Blijgezind aan de slag

Nathalie, Anthony en Roxane, het bijzondere team van Bits N Bites. © Fred Debrock

In eethuis Bits N Bites word je bediend door Anthony (36), Mandy (28), Nathalie (24), Eva (49) en Roxane (22), mensen met het syndroom van Down, een mentale of sociale handicap. Ze zijn even hulpvaardig als blijgezind. Oprichter en medezaakvoerder Anne : “Ik wil dat ze zich nuttig voelen in onze maatschappij.”

Kan ik je helpen ?”, vraagt Anthony. Hij kijkt me recht in de ogen, met een brede glimlach. Ik heb al norsere obers gekend. Even later opent hij de deur voor een dame die vertrekt. A true gentleman, die Anthony. De kus krijgt ze er gratis bij. Ondertussen zet Roxane broodjes op een dienblad, terwijl de klant zichzelf soep inschenkt. “Zesenhalve euro alstublieft”, zegt ze, en rekent netjes af.

Anthony heeft een verstandelijke beperking, Roxane het syndroom van Down. Ze zijn buitengewoon. Bijzonder, zo je wil. En ze helpen allebei in het eethuis Bits N Bites van Anne Eeckels en haar zus Daniëlle.

Tweeëntwintig jaar terug werd Anne mama van Roxane. Toen ze vlak na de geboorte te horen kreeg dat haar dochter het syndroom van Down had, was ze radeloos. Logisch, want ze wist helemaal niet wat dat inhield. Het eerste jaar werd ze overstelpt met informatie. Goedbedoeld, dat wel, maar uiteindelijk moest ze haar eigen weg zoeken. “Sommigen wisten ook niet hoe ze moesten reageren”, vertelt Anne. “Ze zeiden ‘ocharme’, of ‘het is toch een goeiken‘, of ‘welke graad heeft ze ?'”

Roxane ging naar een gewone crèche en kleuterschool, Anne bleef aan de slag als beursmakelaar. Ondertussen richtte ze mee de vereniging Downsyndroom Vlaanderen op. Anne houdt niet van hokjesdenken en van het M-woord. “Mongool vind ik niet aangenaam om te horen. Met de vereniging vochten we tegen dit woordgebruik. Het zijn ook geen patiënten, maar mensen. En ze lijden niet aan een syndroom, ze hebben er een.”

Sabbatjaar

Toen Roxane naar de lagere school ging – een gewone school met extra ondersteuning – kwam de kentering bij Anne. “Ik had enkele jaren nodig om alles te verwerken. Werken was toen mijn therapie. Ik had oogkleppen op, tot ik op mijn limieten botste en de files meer dan beu was. Ik besefte dat ik er moest zijn voor Roxane, en leerkrachten verwachtten ook dat stukje engagement. Ik nam een sabbatjaar om dichter bij mijn kind te zijn.”

Anne investeerde in een pand op de markt van Kontich, dicht bij school én huis. Het idee om een eethuisje te openen, rijpte langzaam. “Ik overwoog zelfs een schoenwinkel.”

Na school ging ze weleens iets drinken en eten in de buurt, een lieve serveerster liet Roxane af en toe afruimen, en dat deed ze met overgave. Anne : “Toen dacht ik voor het eerst : een eethuis is misschien de snelste weg om haar te integreren in de maatschappij en om burgers op een natuurlijke wijze te leren omgaan met mensen die anders zijn. Niet door ze weg te stoppen, zoals vroeger vaak gebeurde. Samen met enkele vriendinnen en mijn zus besloten we een eethuis-soepbar te runnen, Roxane zou er welkom moeten zijn en zich er thuis moeten voelen.”

Emotioneel intelligent

“Kort na de opening stelde mijn zus me voor aan Anthony. Hij ging naar een dagcentrum waar hij niet gelukkig was. Of hij niet twee dagen per week bij ons kon werken ? Zoveel jaren later is hij een trouwe medewerker. Hij ziet alles. Een glaasje tekort, een servetje tekort, hij is heel attent voor iedereen. Natuurlijk reageerden klanten soms verbaasd in het begin, en als er mensen wegbleven dan was het omdat het een onbekende wereld was voor hen.”

