1911: Louise Bourgeois werd geboren op kerstdag, boulevard Saint-Germain, Parijs.

1919: Louises dominante vader introduceert zijn Engelse maîtresse als kindermeisje. Haar liefdevolle, maar zieke moeder ondergaat deze situatie lijdzaam. De affaire sleept tien jaar aan, een frustrerende ervaring die Louise haar hele leven lang in haar oeuvre zal verwerken.

1927-1938: ondanks tegenkanting van haar ouders – Louise is voorbestemd om mee te werken in het familiebedrijf – behaalt Bourgeois een diploma filosofie. Na de dood van haar moeder studeert ze wiskunde aan de Sorbonne, en schrijft ze zich in aan de Academie voor Schone Kunsten in Parijs. Aan diverse andere kunstscholen vervolmaakt zij haar artistieke opleiding o.l.v. Colin, Bissière en Léger.

1938: Louise trouwt met de Amerikaanse kunsthistoricus Robert Goldwater. Samen adopteren ze Michel, een Frans weeskind, en verhuizen naar New York.

1940-1941: in de VS worden nog twee zonen geboren: Jean-Louis (1940) en Alain (1941).

1942: Bourgeois en Goldwater onderhouden contacten met gevluchte Europese kunstenaars.

1945: eerste grote tentoonstellingen met o.a. Motherwell, Pollock, Rothko en De Kooning.

1946: vriend aan huis bij Duchamps, Breton, Le Corbusier, Miro, Tanguy.

1951: na de dood van haar vader laat Bourgeois zich tot Amerikaanse naturaliseren.

1965: tentoonstelling in de tuinen van het Rodin-museum in Parijs. Louise is actief in militante, feministische kringen.

1967-1972: Louise onderneemt verschillende reizen naar de marmergroeven van Pietrasanta (Italië). In deze periode maakt zij belangrijke werken als Sleep II en Clamart, en sterk seksueel geladen sculpturen als Fillette en Janus Fleuri. Bourgeois’ internationale uitstraling groeit: toonaangevende musea kopen haar werken aan.

1973: Louises echtgenoot sterft.

1974: The destruction of the father: scharnierwerk van Bourgeois.

1982: eerste grote retrospectieve in het MoMa in New York. Het toonaangevende kunsttijdschrift Artforum publiceert een tekst van Bourgeois , Child Abuse, geïllustreerd met foto’s uit haar kindertijd.

1989-2002: grote Louise Bourgeois-tentoonstellingen: o.a. Centre Pompidou, Parijs (1989); IXde Dokumenta , Kassel (1992), 45ste Biennale van Venetië (1993); Musée d’Art Moderne, Parijs: retrospectieve en film Chère Louise, over haar leven en werk (1995); grote tentoonstellingen in Hamburg en Sao Paolo (1996); 48ste Biënnale van Venetië en retrospectieve in Madrid (1999); monumentaal werk van Bourgeois in het nieuwe Tate Modern, Londen (2000); 49ste Biënnale in Venetië (2001); Dokumenta-Kassel (2000).