824 ten slotte arriveerden de Britten, die Penang en Singapore al bezaten. Het vervolg is bekend: de Britten ontfermden zich over de economie, infrastructuur en administratie en lieten de lokale heersers netjes zitten. Zodoende omvatte de Britse kolonie aan het begin van de 20ste eeuw het hele schiereiland en werd het ’s werelds grootste rubber- en tinproducent.

Melaka is een kleine, toegankelijke stad waar de geschiedenis voor het rapen ligt. Er heerst een zweem van nostalgie. Het vaalrood geschilderde centrum wordt gedomineerd door het Stadthuys en Christ Church, de oudste Nederlandse monumenten in het Oosten en gebouwd met steen uit Zeeland. Op de heuvel erachter liggen Portugese bouwwerken: het Fort A’Famosa, waarvan de Britten alleen de Porta de Santiago overlieten, en Bukit St.-Paul, een vervallen kerk met Nederlandse grafstenen. De romantische locatie biedt een weids uitzicht op de Straat van Melaka.

De mooiste slenterbuurt ligt ten westen van de rivier: Chinatown, een netwerk van smalle straten, antiekwinkels, moskeeën en Chinese en hindutempels. Cheng Hoon Teng is zelfs de oudste Chinese tempel van Maleisië. Zijn oost-westerse architectuur doet denken aan een zandkasteel. Ook de pastelkleurige huizen verraden verschillende invloeden: plaasterwerk en drakenbeelden, maar ook dakpannen en baksteen. In Jalan Hang Jebat, een antiekcentrum met meubelen, porselein, lampen, munten, handgemaakte vogelkooien en edelstenen, stoot ik op nummer 92 op het winkeltje van Wah Aik. Hij maakt kleine rode schoenen voor Chinese vrouwen wier voeten op jonge leeftijd ingebonden werden. Hij toont me zijn laatste paar schoenen, kijkt naar mijn voeten en schudt het hoofd. Er zit voor mij niets tussen.

Ik wil met een trikshaw, Bukit China zien, een heuvel met meer dan 12.000 Chinese graven, waarvan vele eeuwenoud. De heuvel beschermt ze niet alleen tegen kwade winden, zo hebben de doden ook een goed zicht op wat de nakomelingen uitvreten. Na twintig minuten zijn we nog steeds aan het rijden en zie ik de helderblauwe Straat van Melaka. Als ik opmerk dat ik beter had gewandeld, stamelt de puffende chauffeur verontschuldigingen. “Vond je het dan geen mooie rit?” vraagt hij. Voor ik iets kan zeggen, snoert hij me de mond met een brede glimlach.

praktisch

Reis: Weekend Knack bezocht Maleisië op uitnodiging van de Malaysia Tourism Promotion Board en Malaysia Airlines, dat wekelijks 38 vluchten naar Maleisië aanbiedt. In economy naar Kuala Lumpur, Penang of Langkawi kan vanaf 25.275 fr., inclusief transitvlucht naar Amsterdam, Frankfurt of Parijs. Een pas voor maximum vijf binnenlandse vluchten kost zo’n 4400 fr. Info: Tel. 02-648 30 41 en bij uw reisagent.

Maleisië werd een onafhankelijke staat in 1957 nadat WO II de Britse heerschappij verstoorde. Zijn 337.000 km² omvat de 11 staten op het schiereiland Maleisië, waar zowat 85 procent van de bevolking woont, en Sabah en Sarawak (Oost-Maleisië) op het eiland Borneo.

Er heerst een evenaarsklimaat, met het hele jaar tussen 33° C overdag en 22° C ’s nachts en een vochtigheidsgraad van 90 procent.

Draag lichte en losse kleding in katoen (lange mouwen en broeken voor de jungle) en reken op regen, vooral aan de oostkust tussen november en januari.

Een internationaal reispaspoort en vaccinaties zijn nodig. Malariapreventie is voor de beschreven gebieden overbodig. Bedenk dat apothekers en goede foto- en diafilms soms moeilijk te vinden zijn.

Hotels

* Primula Park Royal, Jalan Persinggahan, 20904 Kuala Terengganu, Tel. +60-9-622 2100, fax +60-9-623 3360 (dubbele kamer vanaf 160 RM)

* Gem Island Resort, Lot 2135, Mukim Batu Rakit, Mengabang Lekar, 21020 Kuala Terengganu, Tel. +60-9-669 5910, fax +60-9-669 5920, enquiry@gemresorts.com (vanaf 340 RM)

* Taman Negara Resort, Kuala Tahan, 27000 Jerantut, Pahang, Tel. +60-9-266 3500, fax +60-9-266 1500 (chalets vanaf 216 RM)

* Equatorial, Bandar Hilir, 75000 Melaka, Tel. +60-6-282 8333, fax +60-6-282 9333, info@mel.equatorial.com (vanaf 410 RM)

Stop-over: Kuala Lumpur

Dit is de bruisende metropool van “KL”: wolkenkrabbers, boulevards, luxewinkels, onbemande hightechmetro’s, discotheken op maat van New York en vijfsterrenhotels met imposante lobby’s. De dynamische hoofdstad op 35 km van de westkust telt twee miljoen inwoners en staat symbool voor de economische groei van Maleisië. Central KL omvat Merdeka Square, Central Market en Chinatown. Het nieuwe stadsgedeelte is de Golden Triangle, met de 452 meter hoge Petronas Towers en volgestouwd met luxehotels, shopping malls en kantoorgebouwen. Tot slot is er Jalan Tunku Abdul Rahman (Jalan TAR), de noordzuidas die Little India en Chow Kit doorkruist.