Na Anthony draaide ook Roxane snel mee, en de voorbije jaren kwamen er nog mensen met een mentale of sociale beperking bij, zoals Nathalie en Mandy. Jolien, een meisje in een rolstoel, komt ook één keer per week helpen met haar PAB-assistente. Iedereen heeft min of meer afgebakende taken. Anthony bedient de zaal en ruimt af, Nathalie maakt het gebak en de broodjes, Roxane doet de kassa, maakt koffie, vult de toog, Mandy werkt in de keuken. “Ik wil vooral dat ze zich nuttig kunnen voelen in de maatschappij, elk op zijn manier. Dat geldt voor ons toch ook, niet ?”

Anne onderbreekt het interview om even bij te springen en een tafel schoon te vegen. Het is piekuur. “Ik wil gewoon niet dat de mensen zeggen : ‘Daar zijn de tafels altijd vuil, want er werken mensen met een beperking.’ Wie hier komt, komt niet enkel uit sympathie, maar ook en vooral om lekker en proper te eten.”

Na de middagshift komt Roxane er spontaan bijzitten. Ze is bijzonder ad rem, en taalvaardig. “Mama is stress, ik ben bestendig.” Of : “Mama geeft me warmte, ik voel me hier thuis.” Ze is vastbesloten om haar moeder ooit op te volgen. “Als ik 31 ben, maar ik weet dat het moeilijk wordt”, fluistert ze me even later toe in de keuken. Werken maakt deel uit van haar toekomst, dat is zeker. “Als ik er niet ben, neemt ze mijn rol meteen over”, bevestigt Anne. “‘Is alles naar wens ?’, vraagt ze dan.”

Ze hebben een beperking, maar ze zijn emotioneel heel intelligent. Ze voelen de klanten goed aan, weten wat er bij wie kan. Anthony geeft een zakenman, die rustig zijn krant leest, een servet, en laat hem met rust. Bij anderen gekscheert hij, of laat hij zijn bulderlach horen. Anne : “Je voelt hier de levensvreugde. Ze zijn altijd goedlachs. Klanten worden hier ontvangen precies alsof ze koningen zijn.”

Geen extra subsidies

Krijgt Anne soms het verwijt dat ze haar mensen als goedkoop werkvolk gebruikt ? “Zelden”, antwoordt ze. “Dat zou ook niet correct zijn. Mensen begrijpen dat we veel energie in hen steken en geduld moeten hebben, maar dat is nu juist onze missie. De medewerkers zijn volgens hun ‘statuut’ op verschillende manieren tewerkgesteld, de één via een stagecontract, de ander via begeleid of gewoon werken. Extra subsidies krijgt ze niet, benadrukt ze. Ik vraag haar of ze er opnieuw aan zou beginnen, met de kennis die ze nu heeft. “Op emotioneel vlak : ja, op financieel vlak : neen. Het is keihard werken en de administratie is slopend – gelukkig kan ik daarvoor rekenen op een onbezoldigde medezaakvoerster. Extra middelen om zo’n zaak te runnen zijn zeker welkom. Op de beurs moest ik stressbestendig zijn, hier evenzeer.”

Zes jaar geleden kreeg Anne borstkanker. Ze is blij dat de zaak kon blijven draaien. Ze vertelt dat ze veranderd is. Door de geboorte van Roxane in de eerste plaats, door de tegenslagen, maar ook door al die mooie momenten. “Ik ben zeker socialer geworden. Je komt zoveel verschillende mensen tegen, en leert klanten heel persoonlijk kennen, in voor- en tegenspoed.”

Anthony brengt het dessert, kaastaart met speculaas, made by Roxane. “Moet ik het melkje in je koffie doen ?” Bij mijn vertrek krijg ik van deze buitengewone werknemers nog een high five, of een kus. Anthony ‘zegent’ me met een kruisje op mijn voorhoofd. Dat doet hij bij alle trouwe klanten. Mijn dag kan niet meer stuk. Ik vertrek, bijzonder goedgezind.

Info : www.bitsnbites.be

Door Sam De Kegel & Foto Fred Debrock

Ze hebben een beperking, maar ze zijn emotioneel heel intelligent. Ze voelen de klanten goed aan, weten wat er bij wie kan

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content