Leen Creve Interieur- en designjournalist 

De eerste nacht in mijn gloednieuwe thuis zit erop. Het was een toevalstreffen tussen mij en mijn nieuwe 120 m2. Twee maanden geleden viel er via via een mailtje binnen. De beschrijving klonk veelbelovend en drie dagen later was de datum van de verhuizing geregeld. Wanneer u dit leest, is de spierpijn van het dozen sjouwen vergeten en vergis ik me waarschijnlijk niet meer tussen de deur van de slaapkamer en die van de badkamer.

Mijn vorige studio was amper 50 m2. Het voordeel van een beperkte ruimte is dat een kleine aanpassing een enorme impact kan hebben. Piet Swimberghe brengt op p. 78 drie krappe huisjes samen en licht de slimste plaatsbesparende architecturale en decoratieve oplossingen toe.

Nu heb ik in plaats van één ineens vijf kamers tegelijk in te richten. De inspiratie uit de zeven Belgische en buitenlandse interieurreportages in dit nummer komt dus goed van pas. Styliste Sonja Mertens helpt meteen een handje : ze bekeek drie reportages grondig, dook ’s lands woonwinkels in en bracht eigentijdse sfeerscheppers mee.

Laat ik het maar meteen toegeven : die extra vierkante meters in mijn leven zijn een grote stap. Maar ik sta nog lang niet zo ver als sommige collega’s of vrienden die eigenaar van een huis zijn. Ik heb gewoon de guts niet om iets te kopen. Nochtans wordt bouwen en verbouwen flink aangemoedigd. Op Batibouw, eind vorige maand, werd een volledig paleis gereserveerd voor informatie voor de startende (ver)bouwer. Er zijn massa’s websites en de zogenaamde starter seminars, waar een notaris, een premieadviseur, een financiële specialist en een vastgoedexpert de belangrijkste aandachtspunten op één avond overlopen.

Ik verstop me achter het excuus dat de vastgoedprijzen wel erg hoog zijn dezer dagen. Met een beetje creativiteit bestaan ook daar oplossingen voor. Zo wijst het nieuwe Belgisch Budget Bouw Boek (zie p. 26) erop dat een woning kwalitatief gebouwd of verbouwd kan worden voor een bedrag van 150.000 euro. Bovendien bestaan er flink wat premies en is het misschien zaak om af te stappen van de traditionele hypothecaire lening. Een en ander staat te lezen op p. 130. Een architect en een bankier geven er inside tips om een betaalbare woning aan te schaffen. “Stel dat je rond je 25 iets kleins koopt. Dat hoeft niet het huis van je dromen te zijn, want tien jaar later kun je het met winst verpatsen. Maar wie tot zijn 35 altijd heeft gehuurd, lijdt tien jaar verlies”, rekent architect Winderickx mij fijntjes voor.

Maar goed. Voorlopig word ik zonder al te veel kopzorgen wél elke dag wakker in een ruime, lichte woning onder de kathedraal. Ongebonden maar materialistisch, ben ik dus een volwaardig lid van de generatie die omschreven wordt als “de nieuwe pragmatici”. De babyboomgeneratie van haar kant is een interessante én kapitaalkrachtige doelgroep voor steeds meer bedrijven. Badkamerproducent Ideal Standard liet de Frans-Britse ontwerper Julie Mathias een paar maanden lang nadenken over de ideale badkamer voor de vijftigplusser. De Vlaamse Anthony Duffeleer deed dezelfde oefening naar aanleiding van de beurs Sfeer (beide zie p. 143). Verfrissende ideeën zijn het, maar voorlopig nog alleen conceptueel.

Visies genoeg ook over ecologisch en duurzaam bouwen. Maar in hoeverre zijn die groene woorden al in praktijk gebracht ? Uit een steekproef bij een aantal Vlaamse architecten (zie p. 32) blijkt dat de particuliere woningbouw nog achterop hinkt. Blijkbaar loopt het in de bouwsector als met de biowortelen in de supermarkt en met de (bedrijfs)wagen : iedereen is ervan overtuigd dat er dringend ingegrepen moet worden om deze planeet leefbaar te houden, maar vindt ook steeds wel een goede reden om daar zélf nu even niet aan mee te werken. Allemaal nieuwe pragmatici ?

Tessa vermeiren blogt !

Van muizen en mensen, op www.knack.be

Reacties : leen.creve@knack.be

Leen Creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content