Niet te missen

* Kuala Lumpur Tower: telecomtoren van 421 meter met panoramisch uitzicht.

* Merdeka Square: hier werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Verbindt de exclusieve Royal Selangor Club, het modern-islamitische Dayabumi Complex en drie koloniale parels: het Sultan Abdul Samad Building, het National History Museum en het Textile Museum.

* Masjid Jamek: moskee uit 1908 met koepels, minaretten en palmbomen, aan het tweerivierenpunt dat Kuala Lumpur (“modderige samenvloeiing”) zijn naam gaf.

* KL Railway Station: koloniale folie (1910) van minaretten, torens, zuilen en koepels.

* Lake Gardens: KL’s groene long op de westelijke heuvels. Omvat een meer, een vogel- en vlinderpark en een orchideeëntuin.

* Bintang Walk: de Place m’as tu vu van KL, in het shoppingdistrict van de Golden Triangle. In de vooravond sipt het trendy volkje hier aan zijn aromakoffie of cocktail op het terras van Starbucks Coffee, Starz, Dome, Cesar’s, Shook! of Schlotzky’s. Vergeet je designertas en wap-telefoon niet.

Shopping

* Central Market: 200 stands met handwerk, souveniers, juwelen, antiek, bric-à-brac in een sfeervol art-decogebouw.

* Chinatown: kleurrijke winkelbuurt rond Jalan Petaling, vooral tijdens de hectische avondmarkt. Kleding, horloges, multimedia en gadgets, maar ook kruidenmedicijnen, wierook en lantaarns.

* Little India: rond Jalan Masjid India. Traditionele kleding, zijde, juwelen, zilverwerk en oliën.

* Chow Kit Market: traditionele Maleisische markt met kleding en lederwaren. Op Jalan TAR vindt bovendien de drukste avondmarkt van KL plaats.

* Lot 10: futuristisch winkelcentrum met internationale en lokale designers, het Japanse grootwarenhuis Isetan en kunstboekhandel Page One (50 Jalan Sultan Ismail).

* Kompleks Budaya Craft: alle artisanale producten onder één dak: batiks, songket, zijde, zilver-, glas- en aardewerk en etnische curiosa (Jalan Conlay).

’s Avonds

* de eetterrassen op de avondmarkten van Jalan Petaling (Chinees), Chow Kit/Jalan TAR (Maleisisch) en Jalan Masjid India (Indisch).

* Le Coq d’Or: toprestaurant met westerse keuken voor een betaalbare prijs (Jalan Ampang 121, Tel. +60-3-261 9732).

* Coliseum Hotel: franjeloos koloniaal monument waar de steaks sissend geserveerd worden (Jalan TAR).

* Seri Melayu: hilarische dansvoorstellingen voor toeristen, maar ook een uitgebreid buffet met Maleier specialiteiten (Jalan Conlay 1, Tel. +60-3-245 1833).

* Grappa SoHo: gesofisticeerde ontmoetingsplaats van vips en bobo’s met internationale keuken en wodkabar (Jalan Bukit Bintang 2, Tel. +60-3-245 0080).

* Modesto’s: hippe Italiaan met disco op de eerste verdieping (hoek van Jalan Perak en Jalan P. Ramblee). Een ander adres is Scalini’s (Jalan Sultan Ismail 19, Tel. +60-3-245 32 11).

* Thank God It’s Friday: populaire Amerikaanse keten-bistro in de uitgaansbuurt (Life Centre, Jalan Sultan Ismail, Tel. +60-2-163 7761).

* Liquid: kleinere club voor trendy (gay) KL (Central Market).

* Emporium: spectaculaire club met twee verdiepingen en tuinterras voor de young & beautiful (Jalan Sultan Ismail 97).

Hotel

* The Legend Hotel, Putra Place, 100 Jalan Putra, 50350 Kuala Lumpur, Tel. +60-3-442 9888, fax +60-3-443 0700, tlegend@po.jaring.my

Info

* Het Engelstalige maandblad Vision KL (4,80 RM, www.visionkl.com) geeft een overzicht van culturele evenementen en shopping- en horeca-hot spots.

* Malaysia Tourist Information Complex, 109 Jalan Ampang, 50450 Kuala Lumpur, +60-3-2643929, fax +60-3 262 1149, tourism@tourism.gov.my

* Ambassade van Maleisië: Tervurenlaan 414 a, 1150 Brussel, Tel. 02-776 03 40.

* Er zijn verschillende goede Maleisië-gidsen, onder meer bij Rough Guide en Lonely Planet. Zie ook kader “@ltijd onderweg”.

* Malaysia Tourism Promotion Board, Rossmarkt 11, 60311 Frankfurt am Main, Duitsland, Tel. +49-69-28 37 82, fax +49-69-13 37 91 21, mtpb.frankfurt@arcormail.de

@ltijd onderweg

http://www.mymalaysia.net.my/

http://www.malaysianet.net/

http://www.visitmalaysia.com/

http://srisutra.freeservers.com/kenyir/

http://www.kusza.edu.my/Terengganu/

http://www.geocities.com/Tokyo/Flats/6582/taman.html

http://www.malaccainfo.net/

http://asiatravel.com/kuainfo.html

Tekst en foto’s Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content